Jarno Cordia (44) wist precies hoe het voelt om te vliegen, maar sprong woensdag zijn dood tegemoet


Extreme sport De drang om te vliegen werd een van de beste wingsuitvliegers van Nederland, Jarno Cordia (44), afgelopen woensdag fataal. Hij had toen al duizenden sprongen uit het vliegtuig gemaakt en hij was al van honderden bergen gedoken.

Basejumpers springen in plaats van uit een vliegtuig van een rots of zendmast.
Basejumpers springen in plaats van uit een vliegtuig van een rots of zendmast.

Foto Getty Images

Dichter bij de ervaring van een steenarend die honderden meters boven een arcadische vallei hangt, langs ruige rotspartijen scheert en richting zijn prooi duikt, kan de mens niet komen. Het is voor veel wingsuitvliegers de reden dat ze — gehuld in een overall met vleugels die het verschil maakt tussen val en vlucht en beveiligd door een parachute die voor een gecontroleerde landing zorgt — uit vliegtuigen springen, of zelfs van rotsen.

De drang om te vliegen werd een van de beste wingsuitvliegers van Nederland, Jarno Cordia (44), afgelopen woensdag fataal. In 2003 stak hij zich voor het eerst in een wingsuit, met parachutestof tussen de armen en benen, zo memoreerde hij in 2016 in het AD. Twintig jaar later sprong Cordia van een ruim achthonderd meter hoge rots in de Zwitserse alpen, maar botste door een nog onbekende oorzaak meerdere keren tegen de rotswand. Zijn levenloze lichaam werd gevonden door reddingswerkers.

Hij had al duizenden sprongen uit het vliegtuig gemaakt en hij was al van honderden bergen gedoken, vertelde hij vorig jaar aan het televisieprogramma Klokhuis. Cordia was verzot op de sport, een echte vakidioot. „Wingsuitspringen is nog veel leuker dan het eruitziet”, vertelde de geboren Rotterdammer glunderend. „Het is zo, zó bijzonder om in de lucht te zijn en gewoon vrij als een vogel rond te vliegen.”

Basejumpen

Voor het gros van de mensen is parachutespringen al een brug te ver, maar voor Cordia was dat niet genoeg. Hij was een basejumper. Daarbij springt een groeiend aantal beoefenaars — niet zelden geïnspireerd door indrukwekkende YouTube-compilaties — niet uit vliegtuigen, maar van vaste objecten: een gebouw, zendmast, brug of klif. Door de verkleinde afstand tot de grond kan één fout een basejumper het leven kosten. Volgens een Noorse studie uit 2007 is het risico op (fataal) letsel voor basejumpers tot wel acht keer groter dan voor skydivers.

Dit filmpje plaatste Jarno Cordia vijf dagen geleden nog op zijn YouTube-kanaal.

Cordia verzette zich tegen het beeld dat basejumpers louter adrenalinejunks zijn die het leven voor lief nemen. „De meeste basejumpers zijn heel berekenende mensen”, zei hij in 2016 in een interview met Vice. „Een sprong is volledig gepland.” Wie wingsuittraining wil volgen, moet minimaal tweehonderd parachutesprongen achter de rug hebben. „Dat klinkt als veel”, zei Cordia tegen Vice, „maar elke sprong heeft ongeveer [slechts] één minuut vrije val.”

Toch is de extreme sport verder nauwelijks gereguleerd. Wie geen zin of geld heeft om honderden uren en tienduizenden euro’s uit te geven aan parachutesprongen, kan altijd op eigen houtje een Zwitserse berg beklimmen. Wingsuits kan je immers gewoon op het internet kopen. De Vampire Competition ’22 van de Sloveense fabrikant Phoenix-Fly kost 1.850 euro en is verkrijgbaar in talloze kleurencombinaties. Het vliegpak kan zonder certificaat worden aangeschaft.