Hoe het Westen in Soedan samenwerkt met moordlustige paramilitairen

Analyse

Soedan Westerse landen huurden beveiligers in via Soedanese moordlustige paramilitairen van de RSF. Die samenwerking is niet nieuw.

Generaal Dagalo, leider van de omstreden RSF, begroet aanhangers op een bijeenkomst in de stad Aprag, in 2019.
Generaal Dagalo, leider van de omstreden RSF, begroet aanhangers op een bijeenkomst in de stad Aprag, in 2019.

Nederland en andere Europese landen hebben de beveiliging van ambassades en ngo’s in Soedan uitbesteed aan een bedrijf dat gelieerd is aan de Rapid Support Forces (RSF), een van de strijdende partijen in de oorlog in het Oost-Afrikaanse land.

Daarmee spekte het westen met miljoenen de oorlogskas van deze paramilitairen, die al bijna een half jaar huizen plunderen, burgers doden en vrouwen en kinderen verkrachten. Dat blijkt uit een onderzoek van De Groene Amsterdammer in samenwerking met het Duitse ZEIT Online, de Zweedse Sveringe Radio, de Zwitserse NZZ am Sonntag en de Noorse Vårt Land.

Westerse landen werken al jaren samen met de RSF, zegt Anette Hoffmann, Soedan-expert bij denktank Clingendael. Die hebben de RSF zowel middelen als legitimiteit gegeven om te groeien. Zij wijst er daarbij wel op dat het lastig is om in Soedan met een beveiligingsbedrijf samen te werken dat níét is gelieerd aan een van de gewelddadige legers of veiligheidsdiensten. De RSF vechten sinds april tegen het Soedanese regeringsleger onder leiding van generaal Abdel Fattah al-Burhan.

Ruim 80 procent van de economie was vóór de oorlog in handen van (para)militairen. De structuur van veel bedrijven wordt bewust vaag gehouden, zodat buitenstaanders niet direct weten wie er aan het roer staat. Bij de beveiliging van ambassades en ngo’s ging het om beveiligingsbedrijf Shield, waar een jonge broer van RSF-generaal Hemedti de baas bleek.

Andere landen geraadpleegd

Dat had Nederland kunnen weten. Een woordvoerder van Buitenlandse Zaken zegt in een verklaring tegen NRC: „In Soedan is gezocht naar het bedrijf dat de beveiliging het beste kon verlenen. Hiervoor zijn ook andere landen geraadpleegd om hun ervaringen met beveiligingsbedrijven in Soedan te horen.”

Volgens De Groene Amsterdammer werd de Noorse ambassade in Khartoem in de zomer van 2022 door Soedanese medewerkers geïnformeerd over de achtergrond van Shield. Vervolgens zijn er gesprekken gevoerd „met ambassades in dezelfde situatie”.

In het najaar van datzelfde jaar tekende Nederland zijn eerste contract met het beveiligingsbedrijf, blijkt uit Woo-documenten ingezien door De Groene Amsterdammer. Ook voor Noorwegen was die informatie geen reden tot stopzetting van de samenwerking.

Deze samenwerking zet de plotselinge evacuatie van de Nederlandse ambassade na het uitbreken van de oorlog in een nieuw daglicht. Tientallen paspoorten bleven achter in de kluis van het gebouw, omdat de ambassade in de frontlinie lag van de gevechten. Soedanezen kregen van de Nederlandse ambassade te horen dat ze hun paspoorten zelf moesten ophalen, omdat het te onveilig zou zijn. Dat laatste is niet verwonderlijk, aangezien de ingehuurde beveiligers kwamen via een familiebedrijf van generaal Mohamed Hamdan Dagalo van de RSF, beter bekend als Hemedti.

Geen gecertificeerd bedrijf

„Niet alleen het personeel bezoekt zo’n ambassade, ook Soedanese mensenrechtenactivisten, bijvoorbeeld van vrouwenorganisaties. Daarom is het ook voor je gasten belangrijk een goed geïnformeerde keuze te maken in je beveiliging,” zegt Clingendael-expert Hoffmann.

Het is de vraag waarom er geen gebruik is gemaakt van de Internationale Gedragscodevereniging (ICoCA), die in 2013 is opgericht om ervoor te zorgen dat aanbieders van particuliere veiligheidsdiensten de mensenrechten en humanitair recht respecteren. De ICoCA opereert vanuit Zwitserland, een van de landen die de beveiliging van zijn ambassade door de RSF liet doen. „Alle ambassades die in het artikel [van De Groene Amsterdammer] worden genoemd zijn als land lid”, vertelt Hoffmann. „Als er in Soedan geen bedrijven zijn die voldoen aan voorwaarden van de vereniging, kunnen zij ook een bedrijf aandragen en eisen dat dat zich registreert bij de ICoCA. Natuurlijk kun je nooit voorkomen dat er dingen misgaan, maar daar moet wel alles tegen gedaan worden.” Verder is het mogelijk om individuele contracten af te sluiten met beveiligers, zoals de Europese delegatie volgens De Groene Amsterdammer doet.

Al langer samenwerking

De relatie tussen het Westen en het RSF is niet nieuw. In 2019 kwam er middels een staatsgreep een einde aan dertig jaar moslimfundamentalisme onder leiding van Omar al-Bashir. Een militaire raad (TMC) zou een overgangsregering vormen, en in die raad was generaal Hemedti de nummer twee.

Omdat in het Westen de behoefte aan stabiliteit groot was, stond de internationale gemeenschap snel klaar om een compromis te sluiten met de militairen. Dit tegen de zin van de Soedanese bevolking, die samenwerking met het leger afwees en pleitte voor een civiele overgangsregering.

Lees ook: Soedanese militairen proberen regie te houden na coup tegen henzelf

De toenmalige Nederlandse ambassadeur in Soedan, Karin Boven, nam net als andere Europese diplomaten een uitnodiging van Hemedti aan en ging in april 2019 handenschuddend met hem op de foto.

Op X (toen nog Twitter) schreef zij: „Zojuist een ontmoeting gehad met vice-hoofd van TMC Hemedti op zijn uitnodiging. Ik heb aangedrongen op een snelle en vreedzame machtsoverdracht naar een civiele regering. Ik heb opgeroepen tot een onmiddellijke vrijlating van degenen die nog gevangen zitten, inclusief mensen uit Darfur.”

Migratiedeal

Vier jaar daarvoor hadden EU-leiders en Afrikaanse staatshoofden al een overeenkomst gesloten waar de RSF bij betrokken waren: het Khartoem-proces. Doel was politieke samenwerking tussen de landen op de migratieroute vanaf de Hoorn van Afrika naar Europa.

De Rapid Support Forces waren op dat moment verantwoordelijk voor de grensbewaking van Soedan. „De RSF controleerden het grensgebied tussen Darfur en Libië”, zegt Hoffmann. „Zij leefden van mensensmokkel en onderschepten af en toe wat mensen om aan te tonen dat ze migranten tegenhielden.”

Hoewel de Europese Unie samenwerking met de RSF altijd heeft ontkend, blijkt uit onderzoek van Clingendael uit 2018 dat de steun van Europa de paramilitairen wel degelijk heeft geholpen. De militie profiteerde van apparatuur en voertuigen, maar kreeg ook legitimiteit. Ook financierde een EU-fonds trainingen voor RSF-grensmilitairen, schreef dagblad Trouw in 2020. Mede door die westerse steun spelen zij nu een hoofdrol in de bloedige oorlog die aan de gang is.

Hoffmann: „Ondanks het streven naar vrede en democratie kiest het Westen vaak voor snelle stabiliteit . Voor sterke mannen die het land beveiligen en geen ruimte geven aan een civiele burgerbeweging.” Dat korte-termijndenken is volgens haar contraproductief. „Autocraten en militaire leiders steunen verhoogt het risico op conflicten en voedt migratie. Dat verband moet meer aandacht krijgen in ons migratiebeleid.”