N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Brieven Diny Kuppens (81) schreef dat haar euthanasiewens wordt genegeerd. Een selectie van de reacties op haar artikel.
Diny moet worden doorverwezen
Merkwaardige gang van zaken en in strijd met de regels voor euthanasie zoals die in Nederland in de wet en jurisprudentie zijn vastgelegd. Immers, Diny Kuppens (29/9) lijdt ondraaglijk, haar situatie is uitzichtloos, haar verzoek is weloverwogen en er zijn geen redelijke andere oplossingen voorhanden. Belangrijk is dat het lijden voor Diny ondraaglijk is. Dat de arts dat anders ziet, doet niet ter zake. Natuurlijk staat het die laatste vrij zijn medewerking aan euthanasie te weigeren, maar volgens de richtlijnen van de KNMG heeft hij dan wel de plicht Diny te verwijzen naar een andere arts die wél bereid is haar verzoek te honoreren.
Ik hoop dat dit verandert
Dit is een onderwerp wat mij zeer aan het hart gaat. Ik vind dat ik als mens het recht heb om zelf te besluiten wanneer mijn leven voltooid is. Helaas is de enige legale manier nu via een arts. Eerlijkheidshalve zou ik niet graag de arts zijn die de beslissing moet nemen of de euthanasie uitvoeren. Ik begrijp de maatschappelijke morele dilemma’s, is dit een opwelling of een gedegen beslissing? Ik begrijp de mevrouw uit dit stuk helemaal en denk er zelf zeker zo over. Ik heb mijn vader zien wegteren door kanker en het was verschrikkelijk. Dat wil ik beslist niet. Dus dan denk ik: kan dit niet anders in de toekomst? Ik hoop het voor wanneer ik tachtig word.
Ik wil geen vegetatief leven
Ik ben 63 en nog gezond. In mijn familie komt aan de kant van mijn vader dementie voor en aan de kant van mijn moeder zijn er hersenbloedingen geweest. Ik ben dan ook bang dat een van deze twee kwaden mijn voorland zal zijn. En dat wil ik absoluut niet. Ik heb alle papieren voor euthanasie in orde gemaakt met mijn huisarts. Maar ingeval van euthanasie ben je afhankelijk van andere personen en regels óf en wanneer je mag sterven. Ik wil zelf kunnen bepalen wanneer en hoe ik een einde aan mijn leven wil maken. Ik wil niet afhankelijk van anderen zijn, geen vegetatief leven leiden. Dat wil ik mijn partner en mijn kinderen niet aan doen. Een zelf gekozen levenseinde kan ondanks het voorstel van D66 van Pia Dijkstra nog steeds niet in Nederland. Het hoogst haalbare is dat mensen zelf besluiten om geen voedsel en drank meer tot zich te nemen. Onmenselijk vind ik dit.
Angst voor de eindigheid
Dag mevrouw Kuppens. Wat een mooie brief heeft u geschreven en wat een moed om uw wens om te sterven kenbaar te maken. Dat u door de omgeving niet wordt begrepen, komt vooral door degenen die zelf angst hebben voor de eindigheid van het aardse bestaan en zich niet in uw situatie in kunnen leven. Ik sta volledig achter uw streven voor zelfbeschikking over eigen dood en een betere euthanasiewet. Ik wens u veel sterkte en kracht toe. Warme groet.
Goede bedoelingen
Een schrijnend verhaal van Diny Kuppens. Heel goed dat ze beschrijft wat er gebeurt in Nederland en alle goede bedoelingen ten spijt, dat er niet geluisterd wordt naar de cliënt. Jarenlang heb ik gewerkt als verpleegkundige en ik zie hoe we patiënten steeds slechter behandelen. De patiënt wordt te weinig echt gezien en gehoord, blijkt ook weer uit het verhaal van Kuppens.
Dit hoor ik zo vaak
Wat een aangrijpend verhaal en zo herkenbaar, want dit is wat ik al mijn hele werkende leven als verpleegkundige hoor. ‘Dit heb ik niet zo gewild’, en vaker nog: ‘dit heeft vader of moeder niet gewild’. Ik hoop dat er op korte termijn echt wordt geluisterd naar mevrouw Kuppens. Tegen alle toekomstige Diny’s, die wij zijn, zeg ik: ga bijtijds het gesprek aan met je huisarts.
Het verdriet in het verpleeghuis
Het verdriet achter de verpleeghuisdeuren, noem ik het. Sinds mijn moeder jarenlang, liggend in een (rol)stoel ‘op maat’, heeft liggen wachten op het einde, zijn deze verhalen een aanslag op mijn ziel. Tranen maakt het los, tranen van machteloosheid. Je eigen moeder niet te kunnen behoeden voor een kwelling die zij nooit zo zou hebben gewild. Haar leven was geleefd. Het einde kwam na twee jaar, waarin haar lichaam vergroeid was, een geworden met de vorm van de stoel waarin ze dag in dag uit lag. Ze werd 90 maar was al jaren klaar voor de dood.
Grote bewondering heb ik voor de mensen die in de verpleeghuizen proberen om mensen zoals mijn moeder nog een menswaardig bestaan te geven. Maar ik zou willen dat het onnodig zou zijn dat mensen, na een volwaardig leven, in een verpleeghuis ‘overeind’ worden gehouden omdat wij besloten hebben dat ze nog van het leven genieten. Ik kan met zekerheid zeggen dat mijn moeder niet genoot. Ze wilde ’s morgens niet meer wakker worden, dat was alles waar ze op hoopte. Gaandeweg heb ik afscheid genomen van mijn moeder, maar ik zou willen dat zij in staat was geweest om weloverwogen afscheid van het leven te nemen. In waardigheid en in de overtuiging dat vreugdeloze en eenzame jaren haar bespaard konden blijven.
Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!
Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.