Mathilde van den Brink (1941-2023) werd burgemeester, niet de vrouw van de burgemeester

De laatste bladzijde Vol overgave moedigde de PvdA-politica haar kinderen en kleinkinderen aan hun eigen kompas te volgen, zoals zij had gedaan.

Mathilde van den Brink toen ze in 1986 in Den Haag door minister Elco Brinkman van WVC geïnstalleerd werd als voorzitter van de Raad voor het Jeugbeleid.
Mathilde van den Brink toen ze in 1986 in Den Haag door minister Elco Brinkman van WVC geïnstalleerd werd als voorzitter van de Raad voor het Jeugbeleid.

Na de dood van haar echtgenoot werd Mathilde van den Brink nog een keer ten huwelijk gevraagd. Maar opnieuw trouwen wilde ze niet. Een paar jaar na het mislukte aanzoek kwam ze de man weer eens tegen – toevallig waren ze allebei inmiddels ergens burgemeester geworden. Hij vroeg haar of ze geen spijt had gekregen van haar afwijzing. Zij vond het onbeleefd om keihard ‘nee’ te zeggen, dus ze zei: nou, anders was ik nooit burgemeester geworden. Waarop de man zei: maar dan was je wel burgemeestersvrouw geworden!

Ze had er achteraf „heel hard” om gelachen, vertelt dochter Anne van Schaik (51). „Hij had het gezegd alsof dat toch zeker net zo leuk voor haar was geweest.”

Daar dacht Mathilde van den Brink totaal anders over. In 1980 werd ze de eerste vrouwelijke burgemeester in Drenthe, van de plaats Gieten. Ze kwam er aan zonder man – die was al overleden – maar met twee kinderen, vanuit het Zuid-Hollandse Schoonhoven, waar ze wethouder was geweest. Na Gieten werd ze voor de PvdA verkozen in het Europees Parlement, en daarna werd ze nog een keer burgemeester, in Uitgeest.

Als meisje in Utrecht, in een socialistisch gezin, kreeg Van den Brink al mee dat ook vrouwen economisch zelfstandig moeten worden, en blíjven. Haar moeder had nog moeten stoppen met werken toen ze trouwde, maar was wel politiek actief. Dat je als vrouw je eigen geld moet verdienen, is iets waar ze diep van overtuigd raakte en waar haar man – ze leerden elkaar kennen bij de padvinderij – haar in steunde.

Een persoonlijker reden speelde ook mee in de sterke wens om buitenshuis te blijven werken. Het moederschap kwam haar niet natuurlijk aanwaaien, beschreef ze in een naslagwerk over haar leven (titel: Wat Mathilde wilde). Ze had een „negatief zelfbeeld” over zichzelf als moeder. „Ik heb altijd wel heel graag kinderen gewild, maar alle praktische zaken die met het moederschap te maken hebben, zijn niet voor mij weggelegd.” Ze vond het lastig dat ze hier niet met anderen over kon praten, schreef ze.

‘Innemende meid’

In haar werk wist Van den Brink juist wél precies wat ze moest doen. Ook al was dat niet altijd makkelijk. Dochter Anne van Schaik: „In Gieten was ze een gekke verschijning: een vrouw die burgemeester was, en dan ook nog zonder partner.” De man van Van den Brink was overleden aan hartfalen toen zij 36 was, de kinderen waren 5 en 7. „De mannelijke collega’s in Gieten mochten niet met haar meerijden in de auto, want dan werden hun vrouwen jaloers.” Van den Brink vatte het niet persoonlijk op. „Ze dacht: dan rij ik toch lekker in m’n eentje in de auto. Ze ging gewoon door, en verzamelde ook een netwerk van leuke mensen om zich heen.”

Toen haar dochter in haar studietijd een collegezaal bezette, belde haar moeder haar via de receptie op. „Om te zeggen dat ze trots op me was.”

De baan ging haar goed af. „De bevolking [van Gieten] vindt haar een aardige, innemende meid”, schreef het Dagblad van het Noorden in 1983 – van den Brink was toen 42 jaar oud. „Als er over haar wordt gepraat, gaat het over ‘Mathilde’.” Van den Brink zei in het artikel zelf over haar burgemeesterschap: „Het gekke is dat ik wist dat het zou lukken. Dat klinkt natuurlijk heel arrogant, maar die dingen heb ik vaker gehad.”

Het leek haar niet veel te deren wat anderen van haar vonden. Ze had haar eigen kompas, en moedigde haar kinderen aan dat ook altijd te volgen. Toen haar zoon Eric in 1990 tijdens krakersrellen in Groningen werd opgepakt en in de cel belandde, zat Van den Brink in het Europees Parlement. Ondanks dat mensen in haar omgeving zijn keuze afkeurden, ging Van den Brink „duizend procent” achter hem staan, vertelt haar dochter. En toen zij in haar studietijd een collegezaal bezette, belde haar moeder haar via de receptie op. „Om te zeggen dat ze me op de radio had gehoord, en dat ze trots op me was.”

Rouwverwerking

In haar tijd als burgemeester in Uitgeest kreeg ze voor de tweede keer in haar leven te maken met groot verlies: zoon Eric maakte een einde aan zijn leven, op zijn 25ste. „Mathilde zei: als ik nu mijn hoofd op de kussens leg, sta ik niet meer op”, zegt goede vriendin Truus Kortenhorst (71). Niet lang nadat het was gebeurd, ging Van den Brink weer aan het werk. „Niet iedereen begreep dat, maar ik denk dat het werk haar redding was.”

Haar dochter stimuleerde haar om deel te nemen aan workshops voor rouwverwerking, waar Van den Brink mee instemde. Ze stond erop dat Anne, die een jaar in Mexico studeerde, niet direct terug naar Nederland zou verhuizen. Haar dochter had dat gewild om haar moeder te steunen.

Anders dan in Schoonhoven, waar Van den Brink woonde toen haar man overleed, kwam de gemeenschap in Uitgeest wél heel erg om haar heen staan, zegt Van Schaik. Al wist niet iedereen zich een houding te geven. Eén ambtenaar met wie Van den Brink een goede band had, dook pardoes achter een zuil toen hij haar zag. „Ze is direct op hem afgestapt. Toen vertelde hij dat hij gewoon echt niet wist wat hij moest zeggen.”

Mathilde van den Brink in 2023.
Foto privéarchief

Als burgemeester was Van den Brink „heel open en toegankelijk”, vertelt Klaas Boer (84), die met haar samenwerkte als wethouder in Uitgeest. Hij weet nog goed dat ze „wat feministisch” was. „We hebben een keer een bijeenkomst gehad over feminisme, daar was Hedy d’Ancona toen ook bij. Mathilde was daar echt de trekker van.”

Eenmaal in de zestig wilde Van den Brink nog een internationale carrière. Ze ging verkiezingen waarnemen in Afghanistan en in Oost-Europa. Omdat ze democratisering belangrijk vond én voor het avontuur. Zo’n tien jaar na haar laatste missie werd de ziekte van Alzheimer vastgesteld – een grote angst van Van den Brink, ze wilde absoluut niet de controle over zichzelf verliezen. Al vóór haar ziekte was ze overgestapt naar een huisarts die open stond voor euthanasie. Van den Brink overleed eind augustus, thuis in Utrecht.

Trots was ze aan het eind van haar leven vooral op haar kinderen en vier kleinkinderen, zegt Truus Kortenhorst. Ze was een aanwezige oma: toen haar dochter met haar gezin voor werk naar Mexico verhuisde, ging de gepensioneerde Van den Brink mee. Net als haar kinderen moedigde ze haar kleinkinderen vol overgave aan – een appje aan hen sloot ze steevast af met „je grootste fan, oma M.” Kortenhorst heeft haar vriendin nooit horen zeggen dat ze trots was op wat ze in haar werk gepresteerd had. „Dat was voor haar heel gewoon.”