Dat nieuwe leven? Dat kreeg de kroongetuige niet

Criminaliteit Dankzij de getuigenissen van een drugsrunner werden grote criminelen veroordeeld. Van zijn beloofde bescherming kwam niets terecht, blijkt uit onderzoek van NRC. „Ik ben mijn leven niet zeker.”

Illustratie XF&M

Op de veerboot van Zweden naar Finland zit in de vroege ochtend van 22 februari 2016 een Nederlandse man. Hij is groot, breed en kaal. Onder de achterbank van zijn auto heeft hij bijna twintig kilo hasj verstopt, die hij moet afleveren in een plaatsje ten noorden van Helsinki. Een paar dagen daarvoor heeft hij die auto voor een Amsterdamse Febo neergezet, sleutels nog in het contact. Iemand haalde de auto op, en bracht hem terug met de hasj en andere drugs erin.

De lading moet hij naar verschillende landen brengen: Duitsland, Denemarken, Zweden en Finland. Dit soort ritjes maakt de man al sinds 2012. Hij rijdt vanuit Nederland met tientallen kilo’s hasj, amfetamine, heroïne en cocaïne, verstopt onder de achterbank of gewoon in de kofferbak. Finland is deze keer zijn laatste halte. Hij wordt in dit stuk ‘de drugsrunner’ genoemd, omdat publicatie van zijn echte naam hem in gevaar kan brengen.

De drugsrunner rijdt de boot af. Na tweeënhalf uur komt hij aan bij het treinstation van Mäntsälä, 60 kilometer ten noorden van Helsinki. Hij ziet een rode auto staan, een Toyota. Die moet hij hebben, weet hij: er staan rode Coca-Cola-blikjes op het dashboard. Drie op een rij, precies volgens afspraak. Zonder een woord te wisselen legt hij achttien pakketten hasj in de Toyota.

Daarna rijdt de drugsrunner terug in de richting van Helsinki, opnieuw naar een treinstation. Daar staan als het goed is twee mannen met rode petjes te wachten met het geld voor de hasj. Onderweg stopt de drugsrunner bij een IKEA om naar de wc te gaan. Zo kan hij ook controleren of hij wordt gevolgd. Maar als de drugsrunner weg wil wegrijden, wordt hij door de Finse politie aangehouden. In de auto vindt de Finse politie nog bijna een kilo hasj. Even later arresteren ze ook de eigenaar van de rode Toyota, met de rest van de drugs.

De drugsrunner wil al langer uit het criminele milieu stappen en speelt met de gedachte om kroongetuige te worden. Praten met de politie is de eerste stap naar een nieuw leven, hoopt hij, ver weg van de georganiseerde criminaliteit. Daarom loopt hij tegen de Finse politie helemaal leeg. Hij vertelt hoe hij vanuit Nederland dik 11.000 kilo hasj over Europese grenzen heeft gesmokkeld, en bijna 600 kilo cocaïne, 150 kilo wiet, 40 kilo heroïne en 60 kilo speed. De drugs zijn naar ten minste tien landen in Europa gegaan, van Zweden tot Spanje.

Hij vertelt de namen van zijn opdrachtgevers in Nederland en van drugscriminelen in België, Finland en Duitsland. En hij geeft de politie de locaties van de loodsen en woningen waar hij is geweest.

Wat de drugsrunner doet, gebeurt niet zo vaak: iemand uit het zeer gesloten internationale drugscircuit die uit de school klapt. Vanuit heel Europa hebben opsporingsdiensten dan ook belangstelling voor zijn verhaal. Agenten uit verschillende landen komen hem opzoeken. De drugsrunner werkt mee.

In ruil voor zijn verklaringen zegt de Finse politie toe dat hij in een getuigenbeschermingsprogramma terecht zal komen en hij na zijn straf met zijn geliefden een nieuw leven kan beginnen, ver weg van Nederland. Aan die hoop houdt hij zich vast in zijn Finse cel.

Ondergedoken

Ruim zes jaar later, ergens in Europa. De drugsrunner heeft NRC uitgenodigd op de plek waar hij zo nu en dan ondergedoken zit. Hij is net vrij, na het uitzitten van zijn straf voor grootschalige drugshandel. Hij is voorzichtig: we spreken een paar dorpjes verderop af, daarna moet zijn bezoek hem door het donker naar de eindbestemming volgen. Op zijn onderduikadres serveert hij rode wijn, het huis ruikt naar kip.

De verklaringen van de drugsrunner zijn gebruikt om leiders van grote drugsorganisaties te veroordelen. Maar van de beloofde bescherming is niets terechtgekomen: hij zat zijn straf uit, maar kreeg geen hulp om in een ver land opnieuw te beginnen. Er moet iets veranderen, vindt hij, en daarom vertelt hij zijn verhaal, anoniem. Elke referentie naar zijn identiteit wordt in dit stuk vermeden, uit veiligheidsoverwegingen.

Volgens advocaat Richard Korver, die de man jarenlang bijstond, neemt de Nederlandse overheid de veiligheid van de drugsrunner nog altijd niet serieus. „Daardoor komt hij in grote problemen. Hij regelt noodgedwongen zijn eigen veiligheid, zonder hulp van de overheid.”

Wat is er gebeurd nadat de drugsrunner zijn verhaal vertelde in Finland? En hoe kan het dat hij na zijn straf zonder bescherming moet leven? „Als ik in Nederland rondloop, is de kans groot dat ze me herkennen”, zegt hij. „Ik ben mijn leven niet meer zeker.”

Narcostaat Nederland

De drugsrunner is een van de velen die vielen voor de verleiding van narcostaat Nederland – wietschuur van de Lage Landen, pillenfabriek van de wereld en Europese draaischrijf voor cocaïne. De opmars van de georganiseerde misdaad is sterker dan het antwoord van politie en justitie. De gevolgen zijn bekend: in 2016 wordt een afgehakt hoofd gevonden voor een shisha-lounge; in 2018 is de broer van kroongetuige Nabil B. vermoord en in 2019 zijn advocaat Derk Wiersum, in 2020 wordt een martelcontainer gevonden, compleet met snijset en tandartsstoel, en in 2021 is misdaadverslaggever Peter R. de Vries doodgeschoten. Het is geweld dat niet los kan worden gezien van de groeiende drugseconomie die de rechtsstaat onder druk zet.

Precieze cijfers ontbreken, maar het overgrote deel van de naar Nederland gesmokkelde en hier geproduceerde drugs gaat naar het buitenland. Dat gaat, deels via een leger koeriers, naar heel Europa. Hoeveel mensen daarbij betrokken zijn is niet bekend, schrijft de politie in 2018 in een interne rapportage. De doorvoer van drugs wordt in dat rapport ‘groupage’ genoemd, waarbij verschillende soorten drugs door een koerier in auto of vrachtwagen naar afnemers in verschillende landen worden gebracht.

Om de georganiseerde misdaad een halt toe te roepen, heeft de overheid de Nederlandse burger nodig, zo brachten politie en politiek meerdere keren actief naar buiten. Al kwam hij zelf uit het criminele circuit, de drugsrunner deed uiteindelijk precies wat de overheid van burgers vraagt: vertel je verhaal en help de opsporingsinstanties de drugseconomie in te dammen. „Je bent een held als je meldt.”

Maar van een heldenontvangst is zelden sprake. Getuigen beschermen is complex, tijdrovend en duur. Het aanbod van overheidsdiensten is vaak schraal, bovendien wordt er van de beschermde verwacht dat deze nauwgezet opvolgt wat het beschermingsprogramma verlangt. Er worden hoge eisen gesteld aan mensen die in zo’n programma willen worden opgenomen. Mensen die zich normaal gesproken niks aantrokken van de wet en leefden in grote vrijheid, moeten zich voegen naar de regels van het team getuigenbescherming. En dat kan voor mensen met een crimineel verleden heel moeilijk zijn. Bovendien strookt het idee dat een getuige die verklaart over zijn criminele vrienden als held wordt behandeld niet met de praktijk. Eens een crimineel, altijd een crimineel, is eerder een gedachte die leeft binnen de opsporing.

De eerste keer drugs rijden

Het verhaal van de drugsrunner begint met het faillissement van het bedrijf van zijn vader rond 2012. De familie had een kleine ton geleend bij een kennis, een vastgoedhandelaar. Toen ze dat niet konden terugbetalen, is de drugsrunner naar eigen zeggen meerdere keren met de dood bedreigd. Maar de vastgoedhandelaar reikte ook de oplossing aan, vertelt hij: „Ze zeiden dat als ik drugs zou gaan rijden, ik het zo kon terugbetalen.”

Zijn schuldeisers brengen hem in contact met een man in Landsmeer, een dorp net boven Amsterdam. Die belt hem in 2012 op, voor een afspraak. Een soort test, denkt hij achteraf. Samen rijden ze naar een autoverhuurbedrijf, net over de Duitse grens, bij Venlo. Ze huren een snelle auto voor zijn nieuwe contact, een onopvallende stationwagen voor de drugsrunner.

De eerste keer zijn er nog geen drugs, maar verder gaat het precies zoals de keren daarna. Ze rijden met de gehuurde auto’s naar een loods in Landsmeer. De volgende dag haalt de drugsrunner zijn wagen op, met een volle kofferbak. Gesealde pakken wiet, gewoon onder de hoedenplank. Meestal een kilo of honderd. Met die auto rijdt hij naar een Shell-station ergens in Brabant. Daar staat zijn contact die ochtend te wachten met de route.

Tientallen keren gaat het zo, zegt de drugsrunner. De rolverdeling is duidelijk. Zijn kompaan vervoert geen drugs, de drugsrunner wel. Vooraf geven ze alle afritten van de route een letter en een cijfer: B1, C3, E7. Zijn kompaan rijdt altijd voorop. Als hij ergens een controle of politie ziet, dan stuurt hij een kort sms’je: C6. Dan weet de drugsrunner: ik moet er voor die tijd af. „Ik ging dan wachten bij een tankstation op instructies”, vertelt hij met een lachje. „Soms een halfuur, maar ook weleens een halve dag. Geduld is niet onbelangrijk.”

Hij is er ook goed in, vindt de drugsrunner zelf. Hij is altijd op tijd, maakt geen fouten, rijdt goed. Hij is groot en sterk en heeft een twinkeling in zijn ogen. Een „gouden” combinatie in de criminele wereld, zegt hij.

Hij krijgt 5.000 euro per rit. Hij betaalt er langzaam de schuld mee af, maar het werk is ook verslavend. Hij is een adrenalinezoeker, altijd geweest. De spanning dat de sirenes van een politieauto elk moment het einde kunnen betekenen. De briefjes cash geld die na elke klus in zijn handen worden gedrukt. Maar de drugsrunner merkt ook dat hij in die jaren verandert. Hij blaft zijn vriendin af, gaat vreemd. „Ik ging steeds meer op mijn criminele omgeving lijken”, zegt hij. „Vooral in de laatste jaren walgde ik van mezelf. Maar soms was het ook echt lekker.”

Illustratie XF&M

Rond 2013, na ruim een jaar en tientallen ritjes, komt de drugsrunner in contact met een andere groep Nederlandse drugscriminelen. Het zijn Amsterdammers, ze opereren vanuit stadsdeel Noord. De groep exporteert drugs door heel Europa, waaronder Italië, Spanje, Engeland en Scandinavië. Het gaat niet alleen om wiet; ook hasj, amfetamine en cocaïne gaan per auto de landsgrenzen over. „Het was een handelshuis”, zegt de drugsrunner.

Zijn werk verandert. Hij vervoert de drugs niet langer zelf, maar schakelt een vriend van hem in: ene Rob B. De drugsrunner schuift zelf door naar de minder riskante positie als vooroprijdende chauffeur, die waarschuwt bij onraad. Ze halen de drugs op in loodsen in Nederland en België. Zijn verdiensten blijven hetzelfde: 5.000 euro per ritje. Door de ritjes krijgt de drugsrunner goede contacten met criminelen in België en Duitsland; ze schakelen hem soms in voor een buitenlandse klus. In totaal, zo blijkt uit berekeningen die de drugsrunner later samen met de politie maakt, heeft hij alleen al in het jaar voor zijn arrestatie meer dan 12.000 kilo drugs gemokkeld.

Op 12 januari 2016 rijdt hij samen met zijn kompaan Rob de Duits-Nederlandse grens over, bij Enschede. Rob heeft de drugs bij zich, in een Skoda. De drugsrunner wacht bij het eerste tankstation over de grens, verklaart Rob later aan agenten. De kust is veilig om door te rijden, laat de drugsrunner hem weten.

Toch wordt Rob gearresteerd aan de grens. Uit het vonnis blijkt dat de politie in de auto zestig kilo hasj vindt, in dertig zwarte zakken, en elf kilo cocaïne, in dozen en gewikkeld in bruin verpakkingstape. Rob verklaart dat hij de drugs moet overgeven aan een onbekend persoon in een hotel in Münster. Hij gaat na zijn arrestatie alsnog naar het hotel, zodat de politie de kopers van de drugs kan arresteren, maar daar komt niemand opdagen.

Rob B., die inmiddels is overleden, wordt door de Duitse rechter veroordeeld tot vijf jaar cel. De drugsrunner komt door de arrestatie van zijn partner in de problemen. Zijn opdrachtgevers stellen hem aansprakelijk voor de verloren drugs. De enige manier om die terug te betalen is nog meer gaan rijden, vertelt de drugsrunner. „Ze kwamen ook met wapentransporten die ik zou moeten gaan rijden. Toen wist ik: ik kom nooit meer uit deze wereld.”

De drugsrunner gaat praten

Op 22 februari 2016 is het voorbij voor de drugsrunner. Zelf denkt hij dat de Finse justitie hem al langer op het spoor was. Dossiers en juridische documenten die NRC inzag, bevestigen dat beeld. Zo heeft Rob B. over de drugsrunner verklaard na zijn arrestatie in Duitsland. De drugsrunner wordt naar het politiebureau in Vantaa gebracht, net boven Helsinki. „Daar vroeg ik eigenlijk meteen aan die agenten: wat kunnen jullie voor me betekenen? Ik wilde het wereldje uit, kroongetuige worden.”

De drugsrunner geeft de Finse politie vanaf mei namen en adressen en wijst op foto’s mensen aan. Bijvoorbeeld de man die de drugs ophaalde op de dag dat hij werd opgepakt. Volgens de drugsrunner gaat dat om de Fin Petri A., die later wordt veroordeeld tot drie jaar cel.

Veel van de mensen met wie de drugsrunner samenwerkte, komen niet uit Finland. Daarom willen opsporingsambtenaren uit andere landen ook graag met hem praten, zo blijkt uit notities in zijn agenda. Het is een van de weinige bezittingen die de drugsrunner bij zich mag houden in zijn cel en het is nog altijd in zijn bezit. Het boekje met zwartleren kaft is volgeschreven met kleine, nette blokletters.

Ik wilde het wereldje uit

De aantekeningen geven een beeld van een man achter de Finse tralies die geregeld bezoek krijgt van vertegenwoordigers van politie en justitie uit heel Europa. ‘Germany’, schrijft hij op 12 juli 2016. ‘09.30-13.00’. Het frustreert hem dat hij tegen iedereen hetzelfde moet vertellen, blijkt uit een latere notitie. ‘1 Europe? Bullshit’. Op 6 september 2016 spreekt hij met ‘Danish guys’.

De organisatie waarvoor de drugsrunner werkte, opereert internationaal en wordt geleid door twee Duitsers: Danny D. en Tim N. Zij werken weer nauw samen met twee Nederlandse drugscriminelen uit Amsterdam. Volgens de drugsrunner gaven de Duitsers opdrachten aan de Nederlanders: welke drugs er vervoerd moesten worden, waarheen en hoeveel. De Nederlanders regelden het vervoer.

De Finse politie controleert het verhaal, en vindt ondersteunend bewijs. In juli 2016 komen zowel de Belgen als de Duitsers met de drugsrunner praten, zo legt de Finse politie vast in een verslag. De verklaringen van de drugsrunner blijken perfect te passen in een Belgisch politieonderzoek, naar de invoer van honderden kilo’s cocaïne.

Mede op basis van de verklaringen van de drugsrunner worden meerdere leden van het smokkelnetwerk veroordeeld tot lange gevangenisstraffen. Danny D. krijgt tien jaar cel, Tim N. wordt tot negen jaar veroordeeld. Ze worden door het Belgische Hof ook gezien als lid van een Duitse criminele organisatie. Een andere drugscrimineel die de drugsrunner noemt, de Belg Carlos C., krijgt negen jaar cel opgelegd. Tijdens de rechtsgang wordt er rijkelijk geciteerd uit de verklaringen van de drugsrunner, die door het Belgische Hof als „duidelijk en genuanceerd” worden beoordeeld. De leider van het Finse drugskartel waarover de drugsrunner verklaarde, wordt in een andere, Finse zaak veroordeeld tot 6,5 jaar cel. De Nederlandse kopstukken worden niet vervolgd.

Illustratie XF&M

De Finse deal

Dat er met de drugsrunner een afspraak is gemaakt, wordt ondersteund door Finse juridische stukken die NRC heeft ingezien. Daaruit blijkt ook dat de Finse Nationale Opsporingsdienst hem op 15 augustus 2016 heeft opgenomen in een getuigenbeschermingsprogramma. Twee maanden later zet hij zijn handtekening onder die afspraak. Stukken ingezien door NRC bevestigen dat.

Ook gesprekken tussen de toenmalige vriendin van de drugsrunner en Finse agenten ondersteunen zijn claim over getuigenbescherming. Het gaat om opgenomen Skype-gesprekken die NRC heeft beluisterd. Nadat de drugsrunner akkoord is gegaan met de voorwaarden van de Finnen, willen ze ook zijn vriendin overhalen om in het programma te stappen. De politieman zegt in het gesprek dat het gaat om een „geheim, internationaal” getuigenbeschermingsprogramma. Ze mag er met niemand over praten, ook niet met een advocaat. De agenten zetten haar onder druk: ze zeggen dat de drugsrunner en zijn vriendin te maken krijgen met gevaarlijke criminelen als ze niet in het programma stappen.

Dat de drugsrunner bescherming wordt toegezegd, blijkt ook uit een mail die een Finse douane-inspecteur aan de vriendin van de drugsrunner stuurt. Daarin wordt gesproken over afspraken die ze met haar willen maken in het kader van het getuigenbeschermingsprogramma. Ook de Nederlandse autoriteiten zijn op de hoogte van de afspraken, blijkt uit mailverkeer: er vindt in Nederland een gesprek plaats tussen een vertegenwoordiger van de Nederlandse Nationale Politie en twee agenten uit Finland, waarin het Finse programma wordt toegelicht.

De drugsrunner zegt dat hij er altijd blind van uit is gegaan dat de belofte van een leven buiten Nederland als onderdeel van het getuigenbeschermingsprogramma door zou gaan. Hij vertelt: „Ze zeiden letterlijk: ‘Je gaat lekker ver weg.’ Meerdere keren. Dat geloof je dan.”

Finnen trekken de stekker eruit

De drugsrunner wordt op 7 september 2016 door de Finse rechter veroordeeld, voor de smokkel van duizenden kilo’s drugs naar negen landen. Hij krijgt dertien jaar cel, waarvan hij als first offender de helft moet uitzitten. In het vonnis wordt niet gesproken over nog meer strafkorting. Maar de drugsrunner is ervan overtuigd dat hij volgens afspraak maar een jaar hoeft te zitten. Door zijn verklaringen zijn immers meerdere criminele kopstukken veroordeeld. Daarom gaat hij niet in hoger beroep. Alles wijst er dan nog op dat de afspraken om hem te beschermen worden nagekomen, vertelt de drugsrunner. Zo stelt de Finse officier van justitie voor om delen van het proces achter gesloten deuren te houden, als de drugsrunner moet getuigen in een strafzaak. De drugsrunner heeft verklaard over een „internationale drugsorganisatie” die bewezen heeft gewelddadig te zijn, aldus de officier tegen de rechtbank.

Ruim een maand na zijn veroordeling, op 17 oktober 2016, ondertekent de drugsrunner een in het Engels opgesteld stuk waarin zijn veiligheid is geregeld. Hij verwacht dan nog steeds dat hij na een jaar weg kan uit Finland als onderdeel van zijn getuigenbeschermingsprogramma. In afwachting van concrete plannen voor de invulling van dat programma, vraagt de drugsrunner eind oktober 2016 of hij kan worden overgeplaatst naar Nederland. „Ik dacht: in Nederland zit ik beter. En dan ga ik vanuit daar naar het buitenland. Niemand heeft toen gezegd dat een overplaatsing tot problemen zou leiden.”

Maar dat blijkt een misvatting te zijn.

Twee Finse agenten brengen de drugsrunner op 2 mei 2017 vanuit zijn cel naar een luxe-appartement met uitzicht over de haven van Helsinki. Binnen herkent hij nog drie andere Finse functionarissen met wie hij de afgelopen maanden veel heeft gesproken. Ook zijn er drie Nederlanders aanwezig, een psycholoog en twee rechercheurs. De Nederlandse advocaat die hem bijstond, heeft hem telefonisch uitgelegd dat zij werken voor het Nederlandse Team Getuigenbescherming.

Tot zijn verrassing is die advocaat, Richard Korver, niet aanwezig, maar daar zoekt de drugsrunner op dat moment nog niks achter. Hij zit inmiddels al ruim een jaar vast en is vooral bezig met dromen over een nieuw leven met zijn gezin, ver weg van de drugscriminelen over wie hij heeft verklaard. Het gesprek met Team Getuigenbescherming is daarvoor de eerste stap. „Het was een groot appartement, dat uitkeek over de haven. We hebben eerst rustig over koetjes en kalfjes gepraat. Daarna ben ik met de Nederlanders naar een apart kamertje gegaan”, herinnert de drugsrunner zich.

Maar zodra de deur dichtgaat, krijgt hij te horen dat strafkorting niet aan de orde is. Hij kan naar Nederland komen, vertellen ze, maar de rest van zijn straf, nog ruim vijf jaar, zal hij volgens Nederlandse standaarden moeten doorbrengen. In de praktijk betekent dat detentie in de Extra Beveiligde Inrichting in Vught, in volledige isolatie.

Dat hij voor zijn veiligheid geen contact mag hebben met gewone gedetineerden kan hij nog begrijpen, maar dat hij al die jaren zijn gezin niet mag zien vindt hij onaanvaardbaar. „Ik heb daar nee op gezegd. Ze hadden me beloofd dat ik maar een jaar hoefde uit te zitten, en nu zou ik dan jaren in afzondering achter de tralies moeten?”

Illustratie XF&M

Nu wreekt zich dat zijn advocaat niet aanwezig is in dat luxe Finse appartement. Later krijgt hij van Korver te horen dat ze „voor de gek zijn gehouden”. De advocaat heeft met een Nederlandse officier van justitie afgesproken dat ze elkaar op 4 mei 2017 zouden treffen in Finland voor het gesprek met de drugsrunner. Maar vervolgens zijn de Nederlandse opsporingsambtenaren volgens Korver twee dagen eerder afgereisd, en vindt het gesprek met de drugsrunner plaats zonder juridische bijstand.

De drugsrunner en zijn advocaat zijn nog altijd woedend over deze misleiding. „Ze hebben mijn cliënt tegen de afspraken in bezocht en dat heeft grote gevolgen gehad”, zegt Korver.

Op 26 juni 2017 besluit de Finse Nationale Opsporingsdienst het getuigenbeschermingsprogramma te beëindigen. De Finnen hebben geen bevoegdheid in Nederland, en in Nederland is de drugsrunner niet akkoord gegaan met de voorwaarden, zo is de motivatie van dat besluit. Volgens de drugsrunner krijgt hij dat op de dag van zijn overplaatsing te horen, via een briefje in het Fins, een taal die hij niet kan lezen. Hij begrijpt de beslissing niet, en komt er pas in Nederland achter wat de gevolgen zijn.

Richard Korver noemt de gang van zaken „meer dan schandalig”. Volgens de advocaat „kan en mag dit écht niet. Er wordt een vuil spel gespeeld met de veiligheid van deze man door de Nederlandse overheid.”

Met hulp van zijn advocaat stapt de drugsrunner naar de Finse rechter, om af te dwingen dat het beschermingsprogramma toch weer wordt geactiveerd. De hoogste civiele rechter in Finland stelt hem in het gelijk. Volgens de uitspraak van 22 januari 2019 kan uit het programma en het opgestelde beschermingsplan niet worden afgeleid dat het uitzitten van zijn straf buiten Finland „noodzakelijk zou leiden tot beëindiging van het beschermingsprogramma”. Ook is niet vast te stellen of de drugsrunner „eenduidig” is geïnformeerd over de gevolgen van zijn keuzes voor zijn bescherming. Het is volgens de Finse rechter goed mogelijk dat de drugsrunner niet heeft begrepen wat de overplaatsing naar Nederland voor gevolgen zou hebben.

Aan zijn lot overgelaten

Het blijkt een pyrrusoverwinning. De rechter dwingt namelijk niet af dat de bescherming weer wordt geactiveerd. Hij zit zijn straf – de helft van de dertien jaar die de rechter hem oplegde – uiteindelijk uit in een reguliere Nederlandse gevangenis. De drugsrunner krijgt geen bescherming van Nederland, maar tegelijkertijd gebruiken Nederlandse instanties het veiligheidsargument wél om hem bepaalde privileges te ontzeggen.

Zo worden het proefverlof en de voorwaardelijke invrijheidstelling van de drugsrunner ingetrokken, omdat zijn veiligheid in het geding zou zijn. Hij wil zich, als hij voorwaardelijk vrij is, vanwege zijn veiligheid niet inschrijven op een adres. De reclassering adviseert om dan maar een postadres te openen. De directeur van de Arnhemse gevangenis gaat daar niet mee akkoord: hij haalt de drugsrunner terug naar de gevangenis, omdat de risico’s „nader onderzocht” moeten worden.

In mails die NRC inzag, bevestigt het Openbaar Ministerie dat de drugsrunner geen beveiliging krijgt. Advocaat Richard Korver heeft zelfs de minister van Justitie en Veiligheid aangeschreven. „De tegenstrijdigheid in deze zaak is niet te bevatten”, zegt Korver. „Aan de ene kant weigert Nederland mijn cliënt, ondanks de beloftes die hem zijn gedaan, ook maar enige vorm van beveiliging te geven. Maar anderzijds durven overheidsinstanties hem niet eens te ontmoeten omdat ze bang zijn zelf betrokken te raken bij een gewelddadig incident.”

Een Nederlandse politieman die op verzoek van een Finse collega nog eens naar het dossier van de drugsrunner keek, bevestigt dat hij aan zijn lot is overgelaten. In een document schrijft de agent dat collega’s van de Finse en andere buitenlandse politiediensten niet begrijpen waarom de drugsrunner niet is opgenomen in een Nederlands beschermingsprogramma.

Iedereen heeft me laten stikken

De politieman stelt vast dat de drugsrunner „onbeschermd” in de Nederlandse gevangenis heeft gezeten en dat politie en justitie in Finland en Nederland „geen recht hebben gedaan” aan de man. Nederland zou zich niet verantwoordelijk voelen voor afspraken die een veroordeelde crimineel in het buitenland heeft gemaakt. Drugssmokkel mag dan per definitie internationale criminaliteit zijn, de opsporing en vervolging ervan is nationaal. Zo loopt de drugsrunner in het juridische niemandsland tussen Finse én Nederlandse regels en uitvoeringspraktijk.

De drugsrunner zelf begrijpt tot op de dag van vandaag niet waarom de beloftes aan hem werden gebroken. Op zijn verblijfadres benadrukt hij meerdere keren precies datgene te hebben gedaan wat de overheid vraagt van mensen die betrokken raken bij drugshandel. „Maar iedereen heeft me laten stikken.”

Soms is de drugsrunner weer eventjes in Nederland. Liever niet, want hij is bang. Maar soms moet het, om zaken te regelen, of cruciale bezoekjes af te leggen. Hij zegt niet te veel te willen nadenken over wat er de afgelopen jaren is gebeurd. Als hij dat wel doet, dan wordt hij te boos. Dan denkt-ie aan al die dingen die hij heeft gemist tijdens die jaren in de cel. De man van zijn zus heeft hij niet begraven zien worden. Het contact met een deel van zijn familie is verloren, omdat zij bang zijn zich met hem in het openbaar te vertonen.

Hij hoeft als tv-kijker het woord ‘kroongetuigenregeling’ maar te hóren, en er komt een enorme kwaadheid in hem omhoog. „Dan wil ik de televisie wel door de kamer gooien.”

Een toekomstplan heeft de drugsrunner niet echt. Hij zegt dat hij wil proberen uit de criminaliteit te blijven. En één ding weet hij zeker. „Praten met de politie doe ik nooit meer.”