Opinie | ‘In dit verpleeghuis mag ik niet dood’

Euthanasie Ik heb een prachtig leven gehad, schrijft Diny Kuppens. Maar nu zit ze in een verpleeghuis en krijgt ze geen euthanasie.

Illustratie Indra Bangaru

Misschien ben ik wel dood als dit in de krant komt. Ik ben degene die dit meegemaakt heeft en geloof me, u gaat het ook meemaken. Ik wil dat dit verandert. Ik sta zelf op dit pad, ik zie het en beleef het.

Er wordt voor je besloten dat je niet meer naar huis kunt, maar dat je naar een verpleeghuis moet. Hopelijk is het daar beter dan in het ziekenhuis en misschien willen ze me daar helpen met mijn euthanasiewens.

Ik krijg in elk geval een eigen kamer met privacy. Je wordt met de ambulance gebracht, komt aan in een kale kamer en wordt in je bed gelegd door ambulancebroeders. Iedereen vertrekt en dan lig je daar alleen, te wachten en te wachten… Je hebt niets en je kunt niets. Eindelijk komt er iemand. Het is een arts van het huis. „Ik kom kennis maken met u.” Twee verpleegkundigen sluiten aan en ze willen graag dat je vertelt waarom je daar bent. Ik zeg: „Ik wil euthanasie.” „Dat doen wij niet, dan moeten wij u doorverwijzen, maar we hopen dat u het hier naar uw zin krijgt en dat u het prettig heeft hier. In een rolstoel kunt u nog van alles.”

Er wordt niet naar mij geluisterd. Ik wil niet in een rolstoel. Ik wil niet aan een tafel met papieren placemat zitten tussen oude mensen in rolstoelen. Ik wil hier niet zijn. Je wordt toch in een rolstoel gezet en dan zit je opeens alleen in je kamer zonder dat er iemand bij je langs komt. Je kunt je rolstoel nog geen centimeter bewegen. Als er na vier uur eindelijk iemand komt en je zegt er wat van dan is het antwoord: „Dat komt hier niet voor.”

Ik ben geen ding in een bed, ik ben een mens. Wanneer ben je nog mens in een verpleeghuis?

Toen ik nog thuis was, wilde ik ook niet meer leven. Parkinson heeft mij invalide gemaakt. Vroeger ging ik naar het ballet, het theater, musea. Ik las boeken. Nu kan ik niets. Ik stopte met eten thuis en kreeg al snel een infectie. Toen ik de deur niet opendeed, sloeg de buurvrouw alarm. En ik werd opgehaald, met de beste bedoelingen gered. Hadden ze me maar laten liggen, dan had ik nu niet meer geleefd.

De man die met een appel op zijn fiets naar zijn werk gaat in Den Haag heeft geen idee dat er ergens al iemand 24 uur ligt te wachten in een vieze luier, met een zeer stuitje, totdat zij verschoond wordt. Anderen maken uit wat goed voor haar is. Ik wil mijn eigen keuzes maken. Ik ben wie ik ben en ik wil niet meer leven.

Mijn ziekte is progressief en de omgeving waar ik ben is niet mijn omgeving. Ik wil hier niet zijn. Ik heb een prachtig leven gehad, mijn leven is voltooid en ik verheug me op mijn dood. Ik denk dat de volgende generatie ook zelf wil bepalen wat ze met hun leven wil doen als ze in een soortgelijke situatie zit.

Het is al zo vaak gezegd, maar ik ervaar het nu. Geef verpleeghuizen meer personeel en betere zorg voor de bewoners. Als iemand weloverwogen om euthanasie vraagt, moet er geluisterd worden. De artsen die het mogelijk maken, moeten beter beschermd worden. Stop degenen die deze artsen hiervoor aanklagen achter de tralies.

Maak euthanasie mogelijk voor iedereen. Ik denk dat de volgende generatie dit wil. Mensen die dit moord vinden, vertel mij: wat is moord?

Diny Kuppens (81) heeft gewerkt als ouderenverzorgster. Zij lijdt aan parkinson.


Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!

Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.

Als uw brief gepubliceerd wordt, dan nemen we per e-mail contact met u op. Anonieme brieven en brieven die aan verschillende media zijn gestuurd, plaatsen wij niet. De opinieredactie kan uit uw brief citeren in de zaterdagrubriek ‘Inbox van de redactie’.