Kabinet ontzenuwt voorstellen Tweede Kamer om begroting aan te passen

Kamerbrief De Kamer wil 4 miljard euro aan extra koopkrachtplannen. Maar of het minimumloon echt omhoog gaat en de brandstofaccijnzen laag blijven, is nog maar de vraag. Het kabinet bekritiseert de financiële onderbouwing van de plannen.
De Kamer debatteerde eerder deze maand met het kabinet over de rijksbegroting.
De Kamer debatteerde eerder deze maand met het kabinet over de rijksbegroting. Foto Bart Maat

Met verschillende voorstellen om de koopkracht van burgers te verbeteren, wilde de Tweede Kamer de rijksbegroting met ruim 4 miljard euro omploegen. Plannen als het verhogen van het minimumloon, het verlengen van de lage brandstofaccijnzen en het invoeren van vliegbelasting voor privévliegtuigen konden rekenen op een parlementaire meerderheid, maar het demissionaire kabinet heeft sterke twijfels over de financiële uitvoerbaarheid ervan.

In vrijdag gepubliceerde 26 pagina’s tellende brief inventariseert demissionair minister Sigrid Kaag (Financiën, D66) per motie de financiële onderbouwing van de voorstellen. In veel gevallen schiet die tekort, of zijn de koopkrachtgevolgen onvoldoende gegarandeerd. Het is daarom nog maar sterk de vraag of de coalitie de moties zal uitvoeren. Eens te meer omdat het begrotingstekort bij realisatie van de plannen zou stijgen tot boven de Europese begrotingslimiet.

Lees ook Minimumloon omhoog, benzineprijzen omlaag: Tweede Kamer drukt voor 4 miljard stempel op begroting

Een van de voorstellen is het verhogen van het minimumloon met 1,7 procent vanaf volgend jaar. Volgens de motie van GroenLinks-leider Jesse Klaver betaalt het kabinet de vereiste 1,2 miljard onder meer door de inkoop van eigen aandelen gelijk te belasten aan het uitkeren van het dividend. Kaag heeft praktische en financiële bezwaren: het is volgens haar ambtenaren op korte termijn niet mogelijk omdat de financiële dekking „niet conform de begrotingsregels” is en voor een eventuele verhoging een wetswijziging nodig is.

Benzineprijzen

Een VVD-plan om de accijnzen voor benzine- en dieselauto’s niet te verhogen en de energiebelasting terug te schroeven per 2024 heeft volgens het kabinet voordelen voor „alle Nederlanders”, terwijl de coalitie de koopkracht specifiek wil verbeteren van „kwetsbare huishoudens”.

Het dekken van de kosten – 699 miljoen euro voor benzine en 545 miljoen voor diesel – is in ogen van het kabinet onvoldoende concreet uitgewerkt. Ander punt van kritiek is dat huishoudens zonder auto of met elektrische variant „geen profijt” hebben, dat geldt juist wel voor automobilisten met een verbrandingsmotor „voornamelijk als ze veel kilometers in een minder zuinige auto rijden”.

Het is nu aan de Tweede Kamer om de financiële dekking bij te schaven op basis van de kabinetskritiek. Kamerleden kunnen hun verbeterde voorstellen vervolgens indienen tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen volgende week. Dan debatteert het parlement met minister Kaag. Het kabinet zelf presenteerde eerder een koopkrachtsteunpakket van 2 miljard euro.