Opinie | Laat de verkiezingen een moment van hoop zijn

Politiek Kamerleden haken gedesillusioneerd af. Nieuwe parlementariërs zullen meer samen moeten leren opereren, meent .
Foto Ramon van Flymen

De leegloop van de Tweede Kamer is opmerkelijk. Veel zittende leden stellen zich niet meer verkiesbaar. Opmerkelijk zijn ook de redenen die zij voor hun vertrek geven: zij hebben genoeg van de bedreigingen en van het gekissebis. Zij tonen zich niet trots, voldaan en dankbaar dat zij dit ambt hebben mogen uitoefenen. Kennelijk is hun werk niet voedend geweest, het heeft ze veeleer leeggezogen. Zelfs Renske Leijten (SP), die het Kamerlidmaatschap met verve, vasthoudendheid en oog voor onrecht heeft uitgeoefend, was bij haar afscheid somber over het leven in het parlement. Van binnenuit wordt de Tweede Kamer door tal van vertrekkende leden heftig bekritiseerd.

De kritiek van buiten is ook niet mals. Er zijn grove versies: zakkenvullers, bedriegers. Maar ook de nettere kritiek liegt er niet om.

Bij parlementaire enquêtes blijft al te vaak de eigen bijdrage van de Tweede Kamer aan het ontstaan en voortduren van de bestudeerde narigheden buiten schot, zo constateren telkens de commentatoren. En de belangrijkste, Herman Tjeenk Willink, is beleefd maar ook vernietigend in zijn oordeel. Wie zijn boek Kan de overheid crises aan? leest, moet wel concluderen dat de auteur van de politiek geen zelfcorrectie meer verwacht. De redding moet volgens hem van buiten komen, van uitvoerders en juristen.

Alom kritiek

De overheid zelf acht hij een gevaar voor de democratische rechtsorde. De politieke functie is verwaarloosd. Er heerst, ook in het parlement, een gedepolitiseerde bestuurlijke cultuur. „Het grootste obstakel voor het verleggen van de marsroute is de Haagse politiek zelf,” schrijft hij. Alom kritiek op het functioneren van de Tweede Kamer. Het vertrouwen in democratie als zelforganisatie – op grond van kritiek bijsturen – is afgekalfd.

Lees ook:Tweede Kamer wil steeds meeregeren in plaats van controleren

Als de leegloop van de Tweede Kamer zo snel als dit jaar blijft toenemen dan zal er straks niemand meer zijn die het ambt van volksvertegenwoordiger wil uitoefenen.

Zover is het nog niet. Tal van nieuwe aspirant-Kamerleden melden zich. Vervanging van zittende machthebbers is nodig. Elites moeten ververst worden. De vraag is wel of de vervanging niet te snel gaat. Aspirant leden, vooral die bij nieuwe partijen, moeten gekeurd worden. Gebeurt dit niet of te oppervlakkig en snel, dan is het risico van ruzies en afsplitsingen groot. En eenmaal verkozen duurt het doorgaans één tot twee jaar voordat een nieuwkomer begrijpt hoe het in de Tweede Kamer werkt en hij effectief kan gaan optreden.

Kamerleden moeten leren eer en trots te vinden in hun werk, en erdoor gevoed en gesterkt te worden

Nu zou men kunnen zeggen dat met het verdwijnen van zoveel ervaren Kamerleden ook de oude geschreven en ongeschreven regels er niet meer toe doen. Maar om vreedzaam met elkaar om te gaan en om te bepalen wat als bindend besluit geldt, hebben ook de nieuwe Kamerleden regels nodig. Die maak je niet zomaar. Vanzelfsprekendheden in de omgang met elkaar moeten door gewoonte mettertijd groeien. En zelf nieuwe regels maken veronderstelt voorafgaande regels die bepalen wat als bindend besluit zal gelden.

Tal van remedies voor het beweerde falen van de Tweede Kamer zijn voorgesteld: een hogere kiesdrempel en een andere organisatie van de werkzaamheden. Ik denk dat de crux daar niet ligt.

Geen toverformule

Het belangrijkste lijkt mij dat de nieuwe Kamerleden eer en trots in hun werk weten te vinden, dat zij erdoor gevoed en gesterkt worden. Daar is geen toverformule voor. Het succes van hun inspanningen hangt af van de bereidheid om initiatieven te nemen en die samen met andersdenkenden te realiseren.

De belofte van democratische politiek is dat samen handelen met andersdenkenden macht en ‘public happiness’ (Hannah Arendt) schept. De komende verkiezingen kunnen een moment van vernieuwing en hoop worden. Pieter Omtzigt (NSC) en Caroline van der Plas (BBB), de aanvoerders van nieuwe partijen die groot zijn volgens de peilingen, hebben aangegeven zelf in de Kamer te willen blijven en geen bestuurlijke functie te ambiëren. Zelfs niet als hun partij de grootste zou worden. Zij houden de politieke functie van het parlement in ere. Mogen anderen hen volgen.

Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!

Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.

Als uw brief gepubliceerd wordt, dan nemen we per e-mail contact met u op. Anonieme brieven en brieven die aan verschillende media zijn gestuurd, plaatsen wij niet. De opinieredactie kan uit uw brief citeren in de zaterdagrubriek ‘Inbox van de redactie’.