De helft van de Nederlanders krijgt ergens in zijn leven de diagnose kanker

Borstkankerpatiënt tijdens een MRI-onderzoek in het OLVG in Amsterdam. Foto Ton Toemen/HH

Borstkankerpatiënt tijdens een MRI-onderzoek in het OLVG in Amsterdam. Foto Ton Toemen/HH

Interview

Epidemiologie Nederlanders krijgen veel vaker kanker dan voorheen, voornamelijk omdat mensen langer leven. De sterfte aan kanker is niet toegenomen.

De kans om kanker te krijgen is de afgelopen dertig jaar fors toegenomen, voor alle leeftijdsgroepen. Voor mannen is die kans nu 54 procent, voor vrouwen 47 procent. In 1990 was dat nog respectievelijk 40 procent en 33 procent. De kans op prostaatkanker is voor mannen het grootst, 1 op de 8 mannen krijgt dat. Vrouwen lopen de meeste kans op borstkanker, dat treft 1 op de 7 vrouwen. Dit blijkt uit onderzoek van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) dat donderdag in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde verscheen.

Een lichtpuntje is dat de kans om te overlijden aan kanker niet is toegenomen. Die daalde zelfs voor mannen jonger dan 75 jaar, en voor vrouwen jonger dan 65 jaar – maar boven die leeftijden steeg de kans op overlijden aan kanker wel, zegt studieleider Otto Visser, hoofd kankerregistratie bij het IKNL.

Otto Visser, hoofd van de Nederlandse kankerregistratie.
Foto IKNL

Hoe komt het dat de kans op kanker in Nederland zo is gestegen?

Visser: „De stijging van het aantal mensen dat kanker krijgt is voor een groot deel te wijten aan de groeiende bevolking en aan de vergrijzing. Nederlandse mannen leven nu gemiddeld zeven jaar langer dan dertig jaar geleden, vrouwen 3,5 jaar langer. Daarmee stijgt de kans dat in de loop van het leven kanker wordt vastgesteld, zeker omdat kanker vaker voorkomt op oudere leeftijd. Maar los daarvan zie je dat over de hele linie kanker steeds vaker voorkomt.

„Een deel is ook te verklaren door de verbeterde opsporing van kanker in de afgelopen decennia, zoals van borst-, darm- en huidkanker. Maar de toename in het aantal kankerdiagnoses wordt voor een aanzienlijk deel veroorzaakt door veranderingen in leefgewoonten. Het aantal mensen met overgewicht is sinds 1990 toegenomen door een veranderd beweeg- en voedselpatroon. De helft van de Nederlanders kampt nu met overgewicht. Ook roken, alcohol drinken en overmatige blootstelling aan uv-straling spelen mee. De luchtkwaliteit lijkt geen grote rol te spelen, die is gemiddeld genomen juist verbeterd in deze periode.”

Leven we niet steeds gezonder? De levensverwachting is toch juist toegenomen?

„Die toegenomen levensverwachting komt met name doordat hart- en vaatziekten minder voorkomen en de behandeling ervan sterk is verbeterd de laatste decennia. Er zijn veel meer medicijnen en ingrepen beschikbaar. Vroeger stierf iemand met een vernauwde kransslagader, nu wordt diegene gedotterd. Daarnaast daalt het aantal mannen dat rookt vanaf 1970 gestaag, waardoor zij minder hart- en vaatziekten krijgen. We leven dus wel langer, maar we krijgen daardoor wel vaker kanker.”

Is de stijging van de kans op kanker groter onder mensen jonger dan 50 jaar?

„Nee, de kans op kanker is het sterkst toegenomen bij ouderen. Maar er is óók een stijging bij die jongere groep, bijvoorbeeld van borstkanker, darmkanker en bloedkanker. Die toename kan een voorbode zijn van een trend die we de komende jaren bij ouderen zullen zien. Het is zeer waarschijnlijk dat deze toename onder jongere mensen door veranderde leefstijlpatronen komt, die zie je vaak als eerste bij jongere generaties. Maar in absolute aantallen is het aantal mensen met kanker jonger dan 50 jaar veel lager dan daarboven.”

Lees ook: Wereldwijd sterke toename van kanker bij mensen onder de 50 jaar

De sterfte aan kanker bleef gelijk. Welke kankersoorten zijn nu beter te genezen?

„Over de hele linie neemt de overlevingskans toe, met ongeveer 1 procentpunt per jaar. Onder meer voor borstkanker, prostaatkanker en sommige vormen van bloedkanker zijn de behandelingen en overlevingskansen verbeterd. Longkanker had lang een slechte overleving maar ook daar zie je langzaam verbetering.”

Hoe groot is het aandeel van een slechte leefstijl in het krijgen van kanker?

„Daar zijn moeilijk harde cijfers op te plakken. Het aandeel van leefstijl bij de kans op het krijgen van kanker is op basis van internationale studies aanzienlijk, en zal in Nederland naar schatting 35 tot 40 procent bedragen. De rest is door genen of omgevingsfactoren bepaald, of gewoon door toeval, botte pech.

„De invloed van de luchtkwaliteit en milieuvervuiling is niet groot voor zover we weten. Er zijn zoveel stoffen in het milieu, iedereen wordt aan van alles blootgesteld in de loop van decennia. Of dat is gerelateerd aan kanker is lastig te onderzoeken. De luchtkwaliteit is over het algemeen verbeterd doordat we minder kolen stoken. Aan de andere kant lijkt er wel een relatie tussen longkanker en fijnstof.

„Er is overigens voor veel kankersoorten nog weinig bekend over de oorzaken. Zo weten we nog altijd niet waardoor prostaatkanker ontstaat. Voor borstkanker zijn een paar genetische en hormonale factoren bekend, en daarnaast zijn onder meer overgewicht en alcoholgebruik risicofactoren. Dat zijn dingen waar je soms iets aan kunt doen, maar niet alle gevallen van kanker zijn te voorkomen.

Welke leefstijlaanpassing heeft het meeste effect?

„Onze studie laat zien dat iedereen een hoog risico loopt op het krijgen van kanker. Voor een deel kun je dat niet voorkomen, maar voor een gedeelte kun je dat afweren met gezonde leefgewoonten. Veruit het meeste effect heeft stoppen met roken. Nog 20 procent van de Nederlanders rookt, als die allemaal stoppen heeft dat het allergrootste effect. Op de tweede plaats komt overgewicht terugdringen, schat ik. Als mensen meer bewegen en gezonder eten zal dat ook de kansen verlagen.”

Lees ook: Ontstekingen die door fijnstof ontstaan versnellen de ontwikkeling van longkanker