N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie Beeldende kunst
Beeldende kunst De Jan van Eyck Academie, de post-academische opleiding voor beeldende kunst, bestaat 75 jaar. In de tentoonstelling Communal Enthusiasm wekken 81 werken, documenten en objecten de geschiedenis van de academie tot leven.
Twintig stoelen, vijf asbakken, een crucifix en een ventilator: het zijn slechts enkele voorwerpen uit de inventarislijst in het archief van de Jan van Eyck academie. In eerste instantie lijkt die lijst weinig van doen te hebben met een oude overall uit de jaren negentig of de video’s van Imogen Stidworthy, maar ze delen een plek in het archief van de postdoctorale academie in Maastricht, die dit jaar 75 jaar bestaat. Ter ere van het jubileum dook curator en voormalig resident Pádraic E. Moore de archieven van het instituut in, om de tentoonstelling Communal Enthusiasm samen te stellen.
Toen de Jan van Eyck academie in 1948 werd opgericht dienden de studenten vooral een bijdrage te leveren aan de wederopbouw en decoratie van kerken, die in de Tweede Wereldoorlog waren beschadigd. De vroegste documenten in de tentoonstelling weerspiegelen dan ook de katholieke oorsprong van de academie. Zo is er een foto van een bisschop die de academieruimtes zegent en zijn er verfijnde schetsen te zien van kerkramen, gemaakt door voormalig directeur Albert Troost.
Wanneer eind jaren zestig het katholieke karakter minder wordt, doen verschillende (nieuwe) druktechnieken hun intrede, gevolgd door videokunst bij studenten in de jaren tachtig en negentig.
Communal Enthusiasm biedt geen strikt chronologisch overzicht van de afgelopen decennia. Bekendere namen zoals die van de Brit Ryan Gander (1976), worden afgewisseld met werken van minder bekende kunstenaars, zoals die van de Indonesische kunstenaar Hardi. Zijn zeefdrukken bestaan veelal uit politieke afbeeldingen, die hij langs en over elkaar heen drukte. Het zijn levendige, kleurrijke maar ook beladen prints die direct opvallen tussen de grote selectie drukwerk in het academiecafé.
Biljartballen
Er is veel aandacht voor videowerken, waaronder het fascinerende Intimate (1992) van Imogen Stidworthy. Je ziet hoe een vrouw met haar vingers over haar eigen ooglid aait. Op de achtergrond klinkt muziek, biljartballen ketsen tegen elkaar aan. De vrouw is in een kroeg. Steeds verder zoomt Imogen in op het oog, de hand, die fanatieker wrijft en wrijft terwijl geluiden aanzwellen. De handelingen in de video zijn simpel en toch weet Imogen je blik vast te houden, te vervreemden aan de hand van beweging, geluid en ritme.
Het eveneens sterke werk Flying Time (1982) van Hooykaas en Stansfield nodigt uit tot nadenken over stilstand, door video en foto’s samen te brengen.
Door administratief materiaal, schetsen en overblijfselen van eerdere tentoonstellingen te tonen biedt Communal Enthusiasm een intrigerend tijdsdocument, waarin de verschillende tendensen en aanpakken van het instituut door de jaren heen zichtbaar worden. Ondertussen leidt die veelvoud aan documenten en kunstenaars er ook toe dat de tentoonstelling wat willekeurig aanvoelt. Bij veel van de objecten ontbreekt, los van titel of jaartal, verdere context.
Als bezoeker moet je zelf invullen waarom er bijvoorbeeld een groot bronzen hoofd uit de jaren zestig, gemaakt door Appie Drielsma, naast een metalen filmblik uit de jaren zeventig ligt. Eveneens is het soms gissen naar de betekenis van de titel, die moet verwijzen naar de traditie van samenwerken, die de academie sinds haar oprichting zou kenmerken.
Hoewel er foto’s, posters en publicaties zijn die samenwerking illustreren, blijft de exacte aard van de gemeenschapszin of samenwerkingen vaag. De titel van de expositie lijkt dan ook eerder te slaan op het huidige programma van de academie – waar sinds 2020 de nadruk ligt op het debat en de actie rond klimaatverandering. Communal Enthusiasm slaat minder op het verleden, maar meer op de gemeenschappelijke basis voor de academie, van waaruit verschillende workshops, lezingen en werkplaatsen zoals het ‘Food Lab’ en het ‘Future Material Lab’ ruimte bieden voor onderzoek en samenwerking.