Wat vindt NRC | Een open publiek bestel met strakkere kaders valt te billijken

Publieke omroep

Commentaar

Het doet het brede en gedetailleerde advies over toetreding tot het omroepbestel tekort, maar de kwestie ‘Ongehoord Nederland’ hangt er als donkere wolk boven. Hoe kan worden voorkomen dat er ooit nog eens een journalistiek zó flagrant falend medium toch publiek gefinancierd kan worden – en vervolgens nauwelijks is te corrigeren of verwijderen. De NPO vroeg staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur en Media, D66) afgelopen voorjaar om tegen ON een unieke stap te zetten. Leg een boete van ruim 130.000 op en trek de uitzendrechten in, met als rechtsgrond ‘niet samenwerken’. Maar of Uslu dit inderdaad zal beslissen is een open vraag, gezien haar demissionaire status. Zij aanvaardde de vijftig (!) adviezen van het Adviescollege Publieke Omroep deze week met de mededeling dat ze „ervan baalt” niet te kunnen reageren. Ze is politiek immers uitgespeeld.

Dát er intussen iets aan de publieke omroep moet gebeuren is wel duidelijk, met zes A-omroepen, twee aspirant-omroepen (ON, Zwart) en twee taakomroepen (NOS, NTR). De omroepen zijn deels gestolde en gefuseerde verzuilingsgeschiedenis, deels zijn het handige nieuwe concepten als WNL, MAX en Powned. De omroep is zwaan-kleef-aan, wijd open voor werfacties rond marketingconcepten binnen een verouderde Mediawet. Met een bestuursmodel waarin makers ongelukkig zijn, centrale managers te veel macht hebben en er veel energie aan onderlinge strijd verloren gaat. Een moeilijk bestuurbare hybride, gesloten en centralistisch, is zo ongeveer de consensus.

Dat het adviescollege niet voor een breuk met het verleden kiest is dan teleurstellend. En de stap aandurft naar een eenduidige publieke omroep naar VRT- of BBC-model. Dat bewijst elders goede diensten en zou in Hilversum nieuwe ruimte kunnen scheppen. In plaats daarvan wordt een verdere verfijning van het huidige model geadviseerd, met scherpere toetredings- en verwijderingscriteria, een kleinere rol voor de politiek en beter toezicht. Het advies besteedt ten onrechte nauwelijks aandacht aan technologische ontwikkelingen die consumentengedrag beïnvloeden.

Lees ook: NPO vraagt staatssecretaris om erkenning ON in te trekken

De adviseurs onderschrijven het idee van ‘externe pluriformiteit’ en dus vrije toegang. De eigenheid van omroepen wordt versterkt, het omroepbestel blijft open voor toetreders. Een ‘staatsomroep’ wijzen ze af, de ‘verbinding met burgers’ staat voorop. In tijden van polarisatie en wantrouwen waarin ook (publieke) media mikpunt zijn, krijgt die keus het voordeel van de twijfel. Er ligt nu een doordacht stelsel van nieuwe criteria, extra verdiepingen, verkeersdrempels en aanpassingen, duidelijk geschreven door kenners van het Hilversumse Mediapark. En dus nóg minder aan leken uit te leggen dan nu al het geval is.

Het advies overtuigt het meest bij de nieuwe beoordelings- en erkenningsprocedure voor toetreding. Er wordt een helder kader met criteria gepresenteerd, waarin statuten voor journalistieke onafhankelijkheid terecht niet ontbreken. De staatssecretaris zou haar rol moeten overlaten aan de nieuw op te richten Autoriteit Publieke Media, met de bestuursrechter als ventiel. Daarmee staan Kamer en kabinet wel met lege handen, anders dan als geldgever. De ideeën over het tussentijds intrekken van een omroeperkenning zijn zeer welkom. Ook de ‘getrapte’ erkenningsprocedure met een ‘portfoliofase’ gevolgd door een ‘echte’ erkenning over een langere periode lijken verstandig. Een nuttige renovatie van het bestel die te billijken is en een latere échte hervorming niet uitsluit. Nu nog een kabinet dat er iets mee doet.