N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Soedan Drie gevluchte Soedanese filmmakers vertonen hun werk in buurland Kenia. „We zijn een ruïne”, zegt regisseur Yasir Fai’z.
Pijn vult een zaaltje in de Keniaanse hoofdstad Nairobi, eerder deze maand, waar drie Soedanese regisseurs in ballingschap hun films vertonen. Er rollen tranen, iedereen is in de greep van het leed veroorzaakt door de oorlog in Soedan, die sinds dit voorjaar woedt. „We verliezen ons land”, zegt regisseur Yasir Fai’z (39). „Wij kunstenaars moeten nu een creatieve getuigenis achterlaten van hoe het was vóór de vernietiging. Daarna zullen we onszelf en Soedan opnieuw moeten uitvinden.”
De verwachtingen van culturele makers in Soedan waren te hoog gespannen toen in 2019 het fundamentalistisch islamitische bestuur van Omar al-Bashir na dertig jaar ten einde kwam. Vreedzame demonstraties, muurschilderingen, progressieve radiostations, nieuwe kunstateliers en op straat dichtende poëten gaven een gevoel van culturele wederopstanding.
Maar conservatieve moslims en hebzuchtige generaals sloegen terug met staatsgrepen. Tijdens de oorlog die nu woedt, raakten al vijf miljoen mensen ontheemd. Filmmaker Yasir Fai’z is een van de velen die dit jaar naar buurland Kenia vluchtten.
Het inherente conservatisme van de Soedanezen is het grootste probleem
Desillusie
Illusie en desillusie vormen de hoofdthema’s in het werk van Yasir. „Na de volksopstand van 2019 tegen Omar al-Bashir waren we euforisch, want we dachten het eindelijk te hebben gewonnen van de islamitische fundamentalisten”, vertelt Yasir. „Het liep uit op een desillusie, omdat we de werkelijke problemen van Soedan niet onder ogen hadden gezien. Niet de politiek van op macht beluste generaals vormt het hoofdprobleem maar het inherente conservatisme van de Soedanezen.”
Yasir is als regisseur autodidact. Hij groeide op in Irak, waar zijn vader naartoe was gevlucht tijdens de eerste jaren van het bewind van Bashir. Zijn vader gaf hem een camera en hij begon films te maken. Na de Amerikaanse inval in Irak keerde Yasir terug naar Soedan, tot dit jaar de oorlog uitbrak.
Over conservatisme gaat zijn in het jaar van de volksopstand uitgekomen korte film The Dogs’ Shitter – een film die in Nederland speelt, hoewel Yasir er zelf geen banden heeft. Een naar Nederland uitgeweken Soedanees schikt zich in zijn nieuwe culturele omgeving, hij accepteert werk als een hondenuitlater en drinkt een glas wijn met zijn liberale Nederlandse vrouw.
Maar op de achttiende verjaardag van hun dochter ontploft toch de onderhuidse culturele spanning, want hij weigert haar het huis uit te laten gaan alvorens ze is getrouwd. Een strijd tussen het mistige verleden in Soedan en het turbulente heden, die eindigt in moord.
Gehersenspoeld
De film zou onder het bewind van de in 2019 afgezette Bashir niet vertoond kunnen worden. „Alleen al het refereren aan seks was slecht, zoals in de film het romantische laten ronddwalen van twee jonge geliefden in een graanveld.” In Bashirs tijd hakten de autoriteiten de bomen bij de universiteit om want ze dachten dat jongeren daar seks zouden kunnen hebben. Meisjes en jongens ging ieder door een aparte ingang het universiteitsterrein op. „We zijn dertig jaar lang gehersenspoeld onder Bashir. We zijn een ruïne, net als de Soedanees in de film die onder de culturele spanning instort.”
De ideologie van de fundamentalisten bereikte onder Bashir alle vezels van de samenleving, het onderwijs, hoe je je moest kleden, in het curriculum op school. Ideologie verving wetenschap; lessen en lezingen over geschiedenis en evolutie bevatten louter leugens. Goed opgeleide en artistieke burgers emigreerden in drommen. Het Nationaal Theater in Omdurman ging dicht, evenals de filmacademie. De creatieve sector bloedde dood; de paar achtergebleven makers waren door de internationale sancties afgesloten van internationale muziek, cultuur, films en sport. „We werden een verweesde samenleving”, zegt Yasir.
„De visie van een generaal reikt helaas niet verder dan zijn tank”, schimpt Yasir over de Soedanese president Burhan en de kans op vrede. Ook verwacht hij een opleving van conservatisme door de crisis. „Zeker nu kun je je familie en de conservatieve waarden die daarbij horen, niet loslaten. Want alleen familieleden zorgen nog voor elkaar.” Yasir moest zijn apparatuur bij het begin van de gevechten in april in de Soedanese hoofdstad Khartoem achterlaten. „Ik kijk nu uit naar wat de nieuwe IPhone te bieden heeft”, zegt hij, „dan kan ik tenminste blijven filmen.”