Voor je zonnepanelen of om zelf te handelen in stroom: wie is er al blij met een thuisbatterij?

De thuisbatterij lijkt de ideale gadget om zonnepanelen optimaal te benutten of zelf te handelen in stroom. Iedereen kan elektriciteitsboer worden. Maar wat levert het op?

Animatie Roel Venderbosch

Dinsdagmiddag was het weer raak. Een paar uur kostte elektriciteit in Nederland niets. Wie stroom afnam, kreeg geld toe: een halve cent per kilowattuur (kWh). Dat kwam doordat de hoeveelheid stroom die windmolenparken tijdens de eerste herfststorm opwekten voor een overschot zorgden. De negatieve prijzen op de energiebeurzen helpen het overschot op het stroomnet weg te werken – je kunt ook zonneparken of windmolenvelden even uitzetten of andere zware verbruikers snel laten inschakelen.

Van die balanceeract en de prijsschommelingen merken de meeste consumenten niets: meer dan 95 procent van de huishoudens betaalt een vast of bijna vast tarief. Maar wie een dynamisch energiecontract heeft én een eigen batterij kan zelf meehandelen. Je slaat een paar kWh op als stroom goedkoop of gratis is en levert het terug aan het netwerk tijdens de dure piekuren in de avond. Op papier lijkt zo’n batterij een superinvestering. Je kunt er geld mee verdienen, helpt de pieken uit het overbelaste netwerk te halen en buffert je eigen zonne-energie. Maar loont het ook?

Een thuisbatterij is geen goedkope aanschaf: reken, inclusief montage, op 700 tot 1.000 euro per kilowattuur. Losse batterijen kosten minder, maar daarbij is vaak extra apparatuur nodig en een ervaren monteur. Een gemiddeld huishouden heeft aan zo’n 5 kWh opslag genoeg – te grote accu’s zijn helemaal niet rendabel. Charged, een thuisbatterijenleverancier uit de Betuwe, levert vanaf 5 kWh opslag. Bij concurrent Soley begint het bij 3,5 kWh. Een batterij slijt en gaat vijf- tot zesduizend laadcycli mee. Na tien jaar is er zo’n 80 procent opslagcapaciteit over.

Door alle zonnepanelen en windmolens stijgt het aantal uren met negatieve stroomprijzen; dit jaar al meer dan 230 uur. Een vetpot is dat niet. Neem afgelopen dinsdag. Het verschil tussen de negatieve prijs en de hoogste prijs bedroeg 15 cent. Met een batterij van 5 kWh verdiende je zo 75 cent. Op sommige dagen is de winst een paar euro, maar je batterij terugverdienen is lastig, ook omdat er bij het opslaan en teruggeven van stroom verlies optreedt.

En hoe handig is dat andere scenario, de batterij gebruiken om je eigen zonnestroom tijdelijk op te slaan? Op dit moment is de salderingsregeling de beste batterij: dat wat je als particuliere zonnepaneelbezitter in de zomer aan stroom teruglevert, mag je tegen hetzelfde tarief aftrekken van het gebruik in de winter. Maar die regel wordt vanaf 2025 afgebouwd, in stapjes tot 2031.

De thuisbatterij is in Nederland nog niet rendabel, zegt Sanne de Boer, analist energietransitie bij RaboResearch. Ze neemt haar eigen woning in Utrecht als voorbeeld. Een thuisbatterij van 5 kWh is niet groot genoeg om de opbrengst van zes panelen op te slaan – in de zomer leveren die wel 10 kWh. Haar dagelijkse verbruik van 2 kWh is weer onvoldoende om de volle batterij leeg te trekken. Goed, je kunt een elektrische auto gedeeltelijk laden met de resterende stroom, maar niet iedereen heeft die optie. Een andere energievreter, de warmtepomp, is ’s zomers niet nodig.

Lucas van Cappellen van onderzoeksbureau CE Delft onderzocht het rendement van de thuisbatterij. Hij ging uit van een combinatie van zelf handelen in stroom en bufferen van zonne-energie, en kwam uit op een terugverdientijd van vijftien jaar.

Wellicht is het handiger om de accu’s in elektrische auto’s als buffer te gebruiken: voor 2030 zijn er hopelijk genoeg auto’s op de markt die slim en ‘bidirectioneel’ kunnen laden en ook stroom teruggeven.

Batterijen zonder wielen komen beter tot hun recht bij grootverbruik, bijvoorbeeld als buffer bij de grote zonneparken. Die moeten nu nog uitschakelen als ze te hoge pieken aan het net leveren. Om de onbalans in het stroomnet op te lossen, sla je met je eigen thuisbatterij geen deuk in een pakje boter. Hooguit als je verschillende batterijen bundelt in één virtuele energiecentrale, kun je een vuist maken.

Slimme meter, dom gebruik

De smart grid, het slimme en interactieve energienet, komt in Nederland traag op gang. Er kan zoveel, er gebeurt nog weinig. Het stroomnet loopt vast en ondanks de slimme meter in bijna elke meterkast blijft het stroomgebruik in de meeste Nederlandse huishoudens dom. Dat komt door achterhaalde regels en achterhaald gedrag. We wekken te veel stroom op met zonnepanelen die vaak op het zuiden liggen en zo de piekbelasting opjagen. We gebruiken veel stroom op momenten dat het duur is – omdat het voor de rekening niet uitmaakt als je een vast tarief betaalt.

De torenhoge energieprijzen van 2021 en 2022 bewezen dat consumptiepatronen snel veranderen, als het moet. Regeltjes helpen ook: in België is bijvoorbeeld geen saldering meer en zijn in 2022 ruim 52.000 thuisbatterijen aangemeld dankzij een subsidieregeling (inmiddels gestopt). Belgische huishoudens hebben een extra stimulans om hun verbruikspiek te dempen: sinds de invoering van het capaciteitstarief betaal je extra veel als je veel elektriciteit in korte tijd verbruikt. Als er in Nederland ook zo’n nettarief zou gelden, wordt het aantrekkelijker om jezelf zoveel mogelijk te bedruipen, bijvoorbeeld met een thuisbatterij. In Duitsland helpt de overheid mee en krijgen huiseigenaren vanaf volgende week tot tien mille subsidie op de combinatie van zonnepanelen, thuisbatterij en autolader.

Ook dynamische prijzen helpen de druk op het netwerk te verlagen, stelt Remko ten Barge van energiebedrijf NieuweStroom. Hij kijkt met ontzag naar Noorwegen, waar driekwart van de consumenten meebeweegt met de dynamische energieprijzen. Dat heeft volgens hem 10 procent van de piekbelasting op het stroomnet gehaald.

De thuisbatterij is in Nederland nog speelgoed voor early adopters en duurzame nerds. Roeland Nagel van batterijleverancier Charged verkocht 2.200 ‘Sessy’s’, waarvan er 1.000 zijn geïnstalleerd. Zijn klanten doen het, denkt hij, vooral om zich minder afhankelijk te voelen. De afgelopen twee jaar ging het terugverdienen best goed, maar dat is geen garantie voor de toekomst.

Ik snap die batterijkriebels wel. Mijn vader zou zeker zo’n thuisaccu gekocht hebben. In de jaren negentig legde hij als eerste in het dorp zonnepanelen op het dak – de buurt vroeg zich bezorgd af of hij lekkage had, of jøk an’t verstand. Elke opgewekte kWh werd tot vier jaar geleden geregistreerd met zwarte pen op groen ruitjespapier. Zonnestroom was voor hem een manier om autonoom te zijn, minder afhankelijk van Het Systeem. Dat krijg je ervan als je opgroeit op een boerderij; je dopt het liefst je eigen boontjes.

Ergens daarboven telt hij nu de zonnepanelen op ruim twee miljoen Nederlandse daken en constateert tevreden dat iedereen elektriciteitsboer kan worden. Misschien dat een thuisbatterij op dit moment nog niets oplevert. Maar zoals elke boer weet: je moet eerst zaaien om te kunnen oogsten.