N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Algemene Politieke Beschouwingen Met een extra koopkrachtpakket van 4 miljard wil de Tweede Kamer niet alleen armoede bestrijden, maar óók midden- en hoge inkomens helpen.
Twee maanden voor de verkiezingen trekt de Tweede Kamer zonder voorbehoud de portemonnee om de koopkracht te stutten van alle inkomensgroepen, van laag tot hoog. Dankzij een opeenstapeling van voorstellen gaan het minimumloon en de kinderopvangtoeslag extra omhoog en worden hard stijgende benzineprijzen en ov-kosten voorkomen.
In de op Prinsjesdag gepresenteerde Miljoenennota had het kabinet al 2 miljard euro extra uitgetrokken, voornamelijk bedoeld om de lage inkomens te helpen. Maar daar liet de Kamer het tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen niet bij zitten. De begroting wordt voor nog eens 4 miljard euro verbouwd, het resultaat van meerdere gelegenheidsverbondjes.
In het voorstel van GroenLinksPvdA, D66 en ChristenUnie stijgt het minimumloon in januari met 70 cent, naar 13,49 euro per uur
Het kabinet wilde alleen de groep vooruit helpen die er komend jaar op achteruit dreigde te gaan: de laagste inkomens. Maar veel partijen wilden méér.
Het grootste pakket, van 2 miljard euro, werd samengesteld door een verbond onder aanvoering van GroenLinks-PvdA, ChristenUnie en D66. Het minimumloon stijgt in hun voorstel per januari met 70 cent, naar 13,49 euro per uur. Dat is 22 cent méér dan de automatische stijging, die de cao-lonen volgt. De bijstand en de AOW stijgen even hard mee.
Daarnaast wordt het kindgebonden budget verhoogd. Het kabinet besloot in de Miljoenennota al tot een verhoging voor alle groepen, maar voor midden- en hoge inkomens gaat dat bedrag nu nog verder omhoog. En werkende ouders krijgen een hogere kinderopvangtoeslag.
Om dit te betalen, kijken de partijen naar een belasting op bedrijven die van hun winst eigen aandelen inkopen, een verhoging van de bankenbelasting en hogere toptarieven. Vooral linkse partijen hielpen dit pakket aan een meerderheid.
Een rechtse meerderheid wil de diesel- en benzineaccijnzen volgend jaar gelijk houden. Dat is vooral gunstig voor de hoogste inkomens
De VVD koos een heel andere route om de koopkracht te stutten. De partij verzamelde een overwegend rechtse meerderheid voor het plan om de diesel- en benzineaccijnzen volgend jaar gelijk te houden. Zonder ingrijpen zouden de prijzen aan de pomp met circa 20 cent toenemen. Dat dit nu van de baan is, is vooral gunstig voor de hoogste inkomens, die grotere auto’s hebben. Daarnaast wordt de energiebelasting, die burgers betalen over hun elektriciteits- en gasrekening, met 200 miljoen euro verlaagd.
Dadendrang
Over de financiering van dit voorstel, dat vermoedelijk meer dan anderhalf miljard euro kost, was de VVD vaag. De partij hoopt vooral dat ministeries nog geld hebben liggen. Anders wordt een beroep gedaan op het Nationaal Groeifonds, bedoeld voor innovatie en onderwijs.
Niet alleen automobilisten profiteren van de dadendrang van de Kamer. Op initiatief van de ChristenUnie en GroenLinks-PvdA wordt nog eens 420 miljoen euro op de begroting vrijgemaakt voor het openbaar vervoer. Daarmee worden prijsstijgingen bij de NS teruggedraaid en hogere prijzen en slechtere verbindingen in het streekbusvervoer voorkomen.
Door alle inkomensgroepen extra geld te geven, ook de groepen die er volgend jaar toch al op vooruit lijken te gaan, neemt de Kamer ook risico’s. Economen waarschuwen al langer dat dit olie op het vuur van de inflatie kan zijn: consumenten kunnen hierdoor meer gaan besteden, wat nog hogere prijsstijgingen uitlokt.
Demissionair premier Mark Rutte was eveneens kritisch over de forse ingrepen. Door de linkse belastingplannen zouden bedrijven vertrekken, zei hij. En ook de dekking van het voorstel van zijn eigen VVD vond hij „onzeker”. De partijen hoorden hem vriendelijk aan, en gingen vervolgens gewoon met de plannen akkoord.