Plots veel interesse in drillrap? Rode vlag!

Steekpartijen Het wapenbezit onder jongeren is ook een probleem voor scholen. Kluisjescontroles zijn niet dé oplossing, zeggen deskundigen. „Ga het gesprek over drillrap-video’s aan zonder veroordelend te zijn.”

Leerlingen van de middelbare school Oscar Romero in Hoorn, oktober 2022. Een 14-jarige leerling werd doodgestoken door een 16-jarige jongen na een ruzie over een kledingruil.
Leerlingen van de middelbare school Oscar Romero in Hoorn, oktober 2022. Een 14-jarige leerling werd doodgestoken door een 16-jarige jongen na een ruzie over een kledingruil. Foto Jeroen Jumelet / ANP

In Goes werd vorige week dinsdag een 11-jarige jongen op straat betrapt met een mes. Hij had het uit zijn broekzak laten vallen, de politie nam het in beslag. In Vlaardingen ging de politie donderdag af op een melding dat twee jongeren met een mes aan het ‘spelen’ waren. Het wapen dat werd aangetroffen was 40 centimeter lang. En bij een metrostation in Berkel en Rodenrijs werd op dezelfde dag een 14-jarige jongen aangehouden op verdenking van het neersteken van een 19-jarige.

Het is een greep uit de nieuwsberichten van afgelopen week over jongeren met messen. De politie hield de afgelopen jaren steeds meer minderjarigen aan met een wapen, het zijn er inmiddels drie à vier per dag. Per jaar doen zich zo’n 300 steekincidenten voor onder jongeren, soms met dodelijke afloop.

Stichting School & Veiligheid adviseert scholen hoe ze een visie op het toenemende wapengeweld onder jongeren kunnen ontwikkelen. „Problematiek die in een buurt speelt, kan ook de school binnenkomen”, zegt Nathalie Vriezelaar, psycholoog en werkzaam als adviseur bij de stichting. „Als er een keer een incident met wapens plaatsvindt binnen school, dan is het goed als het hele docententeam weet welk protocol er in gang moet worden gezet en hoe de taakverdeling is. Is er een goed lijntje met de politie? Wie doet de communicatie met ouders en naar de buitenwereld? En wat doe je als een leerling een taakstraf krijgt en terugkomt op school?”

„Dit zijn vragen waar je als school in tijden van rust idealiter over hebt nagedacht, zodat je niet overvallen wordt”, zegt Vriezelaar. Maar wat ze van scholen hoort is dat er nog veel „handelingsverlegenheid” is op dit terrein. Leraren aarzelen of – en hoe – ze aan dit fenomeen aandacht moeten besteden in de klas. „Ze hoeven het niet altijd zelf te doen. Bureau Halt kan ook langskomen voor gastlessen.”

Rambo-messen

Pedagoog Kees van Overveld, die trainingen geeft op scholen over de aanpak van gedragsproblemen, merkte bij leraren veel behoefte aan informatie over wapenbezit. Daarom schreef hij een boek, Scholen op scherp – kinderen en jongeren met wapens in en rond de school, dat vorige week uitkwam. Het geeft een kijkje in de straatcultuur van nu. Die speelt zich niet alleen buiten af, maar ook online, in drillrap-video’s waarin wapens en geweld worden verheerlijkt, en in chatberichten waarin jongeren plaatjes uitwisselen over wapens en elkaar dreigementen sturen. Ruzies beginnen vaak op sociale media en worden beslecht op straat.

Hij sprak met wijkagenten, jongerenwerkers en leraren. Uit de vele nieuwsberichten over wapengeweld die hij las en de gesprekken die hij voerde, destilleerde hij twee trends: „De messen die in beslag worden genomen, zijn steeds groter en de jongeren die ze dragen steeds jonger.” Maar betrouwbare cijfers over die jongere groep zijn er nauwelijks. „De twaalfminners worden nog niet meegenomen in onderzoeken. Maar ik durf met zekerheid te zeggen dat wapens een probleem zijn waar ook basisscholen mee te maken krijgen.”

Het Nederlands Forensisch instituut heeft een databank aangelegd van in beslag genomen steekwapens. De onderzoekers schrokken van wat ze zagen: messen met zaagkartels, kapmessen van soms wel een halve meter lang en zogenoemde Rambo-messen. „Jongeren die zo’n mes bij zich hebben, dragen twee joggingbroeken over elkaar heen”, zegt Van Overveld. „Daartussen zit dat mes.” Hij nuanceert dit grimmige beeld meteen. „Niet iedere jongere heeft een machete in zijn broekspijp hangen.”

Lees ook: Haagse straatcoach Hannibal hoort dat bijna alle jongeren een mes bij zich hebben

Drillrap-video’s

Ook Petra van den Berg, programmaleider van #leerlingalert, pleit voor nuchterheid. „Maak het probleem niet groter dan het is, het is echt niet onder alle jongeren aan de orde”, zegt ze. #leerlingalert probeert door middel van voorlichting te voorkomen dat jongeren afglijden richting criminaliteit. „Een van de dingen die wij doen, is medewerkers van scholen trainen om nét die ene leerling eruit te pikken met wie het niet de goede kant op gaat.” Leraren moeten alert zijn op „rode vlaggen”. „Als een kind ineens veel interesse heeft in drillrap-video’s of stoer praat over wapens, ga dan eens het gesprek aan, zonder meteen veroordelend te zijn. Is het puur een hobby, of is er meer aan de hand?”, zegt zij. „Wat ook opvalt, is als een leerling meerdere telefoons heeft of ineens in dure kleding loopt. Dat kan een teken zijn dat een kind geronseld is voor criminele klusjes.”

Een docent die onraad ruikt, moet niet aarzelen om actie te ondernemen. „Als er sprake is van strafbare zaken of iets waardoor een jongere in gevaar komt, heeft de docent een meldplicht. Het is zaak om dan direct naar de zorgcoördinator op school te stappen.”

Kluisjescontrole

In Rotterdam, waar volgens onderzoek van de Erasmus Universiteit één op de vijf jongeren een wapen bezit, werken scholen nauw samen met jongerenwerk. De stichting JOZ is aanwezig in alle gebieden in Rotterdam waar veel overlast is van jeugd, en is daarnaast structureel actief op zestien scholen in deze wijken. JOZ nuanceert het schrikbeeld dat het Erasmus-onderzoek oproept. „Met de meeste jongeren gaat het goed”, zegt Ricardo Danning, leiddinggevende bij JOZ. „Vier op de vijf jongeren dragen géén wapen, die zijn gewoon bezig met school, stage en hun bijbaantje.” Tijdens schoolpauzes proberen de jongerenwerkers zoveel mogelijk „positieve contactmomenten” te maken. „Door met leerlingen te gamen, voetballen of basketballen. We zoeken ze ook in de avond op straat en online op, want de straatcultuur is hybride. On- en offline lopen door elkaar heen en zijn in wisselwerking met elkaar.” Om een professionele vertrouwensrelatie op te bouwen is het belangrijk om eerlijk en transparant te zijn, zegt hij. „Wij zijn er open over dat de politie een samenwerkingspartner is.”

Al in 1999 werd in de politiek gesproken over de vraag of er detectiepoortjes moeten worden geplaatst bij scholen, om te voorkomen dat er wapens binnenkomen. De vrees bestond dat Nederland net als de Verenigde Staten het toneel zou worden van school shootings met veel slachtoffers. Zover is het nog niet gekomen, en de detectiepoortjes zijn ook niet in zwang geraakt. Wel komt de politie op sommige scholen regelmatig de kluisjes of tassen van leerlingen controleren. Bureau Beke heeft in 2021 in opdracht van de ministeries van Justitie en Onderwijs een checklist gemaakt voor zulke controles. „Scholen die werk maken van wapencontroles zullen uiteindelijk merken dat dit een positieve uitwerking kan hebben op het veiligheidsgevoel van leerlingen, ouders en docenten”, staat in de brochure.

Ineens in dure kleding lopen kan een teken zijn dat het kind is geronseld voor criminele klusjes

„Natuurlijk, op scholen waar acute problemen zijn, is het logisch dat er repressieve maatregelen worden genomen”, zegt Kees van Overveld. Maar op de lange duur helpt het beter om het bewustzijn van leerlingen over de risico’s van wapenbezit te vergroten en ze weerbaar tegen maken tegen groepsdruk, denkt hij. Van Overveld adviseert rolmodellen in te zetten die een positieve boodschap uitdragen, zoals sporters, rappers en vloggers. Als voorbeeld noemt hij Bram Mvambanu (29), alias rapper Cycz. Die bracht in mei een nummer uit, ‘Probleem’, waarin hij waarschuwt voor de gevaren van wapenbezit. Ook werkt hij mee aan You Choose, een landelijke campagne tegen jeugdcriminaliteit.

Mvambanu vertelt dat hij in Zeeland en Brabant een-op-eenbegeleiding geeft aan jongeren, in opdracht van de stichting OpenDoor. „Ik ben een soort buddy, we doen samen leuke dingen en werken aan doelen.” Hij probeert jongeren te motiveren zich gedisciplineerd te gedragen door een beloning in het vooruitzicht te stellen. „Als ze bijvoorbeeld vijf weken netjes naar school gaan, mogen ze aan het eind van het traject een nummer opnemen in een professionele studio. Jongeren vinden het lastig om hun problemen met de schooldecaan of een psycholoog te bespreken. Maar wanneer je ze een rap laat maken, komen alle emoties eruit.”