N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Profiel
Serie Gillian Anderson brak door met haar rol als FBI-agent Dana Scully in ‘The X-Files’. Terwijl veel acteurs moeite hebben om zich los te weken van hun bekendste rol, lukte dat Anderson wel. Zo speelt ze ook in het slotseizoen van ‘Sex Education’ een sekstherapeut.
Gillian Anderson en Asa Butterfield als sekstherapeut Jean Milburn en haar zoon Otis in de serie ‘Sex Education’. Foto Thomas Wood/ Netflix
Het wordt The Scully Effect genoemd, vernoemd naar FBI-agent Dana Scully uit de bovennatuurlijke misdaadserie The X-Files. Het personage, bekend om haar rationele aanpak, was zo populair dat jonge vrouwen massaal kozen voor medische en wetenschappelijke studies.
De Amerikaanse actrice Gillian Anderson (55) speelde Scully tussen 1993 en 2018 en hoorde vaak over meisjes die zich in hun opleidingkeuze lieten inspireren door Scully, die naast agent ook arts was. „Ik kreeg vaak te horen dat meisjes voor geneeskunde kozen vanwege mijn personage”, vertelde Anderson in 2013 tijdens de entertainmentbeurs Comic Con. Haar reactie? „Yay!”
In de jaren negentig groeide The X-Files uit tot een popcultureel fenomeen. In de serie werd de sceptische Scully door de FBI ingeschakeld om agent Fox Mulder (David Duchovny) in toom te houden tijdens zijn onderzoeken naar ufo’s, monsters en paranormale zaken (de X-Files uit de titel).
David Duchovny en Gillian Anderson als FBI-agenten Fox Mulder en Dana Scully in de tv-serie The X-Files. Foto Sunsetbox
Hoewel ze in de serie al snel aan de kant van Mulder kwam te staan en meer een ‘believer’ werd, bleef het personage altijd scherp en eigengereid. Ook haar rode haren veranderden niet van kleur. Of zoals het liedje ‘Dana Katherine Scully’ van de band Tacocat het samenvat: „Ze heeft perfect haar en een no-nonsense houding.” Na negen seizoenen viel in 2002 het doek voor de serie. In 2016 en 2018 volgden echter nog twee korte seizoenen. De nieuwe afleveringen haalden het niveau van de oorspronkelijke reeks over het algemeen niet, maar dat lag niet aan de acteurs. De chemie waar de serie op draaide was er nog steeds. Anderson stapte met gemak in haar vertrouwde rol, zonder dat ze zich leek te vervelen met het veelgespeelde personage. Dat kon ze ook doen omdat ze inmiddels overtuigend had bewezen dat ze meer is dan alleen haar bekendste personage. Terwijl veel acteurs moeite hebben om zich los te weken van hun bekendste rol, wist zij zichzelf meerdere malen opnieuw uit te vinden.
Niet in een hokje
Na het oorspronkelijke einde van The X-Files in 2002 verhuisde Anderson naar Londen, waar ze nog steeds woont, samen met haar drie kinderen. Ze werkt dan ook overwegend in Britse producties en toneelstukken. In de BBC-misdaadserie The Fall maakte ze indruk als een onderkoelde Engelse rechercheur die jaagt op een seriemoordenaar. En met de rol van premier Margaret Thatcher in het vierde seizoen van The Crown won ze een felbegeerde Emmy Award (dankzij haar rol als Scully won ze die prijs al eerder).
Gillian Anderson als premier Margaret Thatcher in het vierde seizoen van The Crown. Foto Sophie Mutevelian
De meeste lol lijkt ze te beleven in de vrolijke Netflix-serie Sex Education, waarin ze een sekstherapeut speelt met een zoon die stiekem ook sekslessen geeft op zijn middelbare school. Het ongemak tussen de moeder en de sociaal ongemakkelijke zoon wordt heerlijk uitgewerkt.
Sex Education stopt na het vierde seizoen, maar Anderson is nog niet klaar met de thematiek uit de serie. Ze is bezig met een boek waarin vrouwen vertellen over seksuele fantasieën van vrouwen en ze heeft een frisdrankmerk gelanceerd met de naam G Spot. Het is duidelijk dat ze op zakelijk vlak ook weet wat ze doet. Haar eerdere strijd voor een beter salaris heeft haar daar mogelijk gevormd. Tijdens het maken van de eerste seizoenen van The X-Files kreeg ze minder betaald dan haar mannelijke tegenspeler David Duchovny. Dat werd na een tijdje rechtgetrokken.
Maar toen de serie jaren later terugkeerde, werd haar oorspronkelijk veel minder geld geboden dan hem: de helft, om precies te zijn. „Dat was schokkend”, vertelde ze tijdens een interview met The Daily Beast. Zeker omdat ze die strijd al eens eerder gevoerd had. „Mijn tolerantie voor dat soort shit is erg laag”, zei ze later in hetzelfde stuk. Ze kreeg uiteindelijk dan ook weer net zo veel betaald als Duchovny.
„De telefoon staat roodgloeiend”, zei Karoline Leavitt, de woordvoerder van het Witte Huis. Wereldleiders „struikelen over hun eigen benen” in hun haast contact te leggen over de invoerheffingen. „Amerika”, zei ze, „heeft andere landen veel minder hard nodig dan andere landen ons nodig hebben, en president Trump weet dat.”
Een grootmacht kan zich heel wat hoogmoed veroorloven, maar ook een grootmacht, leerde de wereld deze week weer, kan zijn hand overspelen. Een dag na Leavitts uitspraken, toen de vlucht uit Amerikaanse staatsobligaties pijn begon te doen en mensen een beetje „misselijk” en een beetje „yippy” werden, moest hij wel gas terugnemen, aldus de president. Ook voor Donald Trump zijn er grenzen aan de macht.
Eén man geselt de wereld met een zenuwslopende chaos. De heffingenoorlog is weliswaar enigszins gekalmeerd, maar geenszins voorbij. De confrontatie met China loopt met de dag verder uit de hand, vrijwel elk land zit nog vast aan een basisheffing van 10 procent én er gelden nog heffingen op onder meer staal, aluminium en auto’s. Over de torenhoge zogenaamde wederkerige heffingen die Trump op ‘Bevrijdingsdag’ bekendmaakte, kan nu negentig dagen onderhandeld worden. De Amerikaanse consument kijkt tegen de hoogste effectieve heffingen aan sinds 1903, aldus onderzoekers van Yale.
Trump is een politieke projectontwikkelaar met wel héél veel bouwputten. In de schaduw van de heffingenchaos lijken de vredesbesprekingen met Rusland en Oekraïne op een dood spoor te zijn geraakt. Het is inmiddels vier weken geleden dat Oekraïne akkoord ging met een staakt-het-vuren, maar de oorlog gaat door. Trumps onderhandelaar Steve Witkoff zou vrijdag een derde ontmoeting hebben met de Russische president Vladimir Poetin.
En alsof China en Rusland nog niet genoeg diplomatieke energie vreten, openen de VS deze zaterdag in Oman ook nog besprekingen met Teheran over het beëindigen van Irans nucleaire programma. Om zijn argumenten kracht bij te zetten heeft Washington alvast opzichtig bommenwerpers en een vliegdekschip verplaatst.
Landen met veel macht kunnen die macht op verschillende manieren inzetten. Ze kunnen hun macht subtiel aanwenden, door andere landen met een mix van dreiging en beloning aan zich te binden. Op die manier kunnen ze op termijn hun invloed vergroten. De Verenigde Staten bonden na de Tweede Wereldoorlog West-Europa en een aantal landen in Azië – Japan, Zuid-Korea, Filippijnen – aan zich en konden zo decennia invloed uitoefenen in regio’s ver van huis.
Drieste manoeuvre
Grootmachten kunnen hun macht ook gebruiken om anderen op rauwe wijze hun wil op te leggen om een voordeel op korte termijn te incasseren. Met die kleine overwinningen kan een grootmacht dan even goede sier maken, maar die aanpak zet wel kwaad bloed en kan landen op den duur zomaar op het idee brengen om te zien naar andere vrienden.
Donald Trump doet nooit iets sotto voce. Hij ziet niets in kalm overleg en een gezamenlijke aanpak. De heffingenstorm was een ondoordachte actie van een leider die nauwelijks onderscheid maakte tussen vriend en vijand. Het was, ook voor Trump, nogal een drieste manoeuvre om in één beweging de hele wereld aan te vallen.
En het was ook nog eens onlogisch. Want, waarom traditionele bondgenoten in Azië belagen met heffingen als ze tegelijkertijd medestanders zouden kunnen zijn in de krachtmeting met China? Terwijl Trump Japan raakte met een invoerheffing, haalde secretaris-generaal Mark Rutte in Tokio de banden tussen Japan en de NAVO aan met het oog op de gezamenlijke uitdaging China. Japan, bleek tijdens dat bezoek, wil zelfs toetreden tot het nieuwe NAVO-hoofdkwartier NSATU in Wiesbaden waar de westerse militaire steun voor Oekraïne wordt geregeld. Het ene doel van Trump – China aanpakken – stond haaks op het andere: het repatriëren van de maakindustrie.
De wereld antwoordde op de Amerikaanse aanval met drie strategieën. Verreweg de meeste landen buigen voor de macht en zijn bereid tot concessies of cadeautjes om de heffingen omlaag te praten. Politici uit Zuidoost-Azië stonden de afgelopen week meteen op de stoep in Washington.
Twee grote handelspartners van de VS, Canada en de EU, zochten niet alleen het gesprek, maar waren ook bereid om terug te slaan. Brussel reageerde op de invoerheffing van 20 procent op alle producten, die op ‘Bevrijdingsdag’ werden aangekondigd, door heffingen voor te bereiden die een antwoord waren op heffingen die Trump al veel eerder had gelanceerd. Nadat Trump aan de noodrem trok, ging ook de EU voorlopig op de rem. De zwaarste wapens in een handelsconflict bleven veilig in het arsenaal, al beloofde Commissievoorzitter Ursula Von der Leyen dat de EU niet zal aarzelen Amerikaanse techbedrijven aan te pakken als de onderhandelingen met Washington falen.
De EU maakte ook duidelijk heel goed in staat te zijn om handel te drijven met de wereld-minus-de-VS. De EU overlegt met landen „die goed zijn voor 87 procent van de wereldhandel en die met ons het geloof in een vrije en open uitwisseling van goederen, diensten en ideeën delen”, aldus een persbericht. De VS zijn goed voor 13 procent van de wereldhandel. Brussel legde deze week contact met Maleisië, Thailand, de Filippijnen, Indonesië en de Emiraten. Europa presenteert zich nu graag als redelijk alternatief voor de VS.
Lees ook
Europa probeert hoofd koel te houden tegen Trump: ‘We moeten als boeddha zijn’
‘Eenzijdige pesterijen’
In deze woelige periode is de EU in elk geval een aantrekkelijke partner voor Europese landen die eerder graag half op afstand bleven. In Noorwegen wordt weer nagedacht over toetreding tot de Unie en Zwitserland schuift dit weekend aan bij een vergadering van Europese ministers van financiën.
China koos een andere aanpak. Beijing ging voluit, oog om oog. Het antwoordde eerst met 34 procent heffingen op de 34 procent van Trump, die daar op zijn beurt met 50 procent overheen ging, waarop ook China weer verhoogde, hetgeen Trump natuurlijk niet op zich kon laten zitten. Donderdag stond de teller voor Chinese producten die de VS binnenkomen op 125 procent, China hief 84 procent op Amerikaanse goederen. Vrijdag ging ook China naar 125 procent.
„Als je wil praten, is de deur open”, verklaarde het Chinese ministerie van Handel, „maar de dialoog moet plaatsvinden op basis van gelijkwaardige uitgangspunten en wederzijds respect. Als je wilt vechten, zal China vechten tot het einde. Druk, dreigementen en chantage zijn niet de manier om met China om te gaan.”
Ook China zocht contact met anderen. China belde met Maleisië, tijdelijk voorzitter van het Aziatisch handelsblok ASEAN, en er waren twee gesprekken op hoog niveau met de Europese Commissie. Een paar telefoontjes tellen niet meteen op tot een nieuwe alliantie tussen Brussel en Beijing. Wel was het een opmerkelijke dooi tussen de twee grote handelsblokken die al jaren met elkaar overhoop liggen. Het was ironisch genoeg mede aan Trump te danken dat Europa vanaf 2016 steeds kritischer is geworden over de Chinese expansie in Europa.
President Xi Jinping kreeg vrijdag bezoek van de Spaanse premier Pedro Sanchez. Een heffingenoorlog kent geen winnaars, zei Xi bij die gelegenheid. Ingaan tegen de wereld, zei hij volgens staatspersbureau Xinhua, leidt alleen maar tot isolement. Hij riep China en de EU op de globalisering en internationale handel te verdedigen en zich gezamenlijk te verzetten tegen „eenzijdige pesterijen”.
Lees ook
Voor China ‘zullen de Amerikaanse heffingen een shock veroorzaken, maar de hemel zal niet naar beneden vallen’
Trumps grilligheid van de afgelopen dagen riep weer de vraag op: valt met deze man nog wel te werken? Op zoek naar houvast is er door analisten, ondernemers, politici en diplomaten veel gespeculeerd over wat Trump bezielt. Is hij dronken van de macht? Heeft hij zich omgeven door de verkeerde adviseurs? Zit zijn blinde vertrouwen in eigen kunnen als dealmaker hem in de weg? Of wordt hij uiteindelijk gedreven door rancune, door de heilige overtuiging dat anderen de VS op grote schaal bedrogen hebben en dat hij is uitverkoren om dat onrecht te corrigeren – desnoods met harde hand?
Einde van de status quo
Het analyseren van Trumps diepere drijfveren is een glibberig pad, al zegt hij wel héél vaak dat China, Oekraïne, de EU, alle landen eigenlijk, de VS een poot uitgedraaid hebben. Alleen Rusland noemt hij dan niet.
Trump is in elk geval met bijna beangstigende voortvarendheid bezig de rol van de VS in de wereld te wijzigen en hij is bereid daarin vér te gaan.
Eerst zocht hij over de hoofden van Europese leiders contact met de Russische leider Vladimir Poetin over de oorlog tegen het door Europa gesteunde Oekraïne. Hij liet aankondigen dat Europa in de toekomst voor zijn eigen conventionele verdediging moet opdraaien omdat de VS de handen vrij willen hebben voor de Indo-Pacific, zonder erbij te vertellen hoe snel die omschakeling moet plaatsvinden. Sindsdien is er grote onzekerheid over de Amerikaanse rol in de NAVO. Team Trump beweert weliswaar keer op keer dat de VS in het bondgenootschap actief blijven, maar veel Europese leiders geloven Trump en de zijnen niet meer op hun woord.
De afgelopen tien dagen was het dus de beurt aan de wereldeconomie en vrijwel al haar deelnemers. „Het is een keerpunt met de Verenigde Staten, geen twijfel mogelijk”, zei Commissievoorzitter Von der Leyen in een vraaggesprek met de Financial Times. „We zullen nooit meer teruggaan naar de status quo.”
De opluchting was van korte duur. Even was er het gevoel van blijde verrassing toen Donald Trump woensdag aankondigde dat hij de tarieven voor de meeste handelspartners van de VS negentig dagen opschortte om onderhandelingen te kunnen voeren. Beurzen veerden in eerste instantie direct op. Maar een dag later was het alweer gedaan met de vreugde: de koersen doken weer in het rood.
Uitstel is geen afstel, en iedere dag kan weer nieuwe verrassingen vanuit het Witte Huis opleveren. Daarbij escaleert het handelsconflict met China in moordend tempo: inmiddels met wederzijdse heffingen van ver boven de 100 procent. De kern van de onrust op de markten, onzekerheid, is alles behalve weggenomen. Die wordt overal gevoeld.
Bedrijven weten nog steeds niet hoe de stromen in hun productie- en handelsketens het beste kunnen lopen. Regeringen proberen te bevatten hoe ze onderhandelingen met de ongrijpbare Trump succesvol kunnen voeren. Beleggers zijn hun houvast op de financiële markten kwijt, zeker nu de dollar zijn status als veilige reservemunt kwijt lijkt te raken.
Bovendien komt de handel tussen de twee grote machtsblokken VS en China helemaal stil te liggen. Niemand kan nog betrouwbaar inschatten wat de effecten zijn als het wereldhandelssysteem totaal ontregeld wordt en twee van de drie grootste consumentenmarkten én productielanden van de wereld in een economische vechtscheiding verwikkeld zijn.
De Franse president Emmanuel Macron betitelde de pauze van negentig dagen als ‘breekbaar’: „Deze pauze van negentig dagen betekent negentig dagen van onzekerheid voor al onze bedrijven, aan beide kanten van de Atlantische Oceaan en daarbuiten”, aldus Macron op X.
En wie durft te zeggen hoe het slagveld er na die negentig dagen uitziet? Het is nog maar de vraag of de EU en andere landen uit die onderhandelingen komen zonder extra importheffingen. Vooralsnog hebben ze te maken met het nieuwe basistarief van 10 procent en blijven al ingevoerde heffingen op staal, aluminium, auto’s en auto-onderdelen geldig.
Het effectieve invoertarief (het gemiddelde van alle heffingen op de handel) van de VS ligt sinds afgelopen woensdag al op 27 procent, berekende het Yale Budget Lab. Ook dat is hoger dan de Amerikaanse tarieven na de Smoot-Hawley Act in 1930 die de wereld in een handelsoorlog stortten in de periode van de Grote Depressie. En nieuwe heffingen dreigen, op medicijnen, chips, hout en koper. Alles met een beroep op de nationale veiligheid en de Amerikaanse wens van strategische autonomie als het gaat om deze belangrijke goederen.
Econoom en Nobelprijswinnaar Paul Krugman vatte het in zijn nieuwsbrief op Substack deze week kernachtig samen. „Zelfs de hoogte van de invoerheffingen in deze onderhandelingspauze zorgt voor een enorme protectionistische schok. Vernietigende onzekerheid over toekomstig beleid is toegenomen. We lopen nog steeds het risico op een majeure financiële crisis.” Krugman zag maar één lichtpuntje: „De wereld weet nu dat Trump zowel zwak als onberekenbaar is.”
En onberekenbaarheid heeft een prijs. Eentje die niet alleen gevoeld wordt op de beurzen en in de havens waar de importheffingen geïnd worden, maar op alle fronten in de wereldeconomie, die dankzij Trump gebukt gaat onder vier grote onzekerheden.
1 Schokken in de handel
Wie weet nog welke heffing waarvoor geldt? Met zo ongeveer elke week een ander importtarief voor een land of een nieuwe productgroep, weten importeurs en exporteurs absoluut niet meer waar ze aan toe zijn. Producten wel of niet verschepen, haast maken of juist even wachten? Prijzen voor de klanten verhogen of nog even niet? En op langere termijn: productie verplaatsen of nieuwe afzetmarkten vinden?
Die vragen zullen zich alleen maar sterker opdringen gedurende de ‘heffingenpauze’. Zeker is dat de ‘basisheffing’ van 10 procent wel al van kracht is, en ook daarvoor geldt: wel of niet doorberekenen aan de Amerikaanse consument? Bovendien weet niemand wat de stand over drie maanden zal zijn, als onderhandelingen afgerond zouden moeten zijn.
Niemand weet wat de gevolgen zijn van de vechtscheiding waarin China en de VS zijn verwikkeld
Fundamenteler is de economische ontkoppeling die de Amerikaanse regering doelbewust lijkt na te streven met China. De escalerende tarieven (de VS heffen inmiddels 145 procent op Chinese producten, omgekeerd is dat 125 procent) leggen de handel tussen die twee machtsblokken de facto stil.
Als die handelsblokkade voortduurt, gaat de hele economische ordening in de wereld overhoop, met consequenties voor ieder land. Veel Amerikaanse en Europese bedrijven zijn zo georganiseerd dat ze ontwerp, marketing en distributie in de VS of Europa concentreren, maar de productie hebben ondergebracht in landen als China, waar de lonen lager zijn. Economisch efficiënt, met als bijkomend voordeel dat de opkomende landen een welvarender middenklasse konden opbouwen, die op termijn een nieuwe afzetmarkt opleveren voor Amerikaanse en Europese bedrijven. Grote fabrikanten van merk-artikelen hebben zo al een flinke afzetmarkt in China kunnen opbouwen sinds de toetreding van China in 2001 tot de Wereldhandelsorganisatie.
Als de Amerikaanse deur voor China dicht blijft, heeft dat grote gevolgen voor andere markten. Want China zal op zoek gaan naar andere afzetmarkten voor de overvloed aan producten die gestaag uit de Chinese fabrieken blijven rollen. Het risico van dumping is dan reëel, zoals al eerder te zien was met zonnepanelen, met alle nadelige gevolgen voor Europese panelenbouwers van dien.
Toen een soortgelijk effect dreigde op te treden bij Chinese elektrische auto’s (de vorige Amerikaanse president Joe Biden legde de Chinezen een heffing op van 100 procent), stelde de EU ook een heffing in op die Chinese auto’s. De bescherming van de eigen autobouwers stond voorop. Maar oude vijanden zijn nu ineens nieuwe vrienden. De Duitse krant Handelsblatt meldde deze vrijdag dat de EU nu zou overwegen die heffingen op te schorten en daarmee de gesprekken met China te de-escaleren. Europa zal zich ook willen blijven verzekeren van toegang tot de Chinese markt, helemaal zolang niet duidelijk is welke deal Europa met de Amerikanen weet uit te onderhandelen. En hoe zwaar rekent Trump de Europeanen een goede relatie met China aan?
2 Investeringen staan ook op pauze
Toeval bestaat wel: op woensdag 2 april, de dag dat Trump zijn kartonnen bord met heffingen per land omhooghield in de tuin van het Witte Huis, lanceerde Nintendo zijn nieuwe spelconsole Switch-2. Het Japanse bedrijf had de productie sinds de eerste termijn van Trump voor een aanzienlijk deel verplaatst van China naar Vietnam, om niet het slachtoffer te worden van handelsconflicten tussen de twee economische grootmachten. Verkeerd gegokt: Trump legde Vietnam een heffing op van 46 procent. Lager dan China, maar pijn doet het wel. Nintendo schortte abrupt de voorbestellingen uit de VS op, tot grote ergernis van Amerikaanse gamers die hun frustraties over Trump uitten op sociale media als Redd-It.
Sinds afgelopen woensdag kan Nintendo weer enigszins opgelucht ademhalen en hopen dat Vietnam snel tot een akkoord komt met Trump. Het bedrijf kan de Amerikaanse consumenten goed gebruiken omdat zijn omzet niet alleen afhangt van de verkoop van de console maar ook van de spelletjes die erbij horen.
De vrees in veel bestuurskamers van bedrijven is dat hun hetzelfde lot als Nintendo treft. In een wereld waarin tarieven steeds verschuiven, waar zet je dan je fabrieken neer? Dat er een wereld is ontstaan met meer handelsbarrières is de bestuurders duidelijk, maar pas als vaststaat wat die voor een langere periode zullen zijn, durven ze tot investeringen in productiecapaciteit te besluiten. Economen verwachten grote vertraging in dit soort investeringsbeslissingen als gevolg van alle onzekerheid.
Maar er zijn meer redenen om even te wachten met investeringen. Prijzen zullen omhoog gaan als gevolg van heffingen. Door die ‘heffingeninflatie’ gaan Amerikaanse gezinnen er gemiddeld 4.700 dollar per jaar op achteruit, becijferden de economen van het Yale Budget Lab. Vooral de importheffingen vanuit China hakken erin: toen die nog lager waren, werd de schade berekend op 3.800 dollar per gezin.
Ook de economische groei in de VS valt terug, dit jaar met 1,1 procentpunt, en zal ook de komende jaren zo’n 0,6 procentpunt per jaar lager uitkomen. Voor China becijferen deze economen de achteruitgang in groei op 0,6 procentpunt, voor Europa op 0,1 procentpunt in 2025. Waarmee de economische wetmatigheid weer eens wordt bevestigd dat wie heft, betaalt.
Prognoses van een lagere groei beperken de investeringen van bedrijven en dat wordt er niet beter op als economen van bijvoorbeeld zakenbanken de kansen op een recessie hoog blijven inschatten. Bedrijven wachten dan met investeringen in innovatie tot betere tijden. Ze gaan alvast snijden in de kosten, omdat lagere verkopen worden verwacht. Zeker als prijzen als gevolg van invoerheffingen zullen stijgen. Zo komt de economie verder in een neerwaartse spiraal terecht.
3 Beleggers zoeken veilige havens
De dollemansrit op de aandelenbeurzen van afgelopen week laat zien dat beleggers hun kompas ook volledig kwijt zijn. Koerssprongen van soms meer dan 10 procent in een paar uur tijd zijn ongekend. Juist het ontbreken van een gedeelde basis maakt het voor beleggers ondoenlijk om (de juiste) richting te vinden. Als niets meer onmogelijk is, kan alles gebeuren.
Vaste beurswaarheden als ‘buy the dip’ (instappen als de koersen dalen) of rustig de rit uitzitten, doen geen opgeld meer als de instituties die de economie voor recessies en erger moeten behoeden hun werk niet meer doen. Uit niets blijkt dat beurswaakhonden, centrale banken, laat staan de Amerikaanse overheid bereid zijn de schade te dempen. Die heeft de ellende immers zelf aangericht voor het vermeend hogere doel van eerlijke handel.
Tijdens de financiële crisis van 2008 zorgden beleidsmakers ervoor dat ze grote besluiten over het al dan niet redden van banken bewust in het weekend namen. De beurzen waren dan dicht, zodat er in betrekkelijke rust onderhandeld kon worden en er stuttende maatregelen genomen konden worden voor als de beurzen de volgende maandag weer open gingen. Van die prudentie is onder Trump niets meer over. Sterker nog: de president gooit via berichten op sociale media liever olie op het vuur.
Amerikaanse staatsobligaties zijn niet langer de vluchtstrook van het financiële systeem
Ook op de beurzen doet de pauzeknop wat dat betreft meer kwaad dan goed. De heffingen hangen immers nog steeds als een zwaard van Damocles boven de markt. De negatieve werking van die importheffingen raakt Amerikaanse bedrijven en burgers het hardst. In die zin is het begrijpelijk dat de beurzen in de VS ook de hardste klappen kregen. Als gevolg van de aanzienlijke turbulentie, zoals JP Morgan-baas Jamie Dimon het vrijdag noemde, zouden Amerikaanse beleggers wel eens kunnen uitwijken naar andere territoria. De rendementen in Europa en Azië mogen de afgelopen jaren dan lager geweest zijn dan in de VS, het vertrouwen in de aandelen en obligaties daar is in elk geval hoger.
4 Steunpilaar de dollar wankelt
Iets oudere gamers herinneren zich vast nog wel het computerspelletje Frogger. De speler moest een kikkertje veilig naar de overkant van een weg of riviertje zien te krijgen, auto’s en krokodillen ontwijkend. Halverwege het speelveld was een soort middenberm, een vluchtstrook – om even op adem te komen voor de tweede etappe. Essentieel om het spel tot een goed einde te brengen.
In de echte wereld zou je de Amerikaanse staatsobligatie de vluchtstrook van het financiële systeem kunnen noemen. Als de aandelenbeurzen daalden, zochten beleggers hun heil in treasuries. En juist die veilige haven bleek deze week niet zo veilig meer als gedacht. Want afgelopen maandag daalden de beurzen én de waarde van de staatsobligaties. Blijkbaar schatten beleggers de kans op een Amerikaanse recessie zo hoog in dat die de betrouwbaarheid van Amerika’s financiële reputatie aantastte. Het gevolg was dat de rente op de Amerikaanse staatsschuld rap opliep, tot 4,5 procent voor een lening met een looptijd van tien jaar.
Deze schok is in potentie nog veel gevaarlijker dan de koersschommelingen op de aandelenmarkten. Amerikaanse dollars en Amerikaanse staatsobligaties zijn het smeermiddel van de wereldeconomie: ze zijn alom tegenwoordig en daarom makkelijk verhandelbaar. Dankzij die mondiale rol van de dollar als zogeheten reservemunt maakte niemand zich zorgen over de Amerikaanse staatsschuld, die met 122 procent van het bbp gigantisch is.
Lees ook
Brussel is in de ban van een handelsoorlog, Europese landen willen onderhandelen met Trump. Waarom is Den Haag stil?
De vraag is of dat zo blijft als de dollar aan betrouwbaarheid inlevert. Met het uitstellen van de importheffingen deze week hoopte Trump het vertrouwen in de dollar en de Amerikaanse staatsobligaties weer wat te herstellen. Maar de onzekerheid wint het hier van de politieke macht: de rente op de staatsleningen bleef ongeveer op hetzelfde niveau als voor de pauze en steeg vrijdag zelfs nog verder. De koers van de dollar ten opzichte van een mandje andere valuta zwakte verder af. Een euro kost inmiddels 1,13 dollar, vier maanden terug was dat nog 1,02 dollar.
Zo staat de dollar als belangrijk fundament van het financiële stelsel nog steeds te trillen. En dat maakt veel economen nerveus over hoe stevig dat stelsel nog staat.
In de kring vertrouwelingen rond Donald Trump lijkt deze week een veelzeggende stoelendans te hebben plaatsgevonden. Want toen de Amerikaanse president woensdag bekendmaakte zijn importheffingen negentig dagen op pauze te zetten, was het niet Trumps hoogste handelsadviseur Peter Navarro (75), maar zijn minister van Financiën die nadien de pers te woord stond: Scott Bessent (63).
Wall Street haalde opgelucht adem. Zelfs Fox News-commentator Charles Gasparino, zelfverklaard Trump-fan, verzuchtte: „Scott Bessent heeft het Witte Huis betreden. Eindelijk neemt hij de leiding.”
Vanwaar deze opluchting?
Tot nog toe liet Trump zijn oren vooral hangen naar Navarro wat betreft zijn economische koers. Die geldt als architect van de handelsoorlog, is fel anti-China en een uitgesproken protectionist. Maar de kritiek op dit beleid werd steeds luider – en richtte zich steeds vaker op Navarro zelf. Zo noemde Musk hem deze week „dommer dan een zak bakstenen”. Bessent staat bekend als tactvoller dan Navarro. Hij verkoopt dezelfde harde boodschap, maar dan een stuk diplomatieker. En dat doet het ook een stuk beter op Wall Street.
Hoe wist hij Trump aan zijn kant te krijgen?
In het Witte Huis tekende zich een scheiding der geesten af. Aan de ene kant waren er zakenmensen als Musk, die vooral economische rust willen, aan de andere kant MAGA-figuren als Navarro, die heffingen zien als wapen voor herindustrialisering. Waar Navarro oorlogstaal uitslaat en ondernemers voorspelbaarheid zoeken, staat Bessent ertussenin — als vertaler, verzachter, rem. In het presidentiële vliegtuig naar Washington zei hij volgens The New York Times tegen Trump dat de markten snakken naar duidelijkheid. Maar nog belangrijker: „U bent de beste onderhandelaar ter wereld.” Dat zou zijn blijven hangen.
In de dagen daarna regisseerde Bessent in stilte de draai. Woensdag volgde het bericht op Truth Social: landen (behalve China) krijgen negentig dagen om een akkoord te bereiken.
Wie is Bessent?
Op het eerste gezicht is hij geen voor de hand liggende bondgenoot van Trump. Yale-alumnus, jarenlang beheerder van de miljarden van George Soros, die door Trump-aanhangers vaak als aartsvijand wordt gezien. Openlijk homoseksueel, levend in een roze herenhuis in Charleston en voormalig donor aan Democraten, onder wie Hillary Clinton. Toch plaveide hij sinds 2016 met forse bijdragen aan het Trump-kamp zijn weg naar politieke invloed. Trump beloonde hem voor zijn steun met een functie als minister.
Is de wereld beter af met Bessent als Trumpfluisteraar?
Misschien wel. Deze week bewees Bessent dat hij Trump tot kalmte kan brengen. Bij een bijeenkomst van bankiers zei hij: „Ik neem vanaf nu de leiding bij de onderhandelingen over de heffingen.” Maar de klok tikt, zegt vooraanstaand econoom Neil Dutta in Politico. Om het vertrouwen te behouden zal Bessent „snel een voorbeeld van een succesvol handelsakkoord moeten presenteren”.
De minister staat voor een moeilijke opdracht, zegt de econoom: „We hebben geen handleiding voor deze situatie.” Dutta prijst zijn financiële expertise om de handelsoorlog „op de meest doeltreffende manier te voeren, zodat de klappen voor de Amerikaanse bevolking zo klein mogelijk blijven.” Nu is het hopen dat dit ook voor de rest van de wereld geldt.