N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Moord Volgens de Canadese premier Justin Trudueau onderzoeken de veiligheidsdiensten van het Noord-Amerikaanse land momenteel “geloofwaardige beschuldigingen” dat mensen verbonden aan de Indiase regering betrokken waren bij de moord op Hardeep Singh Nijjar.
Volgens de Canadese premier Justin Trudeau is er sprake van “geloofwaardige beschuldigingen” die momenteel worden onderzocht. Foto Andrej Ivanov/AFP
Canada heeft maandag een Indiaanse topdiplomaat het land uitgezet omdat er onderzoek wordt gedaan naar de mogelijke betrokkenheid van India bij een moord in Canada op een sikh-leider. Dat meldt persbureau AP. De diplomaat in kwestie is het hoofd van de Indiase inlichtingen in Canada.
Volgens de Canadese premier Justin Trudueau onderzoeken de veiligheidsdiensten van het Noord-Amerikaanse land momenteel „geloofwaardige beschuldigingen” dat mensen verbonden aan de Indiase regering betrokken waren bij de moord op Hardeep Singh Nijjar.
In het Canadese parlement noemde Trudeau de kwestie „extreem ernstig”. Als de betrokkenheid van de Indiase regering bij de moord wordt vastgesteld, is dat volgens hem „een volstrekt onacceptabele schending van onze soevereiniteit”. India heeft nog niet op de kwestie gereageerd.
Onafhankelijke staat
De 45-jarige sikh-leider Hardeep Singh Nijjar werd op 18 juni neergeschoten buiten een sikh-tempel in Surrey in Brits-Columbia. De Indiase regering beschouwde Nijjar als een terrorist, omdat hij onderdeel was van de Khalistan-beweging. Deze strijd voor een onafhankelijke staat voor sikhs.
Trudeau liet aan het parlement weten dat hij de moord vorige week met de Indiase premier Narendra Modi heeft besproken tijdens de G20. Hij zou hem hebben verzocht mee te werken aan het onderzoek naar de moord.
Een jongen in zwembroek graaft een kuil in het zand, om de paar tellen overspoelen de golven zijn werk. Elders op het strand van Zandvoort hangen twee pubers verveeld tegen het blauwe glijbaantje van een speeltoestel. Vier mannen in shorts en windjacks keren zich richting Noordzee voor een groepsfoto, blikjes bier in de hand. Op een rustige woensdagmiddag als deze is het strand van iedereen.
Landinwaarts speelt juist de vraag wie in de publieke ruimte voorrang krijgt: de toerist of de lokale inwoner? Een groep bewoners van de Parkbuurt is zodanig klaar met de verkeersdrukte en parkeeroverlast op zomerse dagen, dat ze hun straat zelf hebben ‘afgesloten’ op navigatie-apps. Ze gaven aan Google Maps door dat de straten gestremd zijn, terwijl dat in werkelijkheid niet het geval is. Via de navigatie-app weren bewoners zo toeristen die op zoek zijn naar een parkeerplek. De gemeente vindt de bewonersactie ongehoord, en heeft borden in het Duits en Nederlands geplaatst met ‘navigatie uit’, om bezoekers toch richting parkeerterreinen te leiden – ook via de bewuste straten.
Het is misschien niet helemaal legaal, maar het werkt wel
De Parkbuurt, die net achter het strand ligt, telt opvallend meer bloembakken dan elders in het dorp. Naast de grote bakken van de gemeente, hebben inwoners zelf kleinere potten op de stoep en op straat geplaatst. Er staan vlaggetjes en roze bloemen in en er zitten 30 km/u-stickers op. Geen van de buurtbewoners geeft tegen NRC aan dat zij degenen zijn die oneigenlijk aan Google Maps hebben doorgegeven dat hun straat is afgesloten. Al snapt het merendeel de actie wel. „Het is nu elk weekend druk, dus je probeert wat”, zegt een man die zijn hond uitlaat. Een gepensioneerde: „Toen ik jong was, kon je de auto hier nog overal neerzetten”.
Agressief
Journalist Bas (66, liever geen achternaam), zag het Google Maps-initiatief heus in de buurtapp voorbijkomen. Tuurlijk. In een strak groen shirtje drinkt hij een kop koffie voor zijn huis, hond Luna kwispelt aan zijn voeten. Op drukke stranddagen loopt het volgens hem „de spuigaten uit”. „Mensen rijden hier 70 kilometer per uur terwijl er kinderen spelen. Soms worden ze agressief, dat snap ik als je zoekt naar een parkeerplek die er niet is.”
Bewoners van de Parkbuurt nemen digitale maatregelen maar plaatsen ook plantenbakken op de stoepen zodat mensen er niet kunnen parkeren. Foto Olivier Middendorp
Uit het schuurtje naast zijn woning haalt Bas een rood verbodsbord. Als hij vindt dat het „krankzinnig druk” is, vraagt hij in de buurtapp of er „consensus” is om dat bord een dag op straat te zetten, aan de entree van de Parkbuurt. „Het is misschien niet helemaal legaal, maar het werkt wel.”
Willemien, een oudere dame met een groene boodschappentas, loopt net langs („dit is niet afgesproken, hoor”). Ze vindt het verkeersbord van Bas „enig”. Terwijl ze Luna aait, zegt ze: „Het schrikt toeristen af, net als die Google Maps-actie. Iedereen hier is voor.”
2.000 parkeerplekken
Nog geen kilometer verderop, in zijn werkkamer op het gemeentehuis van Zandvoort, wijst verkeerswethouder Gert-Jan Bluijs op een plattegrondje de verschillende parkeerstroken- en terreinen aan. „Op parkeerplaats De Zuid: 2.000 plekken. Die kunnen we opschalen met 300. En daar, langs de boulevard kun je ook staan.”
Die zijn vooral nodig op momenten dat het lekker strandweer is of dat een evenement plaatsvindt (behalve tijdens de Grand Prix, dan is het dorp afgesloten en mogen enkel auto’s van bewoners naar binnen).
Op „die beroemde dagen” trekt Zandvoort ruim honderdduizend bezoekers. Dat komt volgens Bluijs neer op vijf- tot zesduizend auto’s. „Met extra verkeersregelaars en handhavers kunnen we die drukte aan, maar het blijft een badplaats.”
Het irriteert me dat ze zelf op de stoel van de rechter gaan zitten
De actie van de bewoners keurt Bluijs af, hij heeft Google gevraagd de „fake navigatie” niet langer door te voeren in Maps. De wethouder gaat „graag met bewoners in gesprek”, maar weet ook niet wie het zijn. „Het irriteert me dat ze zelf op de stoel van de rechter gaan zitten.”
De verkeerswethouder is niet te spreken over de acties van bewoners: „Soms wordt wel eens vergeten dat toerisme ook veel inkomsten oplevert. We hebben hier relatief lage woonlasten, dat moet ergens vandaan komen.” Foto Olivier Middendorp
Is de eigenrichting van een groep inwoners niet ook een noodkreet over de groeiende stroom toeristen? Bluijs: „Grip krijgen op toerisme is bijna een cultureel proces op zich. We willen het dorp leefbaar houden, maar ook gastvrij zijn. En soms wordt wel eens vergeten dat toerisme ook veel inkomsten oplevert. We hebben hier relatief lage woonlasten, dat moet ergens vandaan komen.”
Overtoerisme
Jan van der Borg, een hoogleraar economie en toerisme verbonden aan de universiteiten van Leuven en Venetië, vertelt aan de telefoon dat hij niet opkijkt van het incident in Zandvoort. „De hoeveelheid toeristen die een plaats aankan, is afhankelijk van voorzieningen als het aantal parkeerplaatsen, bussen en restaurants. Die voorzieningen worden niet alleen door toeristen gebruikt, maar ook door inwoners en forenzen. Overtoerisme gaat dus niet zodanig om aantallen, maar om het samenspel van factoren.”
Van der Borg vindt dat bestuurders in het algemeen „te laconiek” omgaan met de gevaren van overtoerisme. „Zij zitten in een spagaat, want de economische belangen zijn heel groot en positief, maar het aanbod aan toeristische bestemmingen blijft constant. De komende jaren zal een steeds groter aantal mensen dus dezelfde plekken willen bezoeken. Dat brengt de draagkracht in gevaar. Gemeentebesturen moeten impopulaire keuzes maken, willen ze continue overlast vermijden.”
Lees ook
Feestprotest op het Leidseplein: ‘Je moet van Amsterdam geen dorp maken’
Er ligt ineens een renner met een wit tenue op de grond. Snel kijken of hij een gouden helm draagt; nee, het is niet Remco Evenepoel in zijn jongerentrui. Is het dan een renner van Bahrein-Victorious, met hun witte tricots? Ook niet, hun kopman zit niet in het groepje klassementsrenners. Dan blijft er maar een iemand over: het is écht de witte regenboogtrui van Tadej Pogacar die zojuist over het asfalt is geschoven.
Vrijwel nooit valt Pogacar van zijn fiets, maar woensdag gebeurt het toch, in de finale van de elfde etappe van en naar Toulouse. Zijn voorwiel wordt aangetikt als de Noor Tobias Halland Johanessen voor hem langs kruist, in een poging een demarrage voorin de groep te pareren. De Sloveen verliest zijn evenwicht en schuift over zijn linkerzijde onderuit. Bij een vluchtheuvel met verkeerspaaltjes komt hij tot stilstand.
Heel kort lijkt Pogacar nodig te hebben om te beseffen wat er is gebeurd, en dan staat hij snel op. Draait zijn fiets om, bestudeert de schade. Ketting eraf. Even staat hij te rommelen, snel komt er hulp van een materiaalman. Binnen vijftien seconden zit Pogacar weer op de fiets.
De achterstand van de Sloveen op het groepje met Jonas Vingegaard, zijn voornaamste rivaal, is echter opgelopen tot een halve minuut. Wordt hier het algemeen klassement van de Tour op zijn kop gezet? Dat niet, de concurrenten van Pogacar tonen zich sportief en knijpen uit respect in de remmen. Met nog ruim twee kilometer te gaan sluit Pogacar weer aan en gezamenlijk rijden de beste klassementsrenners van deze Tour over de finish.
Turboversnelling
De etappe van en naar Toulouse is er eentje om van op het puntje van je stoel te gaan zitten, zoals er al zoveel etappes zijn geweest deze editie. En opnieuw is Mathieu van der Poel, al ritwinnaar en drager van de gele trui geweest, verantwoordelijk voor het vuurwerk. Met een voor hem typerende turboversnelling op het laatste klimmetje van de dag, terwijl de weg met 18 procent stijgt, knalt hij weg bij zijn medevluchters en gaat hij op jacht naar de twee koplopers.
Jonas Abrahamsen (links) wint de etappe vóór Mauro Schmid, wanneer een demonstrant van de weg wordt gehaald. Foto Sarah Meyssonnier / Reuters
Die moeten met ruim een halve minuut voorsprong nog acht kilometer afleggen, en een ontketende Van der Poel komt tot op acht seconden. Hij kan ze zíén, de Noor Jonas Abrahamsen en de Zwitser Mauro Schmid, maar hij komt er niet bij. Het duo sprint om de dagzege, Abrahamsen wint – nadat een demonstrant met een shirt met het opschrift ‘Israel out of the Tour’ (gericht tegen wielerploeg Israel-Premier Tech) van de weg wordt gehaald. Zeven seconden later rolt Van der Poel over de streep.
Daarachter herhaalt zich het patroon van de afgelopen dagen: Visma-Lease a Bike valt aan, met dit keer Vingegaard en Matteo Jorgenson in de hoofdrollen, en Pogacar verdedigt. Het is opwindend om naar te kijken, maar netto lijkt het niks te veranderen in het algemeen klassement. En dan valt Pogacar.
Serieuze gezichten
Bij de ploegbus van UAE Team Emirates-XRG staan de gezichten na afloop van de etappe serieus. Het pak van Pogacar is kapot, hij heeft schaafwonden op zijn linkerarm en -heup. Zelf zegt de Sloveen dat de schade meevalt. „Ik ben wat huid verloren en ben een beetje gebutst, maar ik heb slechtere dagen meegemaakt.”
Nadat hij gedoucht heeft, wordt hij gecontroleerd op breuken, maar die lijken er niet te zijn. Pogacar hoeft ook niet naar het ziekenhuis.
Het is wel een nieuw barstje in het bastion van zijn ploeg. ’s Ochtends voor de start had Jhonatan Narvaez, de Colombiaanse helper van Pogacar, nog resoluut van de hand gewezen dat zijn ploeg zwakker is dan de Nederlandse ploeg van Vingegaard. „Alle renners hier hebben zich optimaal voorbereid op deze wedstrijd, dus je kunt niet stellen dat zij sterker zijn.”
Bij de finish zijn flinke schaafwonden te zien op de linkerarm van Pogacar. Foto Martin Divisek / EPA
Maar de ploeg uit de Emiraten is al Joao Almeida kwijt, de beoogde meesterknecht van Pogacar in het hooggebergte, nadat hij een rib brak bij een val in de negende etappe. Een andere klimmer van de ploeg die Pogacar moet bijstaan, Pavel Sivakov, was de afgelopen dagen ziek. Nu is ook de kopman, de soms onaantastbaar ogende Pogacar, bont en blauw.
Zijn ploegbaas Mauro Gianetti is geschrokken. „We maakten ons wel even zorgen, want je weet bij een val nooit hoe groot de schade zal zijn. Gelukkig lijkt die mee te vallen, ook al gebeurde het op volle snelheid.” Volgens Gianetti is Pogacar vooral boos over de timing van de val, die plaatsvindt op de dag voordat het peloton de Pyreneeën inrijdt.
Donderdag staat een zware bergetappe op het programma, met de finish op de top van de uiterst steile Hautacam. „We zullen ermee moeten leven”, zegt Gianetti berustend. Voor Pogacar is het kijken hoe hij herstelt gedurende de nacht. „De dag na een val ben je nooit op je best”, zei de Sloveen. „Maar ik ga morgen mijn uiterste best doen.”
Woensdagavond is een grote brand uitgebroken op het dancefestival Tomorrowland, bij de Belgische plaats Boom, vlak bij Antwerpen. Het hoofdpodium op het festivalterrein vatte vlam. Volgens verschillende Belgische media waren er ook vuurwerkknallen te horen.
De brand verspreidt zich ondanks de aanwezigheid van de brandweer snel en veroorzaakt enorme schade. Inmiddels is het volledige hoofdpodium verwoest. Tomorrowland telt nog vijftien andere podia, die voor zover bekend ongedeerd zijn gebleven.
Desondanks is het de vraag of en in welke vorm de rest van het festival door kan gaan. Zonder hoofdpodium is het logistiek ingewikkeld om de grote publieksmassa elders op te vangen en naartoe te dirigeren.
‘Kroonjuweel’
Aan de productie van het decor van het hoofdpodium ging een veeleisend proces vooraf. De VRT meldt dat sinds 2023 met liefst 35 artiesten uit tien verschillende landen wordt meegewerkt aan het decor. De Belgische zender beschrijft het hoofdpodium als „het kroonjuweel van het festival”.
Het is vooralsnog onduidelijk of er gewonden zijn gevallen. Ook over de oorzaak is nog niks bekend. Er zouden zo’n duizend medewerkers aanwezig zijn op het festival, dat nog niet open is voor publiek. Vrijdag staan de eerste optredens op de planning, waarvan het onduidelijk is of die door kunnen gaan. Inmiddels is een evacuatie bezig van alle op het terrein aanwezige medewerkers.
Wel worden de wegen rondom het festivalterrein vrijgehouden voor de hulpdiensten. De politie raadt omwonenden aan om ramen en deuren voorlopig gesloten te houden.
Tomorrowland is een dancefestival dat 400.000 bezoekers van over de hele wereld trekt. Ook onder Nederlanders is het festival populair. Het zou twee weekenden in beslag nemen. Bekende artiesten die zouden optreden zijn onder meer Afrojack, David Guetta, Axwell en Steve Aoki.