N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Libië De demonstranten houden de lokale autoriteiten verantwoordelijk voor het hoge aantal slachtoffers als gevolg van de overstromingen in Derna. Enkelen staken het huis van de burgemeester in brand.
Honderden mensen hebben zich maandag in de door storm Daniel zwaar getroffen Libische stad Derna gekeerd tegen lokale autoriteiten. Dat schrijven internationale persbureaus. De menigte keerde zich onder meer tegen Aguila Saleh, voorzitter van het Oost-Libische parlement, en Abdulmenam al-Ghaithi, de inmiddels geschorste burgemeester van Derna. Enkele demonstranten staken zijn huis in brand. Het was de eerste grote demonstratie in Derna sinds de ramp zich voltrok.
De demonstranten houden de lokale autoriteiten verantwoordelijk voor het hoge aantal dodelijke slachtoffers als gevolg van de overstromingen in Derna. De twee dammen in de stad die doorbraken vertoonden in 1998 al barsten. Autoriteiten bleven de dammen echter verwaarlozen en het geld dat voor herstel was gereserveerd werd op corrupte wijze aan andere zaken uitgegeven. Demonstranten riepen om een onderzoek naar hoe de dambreuk kon plaatsvinden.
Woede was er ook over de afwezigheid van een goed werkend waarschuwingssysteem bij overstromingen. De Wereld Meteorologische Organisatie, onderdeel van de Verenigde Naties, uitte afgelopen week al soortgelijke kritiek. Secretaris-generaal Petteri Taalas zei dat de Libische overheid „de meeste sterfgevallen” had kunnen voorkomen „als ze een normaal werkend meteorologisch servicesysteem hadden gehad”.
Een groot aantal asielzoekers wordt door het COA tijdelijk op oude cruiseboten gehuisvest. Redacteur Bram Endedijk ontdekte dat het personeel op die boten, voornamelijk Oost- Europese migranten, wordt uitgebuit. Ze maken lange dagen, worden onderbetaald en hebben nauwelijks rechten. En dit personeel wordt indirect ingehuurd door de Nederlandse staat.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].
De aanstaande Amerikaanse president Donald Trump heeft hoge invoerheffingen aangekondigd voor China, Mexico en Canada. Voor Chinese producten die de VS in komen wil hij een extra invoerheffing van 10 procent rekenen, bovenop al bestaande importtarieven. Daarnaast heeft Trump een invoerheffing van 25 procent aangekondigd voor producten uit Mexico en Canada. Dit heeft hij bekendgemaakt op zijn eigen platform Truth Social.
De heffing voor Chinese producten komt bovenop al bestaande invoertarieven. Zo voerde Trump tijdens zijn vorige presidentschap dat in 2017 begon al tarieven in tot 25 procent voor Chinese grondstoffen en producten. Deze zijn grotendeels gehandhaafd door de regering-Biden. Tijdens zijn verkiezingscampagne had Trump beloofd invoerheffingen van 60 procent op te leggen voor producten uit China. Dat lijkt vooralsnog van de baan.
Drugssmokkel
Het hoge invoertarief is volgens Trump vanwege de „enorme hoeveelheden” drugs die vanuit China via Mexico naar de VS worden gestuurd. Het gaat volgens Trump vooral over de drug fentanyl, een synthetische vervanger van heroïne die in de VS jaarlijks tienduizenden dodelijke overdosissen veroorzaakt. Trump schrijft dat het invoertarief van kracht blijft, totdat Canada en Mexico een oplossing vinden voor de drugssmokkel en de asielstroom naar de VS.
Mexico, China en Canada zijn de drie grootste handelspartners van de VS. Het voorgestelde tarief is volgens persbureau Reuters in strijd met een handelsovereenkomst die Trump in 2020 sloot met Canada en Mexico. Voor die twee landen is de VS de belangrijkste handelspartner. Meer dan 83 procent van alle export uit Mexico ging vorig jaar naar de Verenigde Staten, zo’n 75 procent van alle export uit Canada kwam in dat jaar in de VS terecht.
Liveblog Amerikaanse politiek
Speciaal aanklager trekt rechtszaken tegen Trump in
Omdat het jaar alweer ten einde loopt, zo’n jaar gaat als het laat wordt ineens met reuzesprongen, overwogen we maar vast eens welk gedicht we zouden gaan gebruiken voor de nieuwjaarskaart. Vorig jaar hadden we er een uitgezocht die we toen toch niet gebruikten omdat we een gedicht ontmoetten, kersvers en geheimzinnig, dat er echt om vroeg om onder de mensen te komen. Dus we keken weer naar die eerste keus van vorig jaar en ja, een prachtig gedicht, van Czeslaw Milosz, over geluk dat wacht om opgemerkt te worden door stervelingen, heel gewoon geluk. Het geluk van ‘gloeiende zon op de bladeren, het vurige zoemen van de hommels/ ergens ver weg’. Van even precies daar zijn waar je wilt zijn. Ideaal voor een nieuwjaarswens.
Toch aarzelden we. Het leek een beetje raar, wereldvreemd bijna, om de mensen een gedicht te sturen over heel gewoon geluk. Alsof wij niet in de gaten hebben wat er in de wereld aan de hand is, de verschrikkingen in Soedan, in Gaza, in Oekraïne, al die mensen die verdreven worden en die dan onder meer hier terecht komen en geen plaats vinden om hun hoofd neer te leggen omdat wij (Nee! Niet ‘wij’. Zij!) menen dat vluchtelingen de oorzaak zijn van al onze problemen. En dan praat je nog niet over het klimaat, wat het ook moeilijker maakt om je te verheugen in zonlicht, al moet een mens zich natuurlijk wel in zonlicht blijven verheugen.
Is het nu al zo ver gekomen dat geluk iets is om je voor te schamen? Dat zou wel het toppunt zijn. Ik lees ongeveer elke dag in de bloemlezing van Elisabeth Lockhorn die ‘de mooiste gedichten over geluk’ koos, onder de wel wat erg optimistische titel Het komt goed. Ik weet niet of het goed komt. De gedichten die erin staan weten dat ook niet, ze zeggen er niet veel over. Ze zeggen alleen maar op allerlei manieren dat geluk bestaat. Soms. Vaak hebben ze het helemaal niet over geluk, maar kun je uit wat ze wel zeggen opmaken dat het bestaat, en dat het je ten deel kan vallen, bijvoorbeeld als je opmerkt dat de wereld niet effen is maar vol van ‘bontigheid’ zoals Leo Vroman de ‘dappled things’ van Gerald Manley Hopkins vertaalt, die God looft voor ‘bloemsproetjes op vlugge forellen/ voor vonkgepoft kastanje-herfstlicht’ en nog zo het een en ander aan gestippelds, gestreepts, gevlekts, geruits.
Dichters weten ook wel dat de wereld niet bepaald uit bloemsproetjes bestaat, uit narcissen in het voorjaar, zondagmorgens met zon op de ontbijttafel. ‘Tracht de verwonde wereld te bezingen’ schrijft Adam Zagajewski, ‘Je zag vluchtelingen op weg naar nergens,/ je hoorde de beulen een lied van vreugde zingen’. Maar desondanks ‘Bezing de verwonde wereld’. Of misschien: juist daarom.
Niemand heeft er iets aan als we de wereld uitsluitend als een verzameling ellende, verdriet en wanhoop beschouwen. En zelfs dan: Anna Enquist heeft het over ‘wanhoop’ die ‘met windkracht tien/ in haar rug staat’ en vraagt zich af wat haar gaande houdt. En beantwoordt dat: ‘Dat zij gaat/ houdt haar gaande. Zij gaat.’
Degenen die op weg gaan, hun huizen hun gevoel van thuis-zijn achterlaten, die in gammele bootjes gaan zitten en hun kinderen zien verdrinken, ze willen toch leven. En als het kan niet alleen maar zo’n beetje bestaan, nee erin geloven, God prijzen voor bontigheid, voor stilte met geluiden ver weg, voor het geloof, even, dat het leven is iets is om blij mee te zijn, dat geluk bestaat.