Opinie | De hoofdredactie wil het NRC-redacteuren niet verbieden te demonstreren

Het was voldoende kopij om een vierbaansweg te blokkeren. Of, als je de woorden in een waterkanon zou stoppen, om die weg weer schoon te spuiten. De blokkade-acties van Extinction Rebellion (XR) op de A12 in Den Haag brachten NRC volop in beweging, in de eerste plaats al vooraf, toen de vraag opkwam of er eigenlijk regels waren voor het deelnemen aan demonstraties door NRC-redacteuren. Waarbij het dan niet ging om de actie voor inflatie-compensatie bij NRC, die donderdag leidde tot een werkonderbreking annex werkoverleg juist buiten de redactieburelen in Amsterdam, overigens zonder dat het verkeer in de Nes daar noemenswaardige hinder van ondervond.

De NRC Code stelt dat redacteuren „zoals elke burger” lid mogen zijn van een politieke partij, maar geen politieke nevenfuncties mogen vervullen en hun naam niet mogen verbinden aan „actiegroepen, reclamecampagnes of inzamelingsacties”. Er is een aantal NRC-journalisten dat zich betrokken voelt bij de acties van XR. Voor de hoofdredactie geldt dat deze redacteuren niet wil verbieden om te demonstreren, zegt plaatsvervangend hoofdredacteur Patricia Veldhuis. „Dat is een grondrecht. Wel is het zo dat als iemand meedoet aan een demonstratie en daarna over hetzelfde onderwerp schrijft, het kan lijken dat NRC niet objectief is. We vinden dat iedereen zich daar bewust van moet zijn.” Voor de volledigheid: de ombudsman zit bij demonstraties veilig thuis.

De meest gewichtige kolom

Intussen deed de redactie met overgave haar journalistieke werk, te beginnen met een uitgebreid artikel op 4 september, over hoe de fossiele subsidies (de verzamelnaam voor belastingkortingen waar grootverbruikers van energie voordeel van hebben) veel omvangrijker zijn dan eerder werd aangenomen. Het was niet het enige artikel waarin de argumenten stonden die door Extinction Rebellion werden gedeeld. In de aanloop naar de demonstratie werd bij Opinie betoogd dat de blokkade een noodzakelijke vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid was. Ook schreef een wetenschapper dat hij eigenlijk in toga had willen demonstreren. In de zaterdagkrant stonden – naast een inzichtelijk artikel over hoe XR zich een rol aan de vergadertafels heeft weten te verwerven – bovendien een demonstrant-filosofe (Lisa Doeland, in een interview) en een demonstrant-voedselwetenschapper (Martijn Katan, in zijn column). Op de opiniepagina’s werd betoogd dat klimaatactivisten de kracht van wanhoop toonden.

Stonden dan alle kolommen van de krant vol argumenten om af te reizen naar de A12? Nee, de meest gewichtige kolom van de krant bracht een tegengeluid. Het hoofdredactioneel commentaar riep politieke partijen op om snel duidelijk te maken wat voor klimaatplannen ze hebben en noemde het „heel begrijpelijk dat XR met wegblokkades aandacht vraagt voor misschien wel het grootste vraagstuk van deze tijd”. Dat begrip leidde niet tot goedkeuring: „Wel is het van belang de wet te respecteren.”


Op zaterdag had NRC twee verslaggevers ter plaatse, een tussen de demonstranten en eentje aan de overzijde, bij de politiemensen. Demonstratieverslagen schieten lezers vaak in het verkeerde keelgat: bij een vorige blokkade-actie van XR meldden zich diverse lezers die zich hadden gestoord aan een reportage waarin, volgens hen, te weinig aandacht werd geschonken aan het feit dat de demonstranten de wet overtraden. Nu kwam de kritiek van de andere kant. Lezers vonden, vooral op sociale media, dat verslaggever Titia Ketelaar onvoldoende kritische vragen had gesteld aan de agenten over het in de ogen van de demonstranten gebruikte geweld. Dat was de invalshoek niet, zegt Ketelaar. „Ik heb twee jaar geleden al een verzoek bij de politie ingediend om eens mee te mogen kijken tijdens een demonstratie. Ik wilde laten zien hoe de politie te werk gaat, hoe zo’n dag voor de agenten verloopt.”

Verder hadden veel lezers het artikel ‘los’ onder ogen gekregen. Zij vroegen zich af waarom NRC koos voor het perspectief van de sterke arm, alsof de actie in de eerste plaats een complicatie in de handhaving van de openbare orde was. Dat Ketelaars reportage vergezeld ging van eentje door Rein Wieringa tussen de ‘rebellen’ was niet iedereen opgevallen. Los daarvan hoeft niet elk artikel alle vragen over een onderwerp te behandelen.

Doden in Libië

Zeker niet als die artikelen met zo veel zijn. Na het weekend ging de productie gestaag door. Ik las twee artikelen over de (wonderlijke) beslissing om bij Veilig Thuis melding te maken van al dan niet in gezelschap van hun ouders aangehouden minderjarigen. Over de juridische achtergronden van blokkade en politieoptreden verschenen een column en een uitlegartikel; de werking van het recht en het functioneren van de overheid zijn nu eenmaal onderwerpen waarbij de NRC-redactie zich op het gemak voelt. Columnisten belichtten respectievelijk klimaatrechtvaardigheid en het witte demonstratieprivilege. Het liet ook de lezers niet onberoerd: NRC drukte in ruim een week tijd acht ingezonden brieven af, waarvan er zich zes tegen de acties van XR keerden.

Zo werd het begin van de blokkade-estafette van alle kanten belicht, maar ook van goede stukken kan het je gaan duizelen. Intussen eiste – terwijl de A12 nog dagelijks werd geblokkeerd – de fysieke verschijningsvorm van „misschien wel het grootste vraagstuk van deze tijd” zijn plaats in het nieuws weer op, met de storm die duizenden mensen in Libië het leven kostte. Daarbij wordt nu nog uitgelegd dat extreem weer door klimaatverandering vaker voorkomt. Het zal niet lang meer duren tot die laatste vaststelling uit het nieuws verdwijnt, maar dat is misschien niet iets om ons op te verheugen.

Arjen Fortuin

Reacties: [email protected]