Wietproef begint in december in Breda en Tilburg

Legalisering Twee van de tien telers die meedoen aan het wietexperiment mogen deze winter gaan leveren. Inmiddels heeft de wietproef zoveel vertraging opgelopen dat het kabinet besloot om deze „aanloopfase” in te stellen.

Wiet in een coffeeshop.
Wiet in een coffeeshop. Foto Robin van Lonkhuijsen

Eind dit jaar mogen twee telers van het wietexperiment gaan leveren aan coffeeshops in Breda en Tilburg. Dat schrijven ministers Ernst Kuipers (Volksgezondheid, D66) en Dilan Yesilgöz (Justitie en Veiligheid, VVD) vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer. Op 15 december begint de zogenaamde „aanloopfase” van de wietproef. Die is bedoeld om alvast „op kleine schaal ervaring op te doen” voor het volledige experiment.

Het doel van het experiment is te testen of wiet gelegaliseerd kan worden in Nederland. Er doen tien door het Rijk geselecteerde cannabistelers mee en coffeeshops in tien gemeenten: Arnhem, Almere, Breda, Groningen, Heerlen, Hellevoetsluis, Maastricht, Nijmegen, Tilburg en Zaanstad. Eigenlijk had de proef in de tweede helft van 2021 moeten beginnen, maar hij liep steeds vertraging op. Daarom besloot het kabinet begin dit jaar de aanloopfase in het leven te roepen en alvast drie telers te laten beginnen in Brabant. Maar of die op tijd gereed zouden zijn, was nog ongewis.

Amsterdam

Nu blijkt dus dat niet drie, maar twee telers kunnen gaan leveren. Kuipers en Yesilgöz schrijven dat ze de aanloopfase toch willen laten beginnen „voor het behouden van draagvlak voor het experiment”. De fase zal niet langer duren dan zes maanden. Ze verwachten dat de volgende twee telers vanaf februari volgend jaar kunnen gaan leveren.

Mogelijk gaat een elfde gebied meedoen aan het experiment: het stadsdeel Amsterdam-Oost. Maar het kabinet acht het „onwaarschijnlijk” dat Amsterdam-Oost gelijktijdig met de andere plaatsen kan beginnen.

Lees ook dit artikel: Het landelijk wietexperiment had allang van start moeten gaan, maar het ene na het andere probleem dient zich aan