N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie Muziek
Albumrecensie De Amerikaanse zangeres Olivia Rodrigo (20) levert met ‘Guts’ een sterke tweede plaat af: een muzikale snapshot van de levensfase waarin je je afvraagt of alles altijd zo’n zooitje zal blijven.
Twaalf seconden duurt de schreeuw op het openingsnummer van Olivia Rodrigo’s nieuwe album Guts. In ‘All-American Bitch’ geeft de twintigjarige zangeres haar woede ruim baan, maar in het echte leven houdt ze zich in, zingt ze. „I don’t get angry when I’m pissed / I’m the eternal optimist / I scream inside to deal with it”. De coupletten van het liedje zijn lieflijk, zacht, akoestisch, maar de refreinen hard, overstuurd, poppunk. Aan de buitenkant het perfecte plaatje moeten presenteren, terwijl je van binnen kapotgaat. De scherpte waarmee Rodrigo zulke universele ervaringen beschrijft, maakte haar in korte tijd een van de populairste muzikanten van het moment.
Rodrigo’s debuutsingle ‘Drivers License’ (2021) verbrak meerdere streamingrecords. Het bijbehorende album Sour – dat ze schreef toen ze zeventien jaar oud was – stond vijf weken op nummer een in de Amerikaanse albumhitlijst en won een Grammy voor Best Pop Vocal Album. Bij haar eerste Nederlandse concert, vorig jaar in een uitverkochte Afas Live in Amsterdam, biggelden bij de veelal jonge bezoekers de tranen over de wangen van ontlading.
Op break-upplaat Sour wisselde Rodrigo gevoelige ballads af met zo nu en dan een poppunky uitschieter; op Guts is die balans omgekeerd. De emoties zijn nog altijd even rauw, de thema’s – onzekerheid, jaloezie, sociaal ongemak, relaties – even herkenbaar. Maar er is nu meer ruimte voor plezier, voor een brutale lach, een snedige opmerking en voor de elektrische gitaar. „Ons doel was iets speelsers te maken; een album dat zichzelf niet zo serieus neemt”, vertelt de zangeres in een interview voor de cover van muziekblad Rolling Stone.
Neem het droogkomische ‘Bad Idea Right?’, waarin Rodrigo in eigenwijs parlando toegeeft dat ze tegen beter weten in toch weer met haar ex in bed belandt. Of ‘Get Him Back!’, waarin ze een oude liefde even graag terug wil winnen als terug wil pakken: „Wanna kiss his face / with an uppercut”. Haar toon is speels, soms een beetje pesterig, met een knipoog, ergens tussen ‘Chaise Longue’ van Wet Leg en ‘Mickey’ van Toni Basil.
Duik in het verleden
Op Sour hoorde je al de invloed van vrouwelijke rockartiesten uit de jaren nul zoals Avril Lavigne, The Veronicas en Paramore. Nu duikt Rodrigo verder terug in de tijd, de platenkast van haar moeder in, die elke ochtend voor haar dochter Fontanelle (1992) van punkrockband Babes in Toyland draaide. In liedjes als ‘All-American Bitch’ en ‘Ballad of a Homeschooled Girl’ hoor je echo’s van bands als Hole en het vroege No Doubt. Niet alleen vanwege de alt-rock sound uit de jaren negentig maar ook door de manier waarop ze haar frustraties over de wereld en haar plek daarin uit, in bijtende meeschreeuwrefreinen: „Each time I step outside, it’s social suicide / Wanna curl up and die!”
Natuurlijk zijn er ook ballads in de stijl van Olivia’s doorbraakhit: openhartig en hyperspecifiek maar toch (of juist daarom) herkenbaar. En schrijnend is het wanneer ze zich op ‘Teenage Dream’ afvraagt of haar beste jaren al achter haar liggen: „When am I gonna stop being great for my age and just start being good?” Ook als die verwarrende fase van opgroeien voor de luisteraar inmiddels oud zeer is, weet Rodrigo de stekende onzekerheid van destijds weer naar de oppervlakte te brengen.
Na een veelbelovend debuut levert Olivia Rodrigo met Guts een sterke tweede plaat af, een snapshot van een chaotische levensfase waarin je je afvraagt of alles altijd zo’n zooitje zal blijven in je hoofd en in je leven. „They all say that it gets better, but what if I don’t?” zingt ze.
Guts beantwoordt die vraag: geen zorgen, het beter worden is al begonnen.
Lees ook het profiel Wie is Olivia Rodrigo