N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Katalysator In bijna alle door de Inspectie Justitie en Veiligheid onderzochte families leidde het fraudestempel tot verergerde financiële stress, met een kinderbeschermingsmaatregel tot gevolg.
Het onterecht terugvorderen van kinderopvangtoeslag leidde bij meerdere gedupeerde gezinnen tot verergering van al bestaande problematiek. Dat blijkt uit een rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid dat woensdag is gepubliceerd. De Inspectie deed onderzoek bij twintig families die te maken kregen met een kinderbeschermingsmaatregel, en onderzocht waarom zij in aanraking kwamen met jeugdbescherming nádat de Belastingdienst hen onterecht had aangemerkt als toeslagenfraudeur.
Van deze twintig onderzochte gezinnen verkeerde de meerderheid al in kwetsbare posities. Zo leefden of leven de meeste gezinnen in armoede. Voor vele was de terugvordering onbetaalbaar. Dit leidde bij een meerderheid tot verergerde financiële stress. De hulp die daarvoor werd geboden bleek vaak weinig effectief en de Belastingdienst hield geen rekening met de al bekende omstandigheden, aldus het rapport. De kinderbeschermingsmaatregel werd daarna ingesteld omdat de opeenstapeling van problemen de ontwikkeling van de kinderen vermoeilijkten.
De kinderbeschermingsmaatregel hield onder meer in dat er sprake was van ‘ondertoezichtstelling’ met of zonder uithuisplaatsing. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek werden er door de Kinderbescherming tussen 2015 en eind juni 2022 2.090 ‘toeslagenkinderen’ uit huis geplaatst. De inspectie vraagt in het rapport het Rijk en gemeenten bij het bestrijden van kinderarmoede goed te letten op kwetsbare omstandigheden met betrekking tot het innen van schulden.
Eerst een verkort citaat: „De president zal, als hij denkt dat het openbaar belang daarbij gebaat is, bij proclamatie nieuwe of aanvullende importheffingen specificeren en vaststellen op producten […] van enig ander land” dat in de praktijk de handel van de VS discrimineert.
De passage is langer en komt uit de beruchte Smoot-Hawley Tariff Act. Daarmee stelden de VS in 1930, midden in de zware recessie die volgde op de krach van Wall Street, importtarieven in. Dat was het startschot van een internationale race van steil oplopende invoerrechten die sterk zou bijdragen aan de wijdverbreide Grote Depressie van de jaren dertig.
Landen boden tegen elkaar op met heffingen en devalueerden daarna hun munten om concurrerender te worden tegenover handelspartners. De loskoppeling van de munten aan goud die daarvoor nodig was, werd een algemene trend, die overigens pas in 1936 werd gevolgd door het kabinet-Colijn – een late timing die grote schade aanbracht aan de Nederlandse economie die in de tussentijd enorm aan concurrentiekracht verloor.
Smoot-Hawley laat twee dingen zien die op dit moment relevant zijn. Het eerste is dat de VS er destijds niet voor terugschrokken als eerste de knuppel in het heffingenhoenderhok te gooien – een daad die president Trump in zijn eerste termijn herhaalde en waar zijn opvolger Biden op heeft voortgeborduurd. Deze week dreigde Trump forse importheffingen op te leggen aan China, Mexico en Canada bij zijn terugkeer als president.
Het tweede is dat Smoot-Hawley de president veel vrijheid gaf bij handelspolitiek. Het primaat lag voorheen vrijwel volledig bij het Congres. Sindsdien is dat verder uitgehold. Het Witte Huis mag eigenhandig steeds meer. Een nieuwe wet uit 1962, ten tijde van de Cubacrisis, gaf de president extra bevoegdheden wanneer de ‘nationale veiligheid’ in het geding was – een reden die Trump in 2018 opgaf voor hogere tarieven op staal en aluminium. En zo zijn er veel meer. Het Congres heeft zelf de bevoegdheden die het inmiddels heeft afgestaan aan het Witte Huis op een rijtje gezet.
Europa mag zich schrap zetten voor nieuwe handelsfricties wanneer Trump begin volgend jaar aantreedt. Maar China is het land dat zich écht zorgen moet maken. Het heeft er alle schijn van dat de VS liever zoveel mogelijk rust willen in Europa – ook wat betreft de oorlog in Oekraïne – om zich volledig te kunnen richten op beteugeling van de opkomende supermacht.
Volgens een grote meerderheid in een recente poll van persbureau Reuters onder twintig economen die werken bij grote banken en beleggers, zal Trump begin volgend jaar meteen de tarieven op Chinese import verhogen. Maar de 60 procent waarover hij het tijdens de verkiezingscampagne had, komt er voorlopig niet. Gemiddeld gaan de geraadpleegde economen uit van tegen de 40 procent:
En dat komt Beijing op dit moment extra slecht uit, want de economie is kwetsbaar. De impact op China’s economie van tarieven tussen 45 en 60 procent, als dat ervan komt, zou aanzienlijk zijn. De geraadpleegde economen voorzien een groei die 1,5 procent lager uitpakt. Om dit in perspectief te zetten: zonder dit tariefeffect verwachten zij gemiddeld al een relatief lage groei van nog maar 4,2 procent in 2025.
China zit midden in een vastgoedcrisis, na decennia van explosieve groei en waardestijging. De binnenlandse vraag, van consumptieve uitgaven tot investeringen, verschrompelt. En waar die binnenlandse vraag tekortschiet, zullen bedrijven het nog meer dan voorheen zoeken in buitenlandse vraag: de export dus. Als de VS die aan banden leggen door hoge invoertarieven, zou je kunnen spreken van een ‘perfecte storm’ voor de Chinese economie. Europa moet zich dus óók voorbereiden op een golf van Chinese producten die niet meer in de VS kunnen worden afgezet.
Wat te doen? Eigenlijk ligt dat voor de hand. China is, zoals zoveel opkomende markten, groot geworden door zich te richten op uitvoer, en de binnenlandse vraag in wezen te verwaarlozen. Van de tien grootste economieën hebben de VS het grootste aandeel van particuliere consumptie in de economie, en heeft China het laagste.
Juist bevordering van de binnenlandse consumptie zou voor Beijing de beste oplossing zijn. De welvaart van de gemiddelde Chinees zou erop vooruitgaan én de afhankelijkheid van export zou afnemen. Het wachten is dus op een grootscheeps regeringspakket om de binnenlandse bestedingen op te jagen – nog meer dan China tot nu toe deed. Voor zover het land zich dat, gezien zijn toch al hoge staatsschuld, kan permitteren.
De relatief lage Chinese groei heeft overigens nóg een gevolg: voor China en de VS is het belangrijk wie van beide de grootste economie van de wereld heeft. Dat heeft vooral te maken met prestige, maar ook met macht. China leek lang een inhaalsla te maken. Maar nu de krimp van de Chinese bevolking groter lijkt te worden dan gedacht en de economische groei per hoofd van de bevolking lager dan gedacht, is het nog maar de vraag of China de Verenigde Staten ooit nog inhaalt. En dát had tien jaar geleden vrijwel niemand voorzien.
De Erasmus Universiteit gaat een onderzoek instellen naar de masterscriptie van PVV-staatssecretaris Vicky Maeijer vanwege mogelijke plagiaat. BNR Nieuwsradio meldde woensdagavond dat de oud-student honderden passages uit bestaande werken overnam in haar masterscriptie.
BNR liet de scriptie controleren door software die plagiaat kan detecteren. Daaruit bleek dat het 69 pagina’s tellende document „vrijwel woord voor woord” is overgeschreven. Maeijer noemt de meeste bronnen weliswaar in de lijst met verwijzingen, maar wekt volgens BNR de indruk de tekst zelf te hebben geschreven.
De scriptie van de huidig staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke Zorg ging over een zaak bij het Europees Hof over de bevriezing van tegoeden van een zakenman vanwege mogelijke banden met Al Qaida-oprichter Osama bin Laden. In 2009 voltooide Maeijer de master International & European Public Law.
Twee van de drie experts die de scriptie op verzoek van BNR inzagen vinden het bewijs voor academische fraude „zeer overtuigend”. Volgens een derde heeft Maeijer weliswaar veel gekopieerd, maar doet de bewindspersoon geen „claim van originaliteit”.
Een woordvoerder van de Rotterdamse universiteit zegt dat de commissie de casus behandelt „als elke casus” en „geen onderscheid maakt tussen studenten en oud-studenten, of tussen prominenten en niet-prominenten”. Bij een concreet vermoeden van plagiaat, waarvoor geen verjaringstermijn geldt, kunnen betrokkenen worden gehoord.
Tegenover persbureau ANP zegt de staatssecretaris het schrijven van haar scriptie „te goeder trouw en met de beste intenties” te hebben gedaan. Haar woordvoerder onthoudt zich van een verdere verklaring.
De licentiecommissie van de KNVB heeft voetbalclub Vitesse opnieuw bestraft. Er worden 21 punten in mindering gebracht, nadat het eerder dit seizoen al een straf van 12 punten kreeg, waarvan zes voorwaardelijk. Hierdoor komt Vitesse, op dit moment al laatste in de Eerste Divisie, uit op een puntentotaal van min vijftien. Het al de derde keer in minder dan een jaar tijd dat de club op deze manier wordt bestraft.
Dat Vitesse deze zware sanctie krijgt opgelegd komt vooral doordat de Arnhemse club over een langere periode „niet tijdig en onvolledige financiële rapportages” heeft ingediend, schrijft de licentiecommissie in een persbericht. Het gaat om de jaarstukken over het seizoen 2022-2023 en de prognose voor 2023-2024 (6 punten in mindering), de halfjaarcijfers over 2023-2024 (3 punten) en de jaarstukken over 2023-2024 en de prognose voor 2024-2025 (3 punten).
Daarnaast zijn er negen punten in mindering gebracht vanwege het achterhouden van een zogeheten side letter bij de beoogde overname van Vitesse door ondernemer Guus Franke. Dit betrof een geheime afspraak tussen Franke en durfinvesteerder Coley Parry, met 17 miljoen euro de grootste schuldeiser van de door financiële problemen geplaagde club.
Door het ontbreken van de bijlage had de commissie geen compleet beeld van de beoogde overname, die inmiddels van de baan is. „Het is aan Vitesse om volledige en juiste informatie van een (beoogd) aandeelhouder te verkrijgen alvorens deze informatie aan de licentiecommissie te verstrekken”, schrijft de onafhankelijke commissie.
De proflicentie van Vitesse is niet ingetrokken vanwege „het belang van de continuïteit van de competitie”, schrijft de licentiecommissie.
Vitesse stelt in een reactie op de eigen website niet in beroep te gaan tegen de straf.