N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Demonstratierecht De politie dient door iedereen te worden gehoorzaamd – goedschiks of kwaadschiks. Maar heeft het gezag wel iets in handen om de blokkades of bezettingen tegen te gaan? Vijf vragen over de politie en demonstranten.
De A12-blokkades in Den Haag door Extinction Rebellion (XR) stellen het recht op vrije vergadering en betoging uit artikel 9 van de Grondwet stevig op de proef, zeker als ze dagelijks plaatsvinden. Politie, lokaal gezag en actievoerders hebben dan houvast aan de Wet openbare manifestaties waarop afspraken en richtlijnen zijn gebaseerd, die worden gecontroleerd door de rechter. Toch zorgen grote demonstraties vaak na afloop voor verontwaardiging en misverstanden, vooral op sociale media.
1 XR blokkeert de weg en legitimeert dat met een beroep op burgerlijke ongehoorzaamheid. Is dat iets anders dan het recht op demonstratie?
Naast „milieunoodtoestand” is burgerlijke ongehoorzaamheid inderdaad een belangrijk argument van XR om zich juist niet te hoeven houden aan wettelijke demonstratieregels: je demonstratie aanmelden (‘kennis geven’), in gesprek gaan met de gemeente, beperkingen accepteren over locatie en duur. En daarna eventueel daartegen in bezwaar en beroep gaan bij diezelfde gemeente en de onafhankelijke bestuursrechter. De keus is vervolgens: of de beperkingen aanvaarden of de demo afgelasten.
Burgerlijke ongehoorzaamheid is geen juridische term, maar een politiek moreel begrip waarmee die rechtsregels juist worden ontkend. Het vat situaties samen waarin in het openbaar op transparante wijze en met een duidelijk maatschappelijk doel symbolisch de wet wordt overtreden. Het is geen blanco cheque of een soort juridische joker, waarmee je tijdelijk even de regels niet van toepassing verklaart. Juist het overtreden van die regels is het doel van de actie. De rechter beschouwt burgerlijke ongehoorzaamheid als een gewone vorm van demonstreren die ook in dát kader wordt beoordeeld. Nee dus, juridisch is er geen verschil.
2 Mag de politie geweld gebruiken, ook als demonstranten dat nadrukkelijk niet doen?
Dit is een van de meest hardnekkige misverstanden, tevens bron van polarisatie. ‘Toen deed de politie dit en nu gebeurt er dat, hoe kan dat?’ De verwijten buitelden over elkaar heen op sociale media. Er zou sprake zijn geweest van ongelijkheid en vooringenomenheid. Voor de een was de waterstraal te hard, voor de ander weer niet hard genoeg.
In de rechtsstaat is het uitgangspunt dat het gezag zich beperkt tot het faciliteren van demonstraties, ongeacht de inhoud. De politie ‘begeleidt’ dus, maar moet wel waken voor de eigen veiligheid en die van anderen. En ze moet ook de opgelegde beperkingen van de gemeente handhaven. Houden demonstranten zich daar niet aan (of ontkennen ze die), dan volgen waarschuwingen. Het feitelijk handhaven dat daarop volgt, moet altijd proportioneel blijven: zo gematigd mogelijk. Daarin heeft het gezag beleidsvrijheid, met geweld als allerlaatste mogelijkheid. Bij de ene demonstratie kan dat – op basis van de inschatting op straat – massale inzet zijn. Daarbij mag gekozen worden voor ME-uitrusting met helmen en bodygear, waterwerpers, politiepaarden en -honden, traangas, wapenstok, taser en uiteindelijk zelfs het vuurwapen. Of men kan het laten bij straattenue, „mensen doorlopen!” roepen, een waterwerper op sproeistand en rolbrancards, zoals dit weekend.
De praktijk is weerbarstiger. Bij de boerenprotesten was zowel sprake van overmacht bij de demonstranten als van stille sympathie onder sommige politiemensen. Bij de nogal vijandige coronademonstraties werd de politie zélf op de korrel genomen – er waren militante ‘Defend’-groepen aanwezig. De kern is dat de politie staatsrechtelijk de laatste linie vormt tegen de anarchie. De politie vertegenwoordigt het geweldsmonopolie van de staat en dient ten slotte door iedereen te worden gehoorzaamd – goedschiks of kwaadschiks. Niet iedere burger snapt dat of accepteert dat nog.
Burgerlijke ongehoorzaamheid is geen blanco cheque of juridische joker, waarmee je tijdelijk even de regels overboord kan gooien
3 Waarom treedt de politie de ene keer zó veel harder op dan de andere keer?
Dat blijkt maatwerk. De XR-demonstratie was meer een manifestatie dan een confrontatie, wat demonstraties vaak óók zijn. De sfeer was ontspannen, de politie was zelf geen doelwit, er waren geen onvoorspelbare of agressieve tegendemonstraties, die werden ook niet verwacht. De politie taxeert altijd de menigte. Is men georganiseerd, vijandig, zwijgzaam, wat draagt men bij zich, waar gaat het eigenlijk over, zijn er meelopers die de politie kent van eerdere confrontaties? Dat bepaalt de politie-uitrusting en de bejegening.
Het publiek op de A12 werd als vreedzaam ingeschat – het was ook niet met trekkers gekomen. Een zachte aanpak dus. Behalve de minst belastende, was dat ook de meest efficiënte vorm van handhaving. Maar ook dan kan er iemand onderuit worden getrokken die zich wel verzet, ook met de wapenstok. Geweldloze demonstranten die zich niet houden aan legitieme politie-instructies nemen dit risico zelf, al dan niet bewust. Voor wie zich onjuist bejegend voelt, staan er dan weer klachtprocedures open, tot aan de rechter.
4 Waarom bestraft de rechter vreedzame demonstranten die een snelweg blokkeren of een pand bezetten niet – en vervolgt het OM dus ook niet?
In de kern omdat het demonstratierecht toch zwaarder weegt dan de hinder die het protest veroorzaakt en het nadeel daarvan voor de ander. Weliswaar vindt de strafrechter het verwijderen van demonstranten rechtmatig, maar de aanhouding, het lange oponthoud op het bureau en de vervolging, vindt hij toch een te grote inbreuk op het demonstratierecht. Na een recente bezetting van een gebouw van het Pensioenfonds zorg en welzijn in Zeist door XR, vond de rechter in hoger beroep straf overbodig „gezien de vreedzame wijze” waarop het ging, de beperkte overlast en het ontbreken van schade. Om dan 4,5 uur op het bureau te worden vastgezet en vervolgens strafrechtelijk te worden vervolgd, gaat te ver. Dat ziet de rechter als een ‘verkillend effect’ op die zo belangrijke vrijheid van demonstratie. Er mag dus veel.
5 Staat het OM nu met lege handen?
Voorlopig wel. Het blokkeren van een snelweg of het bezetten van een kantoor is nu niet meer dan een (lichte) overtreding van de Wet openbare manifestaties, die de rechter als een kleinigheid beoordeelt. Om toch nog wat tegendruk te kunnen geven, zoekt het OM het nu in het vervolgen wegens opruiing van degenen die oproepen naar zo’n verboden blokkade te komen. Of het vervolgen van degenen die als eerste de weg oplopen. Die creëren dan een strafbare, want gevaarlijke, verkeerssituatie. Wie zich fysiek verzet tegen de politie was altijd al strafbaar. En wie graffiti spuit kan natuurlijk worden vervolgd voor vernieling. Bij het OM wordt nagedacht over het vervolgen van demonstranten die bij herhaling de A12 blokkeren. Maar vooralsnog is de vreedzame blokkerende demonstrant die niet in de voorhoede staat, incidenteel meedoet en zich door de politie laat wegsturen, wegkruien of meenemen, buiten bereik van het strafrecht.
Lees ook dit artikel: Niemand weet echt wat de regels voor demonstraties zijn