N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Conflict De Soedanese paramilitaire Rapid Support Forces, dat Khartoum grotendeels in handen heeft, beschuldigt het Soedanese leger van de aanval. Sinds het begin van de oorlog in Soedan vielen er honderden burgerdoden.
Rook na een eerdere luchtaanval in Khartoum, op 1 mei. Mohamed Nureldin Abdallah/Reuters
In de Soedanese hoofdstad Khartoum zijn zondag zeker 43 burgers omgekomen door luchtaanvallen met drones. Ook zijn tientallen mensen gewond geraakt. Dat melden internationale persbureaus op basis van informatie van activisten en medische vrijwilligers. Niet eerder sinds het begin van de oorlog in Soedan, die zo’n vijf maanden geleden uitbrak en voor een humanitaire crisis heeft gezorgd, kwamen meer burgers om bij één aanval.
De Soedanese paramilitaire Rapid Support Forces (RSF), dat onder leiding staat van generaal Hemedti, heeft in een verklaring het Soedanese leger beschuldigd van de aanval. Dat deden de paramilitairen ook na eerdere aanvallen. Het Soedanese leger ontkent verantwoordelijk te zijn en geeft de RSF juist de schuld. Duidelijk is dat de RSF grote delen van Khartoum in handen heeft en het Soedanese leger van president Abdel Fattah al-Burhan eerder meermaals luchtaanvallen uitvoerde op het paramilitaire leger. Dat levert hen weinig op; de president lijkt in de oorlog aan de verliezende hand.
Het conflict tussen de RSF en het leger brak in april uit, en speelt zich voornamelijk af in en rondom Khartoum. Nadat generaal Hemedti in 2021 vicepresident werd onder al-Burdan, zou de RSF onderdeel worden van het regeringsleger. Een meningsverschil over de uitvoering daarvan leidde tot het conflict, dat inmiddels honderden burgers het leven heeft gekost.
Miljoenen ontheemden
Door de oorlog raakten miljoenen Soedanesen ontheemd, in eigen land dan wel over de grens. De Verenigde Naties noemden de oorlog afgelopen week nog „een humanitaire noodtoestand van epische omvang”, en waarschuwden dat honderdduizenden kinderen door ondervoeding zullen sterven als hulp uitblijft.
Ondertussen vinden in de westelijke regio Darfur nog steeds etnische zuiveringen plaats door de RSF, of door Arabische milities die met de RSF samenwerken. Het conflict is al jaren aan de gang, maar leefde onlangs opnieuw op. De strijd in Darfur gaat tussen volkeren van Arabische en van Afrikaanse afkomst. Volgens onder meer de Soedanese ngo de Professional Pharmacists Association liggen in de stad El Geneina elfduizend lichamen begraven in massagraven.
Op de derde dag van het grensconflict tussen Thailand en Cambodja blijft de spanning hoog: Thailand beschuldigt Cambodja ervan raketten te hebben afgevuurd op hun gezamenlijke buurland Laos. Dat melden persbureau AP en Zuidoost-Aziatische media zaterdag. Bij die raketaanval zouden huizen beschadigd zijn geraakt.
Het Cambodjaanse ministerie van Defensie verwerpt de aantijging en spreekt van een „gefabriceerde en ongegronde beschuldiging”, aldus de Engelstalige Cambodjaanse krant de Khmer Times. Volgens het ministerie is de beschuldiging bovendien ongegrond, omdat Laos geen onderzoek is gestart naar het incident en er ook geen formele klacht over heeft ingediend.
Het grensconflict tussen Thailand en Cambodja escaleerde sinds afgelopen mei een Cambodjaanse soldaat werd doodgeschoten en de landen over en weer maatregelen opwierpen om elkaar dwars te zitten. Afgelopen woensdag was er ook sprake van militaire escalatie, waarbij aan Thaise zijde zeker twaalf doden vielen. Het totale dodental staat inmiddels op twintig aan Thaise zijde en dertien aan Cambodjaanse zijde. Door het conflict zijn volgens lokale autoriteiten 131.000 Thai gevlucht, evenals ruim 37.000 Cambodjanen.
Maleisië heeft als bemiddelaar geprobeerd een staakt-het-vuren te organiseren tussen beide partijen. Cambodja ging al akkoord met het voorstel, Thailand houdt zich voorlopig afzijdig.
„Hallo, ik ben Thea en ik sta hier als een betrokken wereldburger”, zegt Thea Schellekens (69) tegen een dertigtal actievoerders voor het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Dan begint ze met voorlezen: „Youssef, een jongen van 19… Hassan, een man van 21… Salem, een man van 80…”
Het is vrijdagavond half elf, de zon is inmiddels onder. De groep maakt zich op voor de nacht: iemand klapt een stoel uit, een ander blaast een luchtbed op, hier en daar wordt aan een energiedrankje genipt. Niemand weet hoelang de wake om aandacht te vragen voor het Israëlische geweld en de hongersnood in Gaza zal duren. Het oplezen van de namen van gedode Palestijnen gaat non-stop door.
Uitingen van protest bij de wake voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Foto Hedayatullah Amid
De microfoon wordt wat zachter gezet, zo nu en dan overstemt het voorbijrazende verkeer van de Rijnstraat de eindeloze reeks namen. „Dat hebben we afgesproken met de gemeente”, zegt Ineke Palm van de actiegroep Rotterdam Palestine Coalitie, de drijvende kracht achter de wake. „Om overlast in de nacht te voorkomen.” Die ochtend heeft ze aan een handjevol mensen uitgelegd wat de bedoeling is. Ze zullen doorgaan totdat buitenlandminister Caspar Veldkamp „zich steviger opstelt tegen Israël”.
Geen debat
Veel tijd om zich voor te bereiden hadden de actievoerders niet. Toen een debat over Gaza woensdag uitbleef in de Tweede Kamer, besloten verschillende organisaties snel in actie te komen. Wie er vrijdag zouden komen voorlezen, was een dag eerder nog onbekend bij de organisatoren van de wake. Palm: „We kunnen wel blijven wachten totdat alles tot in de puntjes georganiseerd is, maar de mensen in Gaza hebben die tijd niet.”
Marieke Lutjenhuis, aangesloten bij Artsen voor Gaza: „Bij stille protesten als deze gaan mijn gedachten naar Gaza.”
Het ontbreken van politieke aandacht contrasteert scherp met de stroom aan nieuws uit Gaza deze week, waar de hongersnood een nieuw dieptepunt bereikte. Het Wereld Voedselprogramma van de Verenigde Naties deelde dat bijna één op de drie Gazanen al dagen niet gegeten heeft en meer dan 90.000 vrouwen en kinderen dringend hulp nodig hebben. „Als de Tweede Kamerleden niet terugkomen voor een genocide, dan doen wij het”, lichtte Gerard Jonkman, directeur van de betrokken mensenrechtenorganisatie The Rights Forum telefonisch toe.
Marja Bode (74) verwoordt vrijdag in Den Haag het gevoel van veel deelnemers aan de wake: „De afgelopen week groeide mijn gevoel van machteloosheid. Hier heb ik nog een beetje het gevoel dat ik íéts doe.” Het lezen laat ze liever aan haar medeactievoerders over, vertelt ze met tranen in haar ogen. „Dat lukt mij niet.” Zo nu en dan lopen de emoties ook bij anderen hoog op en neemt iemand het voorlezen over. „In het begin had ik wel een brok in mijn keel”, zegt Thea Schellekens. „Nu probeer ik mij gewoon op de namen te concentreren.”
De organisatoren hebben de wake gemeld bij de gemeente, de komende tijd mag de groep demonstreren voor het ministerie. In de loop van vrijdag hebben twee politieagenten gewezen op wat níét mag: het ophangen van banners aan het ministeriegebouw bijvoorbeeld.
De aanwezige demonstranten kennen elkaar soms van eerdere Gaza-protesten. Zo was Marieke Lutjenhuis (75), gepensioneerd huisarts in de Schilderswijk en samen met haar man Joep aanwezig, donderdagavond bij het protest op Den Haag Centraal dat onderdeel was van lawaaidemonstraties op 29 Nederlandse treinstations. „Maar ik heb een voorkeur voor stille protesten zoals deze”, zegt ze. „Mijn gedachten gaan dan naar Gaza.”
Bijval van collega’s
Een voorbijganger, Diebrichtje Brands (53), stopt vrijdagochtend even voor het ministerie. Ze werkt als ambtenaar voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en wilde zien hoe de wake er aan toe gaat. „Het is te gek voor woorden dat zij hier nu moeten demonstreren, dat is de taak van het parlement. Maar het is nu niet anders”, zegt ze. Brands is aangesloten bij de groep Ambtenaren en Grondwet, die sinds het begin van de oorlog in Gaza iedere donderdag – tijdens de lunchpauze – een stil protest houdt op precies deze plek. En afgelopen week heeft ze met een collega een ‘hongerstaking’ gehouden. „We gingen lunchen in de kantine met een leeg bord. Binnenkort gaan we weer.”
Brands merkt dat ze steeds meer bijval krijgt van collega’s. „De beweging wordt groter en groter. Je merkt dat er meer ruimte is om het er tijdens een vergadering, of bij het koffiezetapparaat, over te hebben. Dat was aan het begin van de oorlog wel anders.”
Hoe lang de wake door zal gaan, durft initiatiefnemer Ineke Palm niet te zeggen. Met de gemeente is afgesproken dat de actievoerders in ieder geval twee maanden mogen blijven staan. „Maar ik hoop natuurlijk dat dat niet nodig is.”
Tussen januari en juni zijn er 652 kinderen overleden van de honger in hulpvoorzieningen van Artsen zonder Grenzen in Noord-Nigeria. De hulpinstantie schrijft vrijdag op de website dat benodigde zorg te laat kwam.
Ook het aantal kinderen dat leed aan de dodelijkste vorm van ondervoeding, hongeroedeem, nam fors toe met 208 procent in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar, aldus de hulporganisatie.
In de eerste zes maanden van dit jaar moesten artsen in de Nigeriaanse deelstaat Katsina al bijna 70.000 ondervoede kinderen helpen, van wie 10.000 ziekenhuiszorg nodig hadden. De hulpinstantie noemt onder meer het opschorten van internationale financiering van hulpprogramma’s als reden voor de problematische cijfers.
„We zijn momenteel getuige van enorme bezuinigingen, met name vanuit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie, die een reële impact hebben op de behandeling van ondervoede kinderen”, stelt Ahmed Aldikhari, landsvertegenwoordiger van Artsen zonder Grenzen in Nigeria, op de website.
Terreurgroep
Afgelopen woensdag sloeg het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties alarm. Begin juli werden de laatste voedsel- en voedingsvoorraden van de hulporganisatie aangebroken. De instantie ziet zich genoodzaakt om alle hulp aan het eind van deze maand op te schorten door een gebrek aan geld. Volgens de organisatie zijn 1,3 miljoen mensen in het noordoosten van Nigeria afhankelijk van die hulp.
Naast honger hebben Nigerianen ook geweld te vrezen. In het land wordt al jaren gevochten tussen de krijgsmacht van de regering en strijders van terreurgroep Boko Haram, met duizenden burgerdoden tot gevolg. Ook sloegen ruim twee miljoen mensen op de vlucht, aldus Amnesty International.
Lees ook
‘Sorry, sorry, sorry, we doen alleen wat ons is opgedragen – zeiden ze toen we bijna landden’