N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Hoe kleiner de vijver, hoe groter de rimpeling als je er een steen ingooit. Na thuiskomst in Wormer was Big Bazar gesloten. Ik werd ongewild volledig bijgepraat over de hoed en de rand. Dorpsgenoten hielden me staande om in veel woorden weinig te vertellen. „Is er nog wat gebeurd? Nou, zeg dat wel!”, trapte een klant bij Mevrouw Meijer – al meer dan vijftig jaar de wijnspecialist – af. Hij was op een dag op zijn elektrische fiets gestapt om bij Big Bazar plastic wijnglazen te kopen, want hij ging naar de camping in de buurt van Haarlem. Zijn zus heeft er een huisje. „Ik parkeerde de fiets in het hek voor de Vomar, het was niet druk, ik denk dat het kwart voor tien ’s ochtends was. Pas toen ik voor Big Bazar stond merkte ik het: de elektrische schuifdeuren gingen niet open. Toen drukte ik m’n gezicht tegen de ruit en zag dat alle schappen leeg waren. Ze hadden de winkel dus in één nacht leeggehaald, want de dag ervoor stond alles er nog. Ik dacht bij mezelf: die zijn failliet.”
Een dag later, ik had bij slager Gijs Tange twee kipschnitzels gekocht voor het nog niet-vegetarische deel van het gezin, werd ik aangesproken door een mevrouw in een blauwe bermuda. Ze excuseerde zich voor haar vieze knieën, ze had onkruid getrokken in de tuin. „Jij bent altijd bezig met nieuws, toch? Dan moet je nu eens bij de Big Bazar gaan kijken. Die is helemaal leeg!”
Toen ik met Frida van Roosmalen (2) bij Big Bazar ging kijken – het leek me een leuk uitje, zoveel gebeurt hier niet – was er inderdaad niets te zien.
‘Vroeger kocht ik hier wel eens plastic spullen”, zei een man op een driewieler. „Of je ging er doorheen als je je verveelde. Dat gaat nu niet meer.” Zelf had ik ook een paar minimale herinneringen om te delen. „Ik heb hier ooit lampions gekocht voor Sint-Maarten”, zei ik. „En mijn kinderen gingen hier ook wel eens heen voor snoep.”
Het dorp was nog kariger geworden.
„De lol is er hier nu wel van af”, zei de man.
Hij reed weg op zijn driewieler.
„Bedankt voor het praatje.”
Later bedacht ik me opeens dat ik het grote zwijgen van mijn dorpsgenoten misschien toch verkeerd heb ingeschat. Misschien wilden ze wel praatjes maken, maar wisten ze niet waarover. Dan is het natuurlijk fijn als er onverwacht grote gebeurtenissen zijn.