N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Duurzame cultuur Culturele instellingen krijgen voorlopig niet te maken met harde eisen rond duurzaamheid, vergroenen gaat op eigen initiatief. „Met de trein naar Londen gaat goed, Duitsland is al lastig.”
De Raad voor Cultuur vroeg om de stok, maar het kabinet koos voor de wortel. Culturele instellingen moeten meer gaan doen aan duurzaamheid, maar over de manier waarop bleken de raad en (inmiddels demissionair) staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur, D66) het eerder dit jaar oneens.
Zij wil niet al in de komende subsidieperiode (2025-2028) harde duurzaamheidseisen stellen, schreef ze in juni – waarmee ze een advies van de Raad niet opvolgde. Ze vertrouwt vooral op eigen initiatieven uit de culturele sector om te vergroenen, en op hun „intrinsieke motivatie”.
In afwachting van een nieuw kabinet zitten culturele instellingen niet stil. Het eerste advies over duurzaamheid van de Raad voor Cultuur bracht een discussie op gang – en ook de hoge energieprijzen van afgelopen winter speelden mee.
Tegelijkertijd ontbreekt het culturele instellingen soms aan kennis. Om die te bevorderen, werken drie beroepsverenigingen uit de podiumkunsten aan een handboek: een Nederlandse versie van het Britse Theatre Green Book. De NAPK (producenten), VSCD (podia) en VPT (podiumtechnici) presenteren de eerste delen deze donderdag tijdens het Theater Festival in Amsterdam. Wat betekent vergroening in de praktijk? Vier kenners uit de wereld van theater, opera en dans vertellen.
‘We vergoeden alleen reiskosten voor trein of fiets’
Daan Stigter, duurzaamheidsmanager bij theatergezelschap Jakop Ahlbom Company in Amsterdam
‘Ik ben opgeleid als theaterproducent, maar heb de afgelopen drie jaar in de festivalwereld gewerkt aan duurzaamheid, vooral bij Into The Great Wide Open op Vlieland. Vorig jaar ben ik teruggegaan naar het theater, en ik ben hard geschrokken hoe ver de gesubsidieerde theaterwereld achterloopt bij de evenementenindustrie.
„Je kunt bijvoorbeeld je dieselvrachtwagens op de biobrandstof HVO laten rijden, die is gemaakt van gebruikte vetten zoals frituurolie. Dat bespaart bijna 90 procent CO2-uitstoot. Bij Into The Great Wide Open draaien alle vrachtwagens en aggregaten erop, maar in de theaterwereld is dat een nieuw verhaal.
„Een belangrijke reden is, denk ik, dat beleidsmakers en subsidieverstrekkers in de cultuursector er nauwelijks om vragen. Dat Gunay Uslu dit voorjaar het advies over duurzaamheid van de Raad voor Cultuur afgezwakt heeft overgenomen, vind ik echt jammer.
„Met Jakop Ahlbom zijn we vorig jaar als proef bij de hele tour van Knock-Outbegonnen met vier heel concrete maatregelen: HVO voor de vrachtwagens, elektrisch vervoer voor de cast en crew, vegetarisch eten, en duurzaam drukwerk.
„Het bleek niet zo ingewikkeld, al kost elke verandering tijd en geld. Voorheen reisde iedereen gewoon in z’n fossiele brandstofauto naar elke voorstelling. Nu krijg je tijdens het toeren alleen nog reiskostenvergoeding voor de fiets of de trein, en we hebben elektrische auto’s geleased die iedereen kan gebruiken.
„Het gaat niet altijd vlekkeloos: één keer strandden collega’s om twee uur ’s nachts bij een kapotte laadpaal. Die hebben uiteindelijk een elektrische deelauto naar huis genomen. Maar toch zeggen collega’s me dat ze hier nog steeds achter staan.
„Waar we nu nog mee aan de slag moeten, is de circulaire bouw van een decor. Het lastige is dat alles op maat gemaakt is. Een deur is bijvoorbeeld veel kleiner dan normaal, of heeft geen klink. Daar heeft niemand ooit nog wat aan. Ik heb het antwoord nog niet. En dat vind ik niet erg, want ik heb nu de ruimte om een antwoord te ontwikkelen.”
‘We moeten blijven reizen naar andere continenten’
Willemijn Maas, zakelijk directeur van het Nederlands Dans Theater in Den Haag en lid van de commissie duurzaamheid van de Raad voor Cultuur
‘Het Nederlands Dans Theater is geen voorloper in duurzaamheid. Ik was blij toen ik werd gevraagd voor de adviescommissie duurzaamheid van de Raad voor Cultuur, als vertegenwoordiger van de sector. Het klimaatvraagstuk is allesoverheersend in de maatschappij.
„Ik zie in de podiumkunsten grote verschillen tussen voorlopers en achterblijvers. Er is een minderheid die zegt: ‘waarom moeten wij als cultuursector iets doen, want we zijn zo klein’. Maar die groep krimpt, veel instellingen zijn gemotiveerd – dat geldt ook voor NDT.
„Reizen en vervoer veroorzaakt bij NDT de meeste CO2-uitstoot. Dat is lastig, want wij zijn een reizend gezelschap, ook internationaal. Daarop is de subsidie van het ministerie van OCW ook gebaseerd. Komend seizoen reizen we voor het eerst sinds corona weer intercontinentaal. NDT 2 gaat naar Zuid-Korea en Taiwan; NDT 1 gaat naar Canada en New York.
„Het zou heel ingewikkeld zijn om dat niet meer te doen. Misschien onbescheiden, maar we zijn wereldberoemd. We hebben een internationaal publiek, en we trekken dansers aan vanuit de hele wereld. Als je je niet meer in die wereld beweegt, verlies je die aantrekkingskracht en zakt je niveau, dat kan haast niet anders.
„Binnen Europa reizen we met de trein als dat kan – dansers, het zijn jonge mensen, willen dat ook. Maar ook daar zitten grenzen aan. Londen en Parijs gaat prima. In Duitsland moet je al veel overstappen. Dansers moeten niet uren op een station wachten, ze hebben rusttijden nodig.
„Verder richten we ons op Digitaal Theater, het streamingplatform dat we hebben ontwikkeld met het Internationaal Theater Amsterdam en het Holland Festival. Veel andere culturele instellingen zijn ermee gestopt na corona, wij willen er nu juist weer meer energie in steken, ook als manier om een internationaal publiek te bedienen.
„Geld om te investeren in duurzaamheid hebben we nauwelijks. Daarom hoop ik dat een volgend kabinet serieus werk gaat maken van duurzaamheid bij culturele instellingen – met regelgeving én financiële steun.”
‘Eén duurzaamheidsmanager op zevenhonderd man, is dat genoeg?’
Bob Brandsen, Directeur techniek en productie bij Nationale Opera & Ballet in Amsterdam
‘Duurzaam werken gebeurde bij het Nationale Ballet altijd al wel, maar het heette niet zo. Het Zwanenmeer voeren we al 25 jaar op met dezelfde kostuums – heel duurzaam, al vallen ze inmiddels wel een beetje uit elkaar. Duurzaamheid was al die tijd iets wat ‘erbij kwam’: de drijfveer was vaak kostenbesparing. In 2021 is onze eerste duurzaamheidsmanager aangesteld, Julie Fuchs. Daardoor is er veel veranderd.
„We hebben voor onze producties een ‘Green Deal’ opgesteld. Met internationale regisseurs en ontwerpers gaan we in de contracten opnemen dat we zo duurzaam mogelijk willen werken. Kan dat zonder dat zij denken: o jee, ik moet iets van iemand anders gebruiken?
„Bij The Shell Trial [een bewerking van een toneelstuk van Anoek Nuyens over de klimaatcrisis voor De Nationale Opera, red.], dat in 2024 wordt opgevoerd, hebben we een ambitieuzer doel gesteld: klimaatneutraal produceren. Natuurlijk houd je CO2-uitstoot over. Daarom vragen we het publiek om een donatie voor bosprojecten, als compensatie.
„We spraken over allerlei aspecten: kunnen we milieuvriendelijkere materialen gebruiken, zoals hout? Hoe reizen we zelf? Laten we nog mensen uit de Verenigde Staten overvliegen? Dat doen we wel: sopraan Julia Bullock is een van de solisten. Maar zij is ook een sterke stem in het klimaatdebat.
„We hebben geen concrete doelstellingen voor onze CO2-voetafdruk, eerst moeten we beter kunnen meten. Julie Fuchs heeft een monitorinstrument ontwikkeld waarmee we de CO2-uitstoot per productie bepalen.
„We hebben op zes- à zevenhonderd werknemers nu één duurzaamheidsmanager. Je kunt zeggen: dat is nog niet genoeg. Maar het wordt nu wel onderdeel van het werkproces.
„We maken een catalogus van onze kostuums zodat externe ontwerpers gemakkelijker iets kunnen hergebruiken. We vervoeren decors zo duurzaam mogelijk – ook vanwege de milieuzone in Amsterdam. En we kijken naar ons publiek. Een voordelig ticket voor de parkeergarage, inderdaad: willen we dat nog wel? Je wilt bereikbaar blijven én voldoen aan je eigen idealen. Dat zijn spannende afwegingen.”
‘Led-theaterlampen zijn nu een volwaardig alternatief’
Ekko de Bakker, hoofd productie bij theatergezelschap Tryater in Leeuwarden
‘Nu vraagt de maatschappij erom, maar wij zijn zes jaar geleden al aan de slag gegaan met duurzaamheid. Er werken bij Tryater veel mensen die een persoonlijke drive hebben, en ik ben er daar één van. Onze cateraar werkt al sinds 2017 helemaal vegetarisch, ook voor zakelijke evenementen. Soms zie je mensen bedenkelijk kijken, maar uiteindelijk is het nooit een probleem – want we hebben een goede cateraar.
„In datzelfde jaar zijn we begonnen met de verduurzaming van ons pand, een monumentaal oud schoolgebouw. Omdat we zelf de eigenaar zijn, kunnen we dat heel slagvaardig aanpakken. We doen het in fasen: we zijn begonnen met dubbel glas in de monumentale raampjes. Bij de verbouwing van de zolder hebben we het dak geïsoleerd. Dit jaar krijgen we nog een nieuwe glazen entree, ook in dubbelglas, en zestig zonnepanelen op het dak.
„Bij sommige ingrepen duurt het lang voordat je ze terugverdient, maar toch voelt het goed. Door het dubbel glas tocht het niet meer langs de ramen. En het is fijn om in een pand te werken waarover je je niet bezwaard hoeft te voelen. Het plaatsen van zonnepanelen bleek nog lastig, omdat het elektriciteitsnet in Friesland vol is.
„In onze drie theaterzalen zijn we bijna helemaal over op led-verlichting voor de spots. Dat scheelt veel stroom, want we hebben meer dan 150 krachtige theaterlampen. Er gaan nog verhalen in de sector dat led-spots minderwaardig zijn, maar dat vind ik inmiddels achterhaald. Voor bijna alle toepassingen is er een goed alternatief voor halogeen, en vaak kun je dezelfde armatuur houden.
„Nu staat ons vervoer op de agenda. Steeds meer binnensteden mag je niet meer in met onze oude vrachtwagen. Misschien gaan we op termijn een elektrische vrachtwagen huren, want we reizen als gezelschap toch al minder dan vroeger.
„We benaderen duurzaamheid anders dan andere bedrijven, denk ik. Verplicht je hele CO2-voetafdruk meten, daar heb ik weinig mee. We doen concrete dingen, en mensen begrijpen best waarom dat nodig is. Ze lezen ook de krant.”