Op de eerste klimaattop van Afrika gaat het vooral over geld

Klimaattop Afrika Volgens de Keniaanse president William Ruto wordt het tijd dat Afrika serieus genomen wordt in de strijd tegen klimaatverandering.

Leden van de Keniaanse Turkana-gemeenschap, die vaak lijden onder droogte, demonstreerden voorafgaand aan de eerste Afrikaanse klimaattop in Nairobi.
Leden van de Keniaanse Turkana-gemeenschap, die vaak lijden onder droogte, demonstreerden voorafgaand aan de eerste Afrikaanse klimaattop in Nairobi. Foto Daniel Irunguig/EPA

Over het klimaat ging het de afgelopen dagen nauwelijks tijdens de Africa Climate Summit in de Keniaanse hoofdstad Nairobi, over geld des te meer. In de woorden van Kenia’s president William Ruto, initiatiefnemer van de conferentie: we hebben klimaatverandering te lang alleen als een probleem gezien, het wordt tijd dat we het ook gaan beschouwen als een kans.

Dat betekent niet dat de opwarming op het Afrikaanse continent niet voor grote problemen zorgt. Sterker nog, bijna alle deelnemers aan de driedaagse conferentie, de eerste in zijn soort, zijn ervan doordrongen dat Afrika harder wordt getroffen door klimaatverandering dan de meeste andere delen van de wereld – terwijl de bewoners amper hebben bijgedragen aan het ontstaan ervan.

Volgens Amadou Sy van het Amerikaanse Brookings Institution, is slechts 3,8 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen afkomstig uit Afrika, vele malen minder dan de uitstoot van China (23 procent), de VS (19 procent) of de EU (13 procent). Een gemiddelde Ethiopiër zou er 240 jaar over doen om dezelfde koolstofvoetafdruk te hebben als een doorsnee Amerikaan.

Klimaatbelasting

Intussen lopen de kosten als gevolg van de opwarming snel op. De Verenigde Naties becijferden dat de klimaatschade op het continent tot 2030 kan oplopen tot 410 miljard euro, afhankelijk van de snelheid waarmee de mondiale uitstoot van broeikasgassen wordt gereduceerd. Het gaat vooral om mislukte oogsten en een toenemend tekort aan water. Ook de toch al kwetsbare Afrikaanse infrastructuur, zowel op het platteland als in de snel groeiende steden, heeft meer te lijden onder het veranderende klimaat. Het wordt daarom volgens president Ruto de hoogste tijd om het te hebben over een belasting op klimaatvervuiling. „Degenen die het afval produceren weigeren om de rekening te betalen”, zei hij.

Daarmee verwees Ruto zowel naar de 100 miljard dollar per jaar vanaf 2020, die rijke landen al in 2009 hebben toegezegd maar die nog steeds niet helemaal worden betaald, als naar de discussie over een internationaal fonds voor klimaatschade, waarover vorig jaar op de klimaattop in Egypte afspraken zijn gemaakt, zonder de bijbehorende financiering.

Lees ook Rijke landen gaan het klimaatbeleid van arme landen nu toch echt financieel ondersteunen

In een interview met de Financial Times pleitte Ruto dinsdag voor schuldenverlichting voor arme landen. „Als de schuldenkwestie niet wordt opgelost, kun je de klimaatkwestie ook niet oplossen”, aldus Ruto. Hij pleitte voor het bevriezen van de schulden en uitstel van betaling, zodat landen eerst hun economieën kunnen versterken. Hij wees daarbij niet alleen naar westerse landen, maar nadrukkelijk ook naar China, de grootste handelspartner van Afrikaanse landen. „China is hier als een geïnteresseerde gesprekspartner”, zei Ruto. „Ze kunnen niet weglopen van een gesprek over de schuldenproblematiek.”

Maar Ruto wilde vooral niet te lang stilstaan bij de financiële schulden van Afrikaanse landen. Hij benadrukte dat het continent veel te bieden heeft voor het mondiale klimaatbeleid. Op dit moment komt nog maar 1 procent van de investeringen in duurzame energie in Afrika terecht – waar nog steeds honderden miljoenen mensen geen toegang hebben tot elektriciteit. Als het aan de Keniaanse president ligt groeien die investeringen naar 10 procent in 2028 en zelfs 40 procent tegen het midden van de eeuw.

Carbon credits

Ook biedt Afrika met zijn regenwouden veel mogelijkheden voor de opslag van koolstof. Alleen al in de bossen langs de rivier de Congo ligt evenveel CO2 opgeslagen als de VS in vijftien jaar uitstoot. Het behoud daarvan zou als het aan Ruto ligt te gelde gemaakt kunnen worden met behulp van zogeheten carbon credits, internationale handel in emissierechten.

Niet alle deelnemers aan de conferentie waren zo positief en optimistisch als Ruto. Milieugroepen beschuldigen de president ervan klimaatverandering te veel vanuit een westers perspectief te benaderen. Ze wijzen bijvoorbeeld op de discrepantie tussen het in Nairobi veel gehoorde pleidooi voor duurzame energie, terwijl tegelijkertijd westerse olie- en gasbedrijven alle ruimte krijgen om de Afrikaanse bodem en kust af te grazen naar gas en olie.

Op de Africa Climate Summit in Nairobi was de financiering van klimaatschade een van de voornaamste onderwerpen. Het continent wordt zwaar getroffen door klimaatverandering, terwijl de bewoners er amper hebben bijgedragen aan het probleem.
Foto Brian Inganga/AP

De in hun ogen fraudegevoelige emissiehandel beschouwen ze als een moderne vorm van kolonialisme. In een gezamenlijke brief schreven meer dan vijfhonderd organisaties voorafgaand aan de conferentie aan Ruto dat handel in emissiecertificaten „rijke landen en grote bedrijven alleen maar aanmoedigen om de wereld te blijven vervuilen, ten koste van Afrika”.

Ruto probeerde op de conferentie de discussie over olie- en gaswinning te vermijden. In plaats daarvan wees hij op andere grondstoffen waarover Afrika beschikt. Zo’n 30 procent van alle grondstoffen die nodig zijn voor de energietransitie – van lithium tot kobalt – bevindt zich in de Afrikaanse bodem. Het wordt tijd dat het continent meer wordt dan een goedkope leverancier voor rijke landen, zei Ruto. Als het aan hem ligt wordt Afrika zelf een producent van batterijen en elektrische auto’s. Volgens de Ethiopische president Sahle-Work Zewde, een van de Afrikaanse leiders die in Nairobi aanwezig was, wordt het „steeds moeilijker om aan onze mensen, vooral aan onze jongeren, de tegenstelling uit te leggen van een grondstofrijk continent en een arme bevolking”.