Scherp jeugdtheater leidt tot erkenning én frictie

Jeugdtheater Afgelopen jaar leidde confronterend jeugdtheater tot enkele homofobe incidenten tijdens voorstellingen. Vraag is hoe veiligheid van de performers kan worden gegarandeerd.

‘Een leuk avondje uit’ is een van de zeven genomineerde voorstellingen voor een Gouden Krekel.
‘Een leuk avondje uit’ is een van de zeven genomineerde voorstellingen voor een Gouden Krekel. Foto Kurt van der Elst

Je zou het misschien niet verwachten, maar het Nederlandse jeugdtheater voelt vaak maatschappelijk relevanter – scherper, impactvoller, gevaarlijker ook – dan wat er voor volwassenen wordt geproduceerd. Dat heeft natuurlijk te maken met de doelgroep: de geesten van jonge kijkers zijn nog volop in ontwikkeling. Theater over maatschappelijke vraagstukken levert bij jong publiek daardoor sneller nieuwe gedachten of discussies op.

Maar het heeft zeker ook te maken met de Nederlandse jeugdtheatertraditie of eigenlijk: de Nederlandstalige traditie, want in Vlaanderen is het precies eender. Waar jong publiek in andere landen vaak met handschoentjes wordt aangepakt, durven Nederlandstalige makers hun jonge publiek steevast met de duistere of onverkwikkelijke kanten van het leven te confronteren, zonder dat het met een laag sentiment hoeft te worden bedekt.

Dit leverde het afgelopen jaar soms spannende confrontaties op. In het najaar van 2022 werden er verschillende producties rondom het thema van queer emancipatie gepresenteerd: Queer planet van HNTJong (in regie van Noël Fischer), The hot peaches van DOX (in regie van Timothy de Gilde) en The ozard of wiz van Maas Theater en Dans (in regie van René Geerlings). De voorstellingen werden bejubeld om de manier waarop ze met gender- en seksuele identiteit omgingen: niet als een probleem, maar als reden voor een viering van diversiteit, een theatrale belichaming van het gegeven van out and proud.

‘Love XL’ van Maas theater en dans is een van de zeven genomineerde voorstellingen voor een Gouden Krekel.
Foto Kamerich & Budwilowitz

In de theaters leverde dat vooral een feest van (h)erkenning en acceptatie op – maar bij schoolvoorstellingen konden de spelers vanuit het publiek soms op weerstand rekenen, die hier en daar omsloeg naar homohaat. Vanuit de zaal kregen de spelers verwensingen naar hun hoofd geslingerd, waarna ze zich in sommige gevallen genoodzaakt zagen de voorstelling stil te leggen.

Later in het jaar overkwam de makers en spelers van Born to be torn (Theater Artemis/ regie van Willemijn Zevenhuizen en Jef van Gestel) iets vergelijkbaars. De voorstelling, die zich in de gangen, lokalen en aula’s van middelbare scholen afspeelde, moest worden stopgezet nadat een groepje leerlingen zo geagiteerd raakte over de genderfluïde personages dat ze voorwerpen naar de performers begonnen te gooien. De daaropvolgende geplande voorstellingen werden geannuleerd. Dit gaf de makers de tijd gaf om nieuwe strategieën te verzinnen en met de leiding van de overgebleven speelplekken te overleggen over veiligheid, waarna de tour met succes werd voortgezet.

Het leverde een hernieuwde discussie op over schoolvoorstellingen, waar spelers soms met een onwillig of zelfs ronduit vijandig publiek worden geconfronteerd. Hoe kunnen voorstellingen rondom maatschappelijk gevoelige thema’s van tevoren worden gekaderd, zodat ze niet door leerlingen worden verstoord? Hoe kun je performers beschermen tegen verbaal geweld? Het is volstrekt begrijpelijk dat queer performers ervoor passen om aan onversneden haat te worden blootgesteld, en weigeren nog schoolvoorstellingen te spelen, zoals enkele spelers van Queer planet deden. Maar het is aan gezelschappen, schoolleiders en ouders om na te denken over de wijze waarop homohaat op middelbare scholen de kop kan worden ingedrukt.

‘POPpulisme’ toont met zwarte humor hoe rechts-populisme tot fascisme kan leiden.
Foto Joris van Bennekom

Performers kunnen besluiten om niet meer te komen, maar leerlingen en docenten die niet voldoen aan de heteronorm hebben die luxe niet. Kunst kan een onmisbare rol spelen in het emancipatiedebat – maar als de bullies uiteindelijk winnen, werkt zo’n bezoek alleen maar averechts.

Schurende thema’s

Het thema van gender- en seksuele emancipatie was niet het enige maatschappelijke vraagstuk dat dit jaar door jeugdtheatermakers werd getackeld. De mooiste voorstellingen van het jaar waren evenzeer begaan met schurende sociale thema’s. In Ruzie, de nieuwste voorstelling van maestro Jetse Batelaan (Theater Artemis), werd het concept ‘conflict’ op de spits gedreven. Banale ergernissen groeien binnen de kortste keren uit tot een slepend conflict tussen de drie spelers, die ieder ruimte proberen te claimen in een ronddraaiend decor met verschuivende muren. Het mooie is dat de voorstelling aan het begin ook de onhoudbaarheid van geforceerde beleefdheid laat zien – Ruzie zet niet in op het bedekken van mogelijke fricties, maar in het doorploegen ervan.

Datzelfde geldt voor Stom (HNTJong/regie Casper Vandeputte), waarin een jong meisje een paar maanden niet heeft gesproken en ontmoetingen heeft met haar therapeut. Ze wordt bijgestaan door een ongrijpbare figuur met gitaar, die haar verdedigingsmechanisme lijkt te vertegenwoordigen: hij zet haar vooral aan om zich niet te kwetsbaar tegenover de zorgprofessional op te stellen, omdat ze er ‘uiteindelijk toch alleen voor staat’. Sophie Höppener, Kaspar Schellingerhout en Kirsten Mulder geven de mooiste ensemble-performance van het jaar weg, in een indrukwekkend pleidooi voor het tonen van kwetsbaarheid.

Ook Als het anders loopt van Het Houten Huis, plan-d en Club Guy & Roni (regie: Elien van Hoek) zet de kwestie van zorg en kwetsbaarheid centraal. In de wachtkamer van een ziekenhuis zien we mensen worstelen met de bureaucratie waarmee ze worden geconfronteerd. Door de multidisciplinaire aanpak van de samenwerkende gezelschappen ontstaan hartverscheurende taferelen, zoals een terminaal ziek meisje dat bij een slechtnieuws-gesprek onder de dekens doorglijdt naar een laatste dans, of een vader van een neurodivergent kind die zich verliest in een gechoreografeerde fantasie over hoe het zou zijn om een ‘normale’ zoon te hebben, terwijl zijn echte zoon vanachter een glasplaat toekijkt. Zo zetten de makers steeds zowel de pijn van zorgbehoevenden als hun naasten centraal, zonder te oordelen.

Het beste jeugdtheater volgens de jury: Elf makers en voorstellingen genomineerd voor een Goude Krekel

Pikzwarte humor

Geen enkele voorstelling, in het jeugd- óf volwassen theater, kon dit jaar tippen aan de politieke satire die Het filiaal theatermakers optuigt in hun voorstelling POPpulisme (regie Monique Corvers). De voorstelling draait op een zeer geïnspireerde regiekeuze (het inzetten van poppenspel om het over manipulatie en conformisme te hebben) en op het razend intelligente script van Eva Gouda. Feilloos en met pikzwarte humor traceert ze hoe rechts-populisme tot fascisme kan leiden. Corvers en Gouda deinzen er niet voor terug om de verwikkelingen tot het onvermijdelijke eindpunt van een allesvernietigende oorlog te laten leiden.

Keer op keer bieden jeugdtheatermakers hun jonge én volwassen publiek zo manieren om met de angstaanjagende of verdrietige elementen van hun leefwereld in het reine te komen, en zich te verplaatsen in het leven van anderen. Waar ouders of docenten het soms lastig vinden om bepaalde thema’s te bespreken, biedt het jeugdtheater de helpende hand.