Langzaam daalt het besef in dat de oorlog in Oekraïne enorme gevolgen zal hebben voor het ledental en de vorm van de Europese Unie. Meteen na de Russische invasie, eind februari 2022, klopte Oekraïne op Europa’s deur. Die noodroep kon je niet weigeren, beseften de EU-regeringsleiders. In juni 2022 kreeg het land de kandidaatstatus. Morele en politieke steun voor een belaagde buur.
Terughoudende regeringen – in Parijs, Den Haag of Lissabon – konden toen nog denken: ach, een belofte voor de toekomst, zonder concrete gevolgen nu. Maar ook een verre toekomst komt elke dag dichterbij. Bovendien kregen in het spoor van Oekraïne ook Moldavië en Georgië, eveneens in Russisch schootsveld, uitzicht op toetreding. Zo flakkerde ook de hoop weer op bij het zestal Balkanlanden dat sinds lang in de EU-wachtkamer zit, zoals Servië en Albanië. Alles bijeen zou het de Unie op 36 leden kunnen brengen, tegen 27 nu. Het stelt gigantische vragen over geld, macht en veiligheid.
Een ontbijt tussen tien regeringsleiders in het Brusselse hotel Amigo, kort voor de voorbije zomerstop, markeert het einde van het wegkijken. President Macron, kanselier Scholz en premier Rutte nodigden zeven collega’s uit voor informeel overleg over de betekenis van een grote uitbreiding oostwaarts. Antwoorden konden er niet worden gegeven, maar het gesprek is geopend. Op een EU-top in het Spaanse Granada, begin oktober, wordt het voortgezet.
Toch werd in hotel Amigo al één conclusie getrokken. Leiders erkenden dat het ‘huiswerk’ inzake uitbreiding niet louter bij de kandidaten ligt. Zeker, die moeten allerlei hervormingen doorvoeren voor ze ‘klaar’ zijn voor, zeg, de interne markt. De Europese Commissie ziet er nauw op toe, rapport na rapport, jaar na jaar. Standaarden liggen vast.
Maar ook de Unie zelf moet zich voorbereiden. Hoe blijft de zaak bestuurbaar met meer dan dertig landen? Hoe gaan geldstromen schuiven, met zoveel relatief arme toetreders? Moet het landbouwbeleid worden hervormd, zodra grootproducent Oekraïne erbij komt? En welke lessen trekken we uit de grote uitbreiding van 2004 met Polen en andere Oost-Europese landen, bijvoorbeeld inzake de rechtsstaat?
Het Brusselse jargon spreekt van ‘absorptiecapaciteit’, oftewel het vermogen van de EU om nieuwe leden op te nemen. De term wekt de indruk van een objectief, meetbaar criterium (zoals voor een spons). Maar het gaat om open, hoogst politieke vragen. Voor dit type huiswerk bestaat geen standaard, geen nakijkbijlage met juiste antwoorden. Het vergt politieke oordeelskracht, een afweging van wat moet en wat kan, met een blik op wie wat wil of weigert.
Al deze besluiten zullen komende jaren met grote politieke spanningen gepaard gaan. Aan de ene kant is er de geostrategische noodzaak om Oekraïne en de Balkanlanden ferm in de Europese orde in te bedden. Aan de andere kant staan onverminderd diepe zorgen over samenhang en functioneren van de Unie bij toetreding van landen met zwakke staatsstructuren, plus gerede twijfel over democratisch draagvlak. Dat gaat botsen.
De publieke opinie in Nederland of Frankrijk staat niet te trappelen. Natuurlijk, er is solidariteit met Oekraïne. Maar voor kiezers in Bodegraven of Bordeaux lijkt wapensteun voor de strijd tegen Poetin wat anders, verder weg, dan vrij personenverkeer voor 40 miljoen mensen met een welvaartsniveau lager dan Bulgarije of een fiks grotere afdracht aan de EU-begroting. Een uitbreidingsreferendum is niet snel gewonnen.
Wat doe je als iets tegelijk noodzakelijk en onmogelijk is? De klassieke uitweg is de tijd. Uitstel, wachten, hervormen, kijken of de situatie verandert.
Vorige week bracht Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, de tijdsdimensie in het spel. Hij noemde „2030” een mooie richtdatum voor een (eerste) uitbreidingsronde. Erg laat voor sommigen, bizar vroeg in de ogen van anderen. Wel brengt zo’n datum een dynamiek op gang, zoals een deadline.
De Bulgaarse politicoloog Ivan Krastev, maandag jl. in Den Haag bij het 25-jarig bestaan van de AIV en kenner van de regio, noemde de gedachte dat de Balkanlanden dankzij hervormingen in zeven jaar tijd veel meer op de rest van de EU zouden lijken „science fiction”. Je kunt ze binnenlaten, maar je kunt niet alles tegelijk willen.
Behalve de tijd is er nog een uitweg uit het dilemma, en ook die begint de ronde te doen: verzacht de overgang tussen lid en niet-lid, tussen binnen en buiten. Eind mei had Commissievoorzitter Ursula von der Leyen het over graduele of gedeeltelijke toetreding. Ook dat heeft weer nadelen, maar in een situatie zonder juiste antwoorden biedt het misschien een weg vooruit.
Luuk van Middelaar is politiek filosoof en historicus.
Voormalig Filippijns president Rodrigo Duterte is onderweg naar het Internationaal Strafhof in Den Haag. Het toestel waarin hij wordt vervoerd is in de nacht van dinsdag op woensdag vanuit Manilla aangekomen in Dubai en zal daarvandaan verder vliegen naar Rotterdam.
Ook zijn dochter Sara Duterte, momenteel vicepresident van de Filippijnen, is op weg naar Nederland om haar vader bij te staan. Zij wordt in de late namiddag verwacht op Schiphol.
De 79-jarige Duterte was president tussen 2016 en 2022 en wordt verdacht van misdaden tegen de menselijkheid in het kader van de zogenaamde ‘oorlog tegen drugs’. Het Hof wil aantonen dat moordeskaders, die bestonden uit politieagenten en criminelen, de vrije hand kregen om zonder proces drugshandelaars -en gebruikers te doden.
De Filippijnse politie registreerde zelf rond de zesduizend doden. Volgens mensenrechtenorganisaties is het dodental mogelijk tussen de tien- en dertigduizend. De meeste slachtoffers waren arm, vaak verslaafd en voor een deel minderjarig.
Op 8 maart vervaardigde het Hof een arrestatiebevel tegen uit tegen de oud-president. Hij werd gisteren bij terugkeer na een reis uit Hongkong op het vliegveld in Manilla opgepakt. Enkele uren probeerde de oud-president vanuit het vliegtuig dat hem naar Nederland zou vliegen uitzetting via de rechter te voorkomen. Dat is niet gelukt. Om 23 uur in de Filippijnse avond vertrok het vliegtuig naar Dubai, om via daar door te vliegen naar Rotterdam.
Volgens de Singaporese krant The Straits Times verklaren drie rechters van het Hof in het 15 pagina’s tellende bevel dat op 7 maart werd getekend, dat ze het aannemelijk achten dat Duterte schuldig is aan onwettelijke ‘antidrugs’-moorden. Duterte was van 2011 tot 2016 burgemeester van de stad Davao en zou leiding hebben gegeven aan het beruchte ‘Davao Death Squad’, een moordeskader. Na zijn aantreden als president ontketende hij zijn beruchte antidrugsoorlog.
‘Ik deed wat gedaan moest worden’
Afgelopen oktober verdedigde Duterte onder ede in een gerechtelijk onderzoek van de Filippijnse Senaat zijn handelen. Hij onttrok zich van alle verantwoordelijkheid voor aangebracht leed. Hij benadrukte dat zijn aanpak noodzakelijk was om de drugshandel uit te bannen en weigerde daar excuses voor te maken. „Ik deed wat gedaan moest worden. Jullie kunnen het geloven of niet, maar ik deed het voor mijn land.”
Hij ontkende niet dat de anti-drugseenheden deels bestonden uit criminelen en hij ook persoonlijk opdrachten gaf. Zo vertelde hij zijn agenten: „Dood deze persoon nu. Als je weigert, schiet ik je dood.”
Al sinds 2018 probeert een groep Filipijnse advocaten president Rodrigo Duterte voor het Internationaal Strafhof in Den Haag te krijgen. Het Hof gaf in november 2021 opdracht tot strafrechtelijk onderzoek, maar twee maanden later was de zaak al vastgelopen. Duterte erkent het Hof niet en weigerde mee te werken. Hij leek daardoor een tijd lang onaantastbaar.
Voormalig president Rodrigo Duterte van de Filippijnen.Foto Francis R. Malasig / EPA
De Filippijnen aanvaardden in 2011 de legitimiteit van het Strafhof, maar trokken in 2019 deze erkenning in. Duterte rekende er nog altijd op dat hij buiten schot zou blijven. Zijn twintigjarige dochter Veronica plaatste gisteravond een video op Instagram waarin Duterte de legaliteit van zijn arrestatie in twijfel trok: „We zijn geen lid meer van het Internationaal Strafhof. Waarom arresteren jullie mij?”
Volgens The Straits Times heeft het Hof in Den Haag verklaard dat ze het recht hebben om Duterte te arresteren, omdat een deel van de misdaden zijn gepleegd toen de Filippijnen wel lid waren van het Strafhof.
Terwijl hij al in het vliegtuig zat, probeerden Duterte’s advocaten naarstig via een petitie aan het Filippijnse Hooggerechtshof uitlevering te voorkomen, maar het vliegtuig vertrok voordat de rechter uitspraak heeft gedaan. Zijn dochter verklaarde dat hij was gedwongen om in te stappen. „Dit is geen gerechtigheid. Dit is onderdrukking en vervolging,” verklaarde ze dinsdagavond.
Van alliantie naar vete
In 2022 werd Duterte opgevolgd door president Ferdinand Marcos Junior, zoon van autocraat Ferdinand Marcos Sr. die de Filipijnen regeerde van 1965 tot 1986. Marcos won de verkiezingen met Sara Duterte als vicepresident, zij is de dochter van Rodrigo Duterte. Ook vanwege de banden tussen de families leek arrestatie in eerste instantie nog steeds ver weg.
Maar in twee jaar is het verbond tussen de families omgeslagen in een felle, publieke vete. In toespraken beschuldigde Marcos Duterte dat hij zelf aan drugs verslaafd zou zijn. Vice-president Sara Duterte zou een moordaanslag op Marcos Junior hebben beraamd. In juli begint een afzettingszaak tegen haar. Ook zou ze grootschalige fraude hebben gepleegd.
In januari verklaarde Marcos dat ‘openstond voor arrestatie als Interpol daarom zou vragen.’
Analisten vermoeden dat president Marcos zich nu machtig genoeg voelt om de breuk tussen de families door te zetten. En dat komt deels door de geopolitieke verschuivingen. Waar Duterte warme banden onderhield, en nog steeds onderhoudt, met China, heeft Marcos de banden met de Verenigde Staten aangehaald.
Onder zijn presidentschap verzetten de Filippijnen zich – met militaire steun van de Amerikanen – fel tegen de Chinese agressie op zee binnen wateren die volgens internationale verdragen onder Filippijns grondgebied vallen. De Filippijnse publieke opinie heeft zich achter dit beleid geschaard.
Hoop op gerechtigheid
De advocaat van de families van de slachtoffers Kristina Conti plaatste een bericht op Facebook: „Eindelijk vervult Marcos zijn plicht om Duterte voor zijn daden aansprakelijk te stellen. Hier hebben we erg lang op gewacht,” verwoordde ze de emotie van haar cliënten. „We hopen dat er nu voor alle slachtoffers gerechtigheid zal zijn.”
Voor de voormalige senator Leila de Lima was gisteren een bijzondere dag, een dag waarop „het recht eindelijk zegeviert”, schreef ze op X. De senator sprak zich destijds uit tegen het beleid van Duterte en heeft dat moeten bezuren met zeven jaar celstraf. „Vandaag moet Duterte zich verantwoorden, niet aan mij, maar aan de slachtoffers, aan hun families en aan de wereld die niet vergeet. Dit heeft niets te maken met wraak. Vandaag gaat het om gerechtigheid.”
Lees ook
Geen rust voor de slachtoffers van Dutertes drugsoorlog
Duterte’s aanhangers verzamelden zich gisteravond op internationale Ninoy Aquino vliegveld van Manilla om te demonstreren tegen zijn uitzetting. Politieke bondgenoten zoals senator Bong Go en kandidaatsenator Philip Salvador eisten vrijlating. Ook in zijn thuisstad Davao waren er protesten voor zijn vrijlating. Medestanders gingen in gebed voor zijn gezondheid en vrijlating.
Ook online plaatsten voor- en tegenstanders berichten. Families van slachtoffers tonen zich in emotionele berichten opgelucht dat er eindelijk gerechtigheid is voor al die duizenden, deels onschuldige en soms ook minderjarigen slachtoffers van de doodseskaders.
Anderen zien in de arrestatie van Duterte een politieke zet van president Marcos om oppositie uit te schakelen. Een kleine groep roept op tot afzetting van Ferdinand Marcos Junior en verwijst naar de volksopstand in 1986 die het einde betekende van het wrede regime van zijn vader.
Bewijslast
Rodrigo Duterte zal moeten voorkomen in een hoorzitting. Binnen 60 dagen zal een jury bepalen of de verdachte in staat is om terecht te staan en of er genoeg bewijslast is.
In mei zijn er regionale verkiezingen. Rodrigo Duterte heeft zich kandidaat gesteld voor het burgemeesterschap van Davao, dat al decennia het hart is van het machtsbolwerk van de Duterte familie. Zijn zoon Sebastian is nu burgemeester. De arrestatie zal mogelijk olie op het vuur gooien en leiden tot geweldsuitbarstingen tussen voor- en tegenstanders van Duterte.
Duterte heeft nog altijd aanhangers die in het succes van zijn harde populistische anti-drugsaanpak geloven.
De Filippijnse politiek analist Victor Manhit Dindo denkt dat de steun voor Duterte zich zal concentreren rond Davao en niet nationaal op grote schaal zal worden uitgedragen. „Ja, er was gisteren een handvol emotionele aanhangers op het vliegveld in Manilla en er waren protesten in Davao, maar ik voorzie niet dat er buiten de stad Davao grote steunbetuigingen zullen komen,” vertelt hij aan de telefoon.
Hij denkt niet dat Marcos veel extra garen zal spinnen door de arrestatie. „We moeten natuurlijk nog zien hoe de arrestatie van invloed gaat zijn op de komende verkiezingen. Maar de meeste politici staan momenteel al achter Marcos en zijn beleid, met name rond de Zuid-Chinese Zee. Ik denk niet dat daar veel in zal verschuiven.”
De arrestatie van Duterte is een overwinning voor het Internationaal Strafhof , schrijft The New York Times. Maar de zaak toont volgens de Amerikaanse krant ook de zwakheden van het Hof. Het kan alleen verdachten arresteren wanneer landen meewerken aan uitlevering.
Macht Duterte tanende
De arrestatie van Duterte komt op een moment zijn macht tanende is, waardoor president Marcos gelegenheid zag om het bevel nu uit te voeren. Zo zijn de arrestaties van andere verdachten, waar zaken tegen lopen, zoals de Russische president Poetin of de Israëlische premier Netanyahu, momenteel zeer onwaarschijnlijk.
Het is opvallend dat China al heeft gereageerd op de arrestatie. Dinsdag verklaarde Mao Ning de Chinese woordvoerder van Buitenlandse Zaken dat het Internationale Strafhof zorgvuldig haar taken moet uitvoeren en „geen dubbele standaard” moet toepassen, die getuigt van een politiek proces.
President Marcos ontkent dat de arrestatie voortkomt uit een opportunistisch politiek motief. Hij verklaarde dinsdagavond dat hij „gewoon zijn werk doet.” En dat hij slechts zijn verantwoordelijkheid tegenover de slachtoffers uitvoert.
Doordat handelaren het aanbod kunstmatig laag houden, is de rijst in Japan flink duurder geworden. De Japanse regering spreekt nu haar noodreserves aan om de kostenstijging van deze eerste levensbehoefte een halt toe te roepen.
Dat er een tekort is, is op het eerste gezicht verrassend: rijstboeren produceerden afgelopen jaar juist 180.000 ton rijst meer dan het jaar ervoor. Maar vanwege tegenvallende verkoopcijfers en onverkochte voorraden kochten handelaren honderdduizenden tonnen minder rijst in, waardoor er minder beschikbaar was voor restaurants, supermarkten en consumenten.
Gevolg: de prijs van een zak rijst van vijf kilo is in het afgelopen jaar bijna verdubbeld tot omgerekend zo’n 24 euro. Voor veel Japanners is dit basisvoedsel, dat dagelijks op tafel staat, niet meer te betalen.
Hoewel de verkoop in de laatste maanden weer stabiliseerde, houden handelaren het aanbod nog altijd beperkt om de prijzen omhoog te duwen. Zo hopen ze eerdere verliezen te compenseren. Als ze hun eigen voorraden op de markt zouden brengen, levert het een plotselinge overaanbod juist weer een pijnlijke prijsdaling op.
Drie miljard porties
De overheid ziet zich nu genoodzaakt om in te grijpen. Maandag begon de regering, als laatste redmiddel om de rijstinflatie af te remmen, met de veilig van een deel van de nationale rijstvoorraad. In totaal verkoopt ze nu 210.000 ton uit eigen beheer, bijna drie miljard eenpersoonsporties rijst. Zo moeten kunstmatige tekorten worden bestreden die zijn ontstaan door de speculerende handelaren.
Landbouwminister Tetsuro Eto had de veiling van een deel van de nationale rijstvoorraad openbaar in februari al aangekondigd. „Andere opties zijn er niet, de prijzen zijn nu te hoog”, verklaarde hij tijdens een recente persconferentie.
Japan houdt al decennia een nationale rijstvoorraad aan als verzekering tegen mislukte oogsten en natuurrampen. Jaarlijks wordt tweehonderdduizend ton rijst opgeslagen, verspreid over meer dan driehonderd depots in het land. In totaal beschikt de overheid over ongeveer een miljoen ton, voldoende om de hele bevolking vijf jaar lang te voeden.
Zware aardbevingen
De laatste keren dat de regering rijst uit deze noodvoorraad vrijgaf, was na de grote aardbevingen in 2011 en 2016. Nu wordt de rijstvoorraad voor het eerst gebruikt als economisch instrument om de markt te stabiliseren.
Het is een moeizaam besluit geweest. Al in augustus riepen handelsorganisaties op om rijst vrij te geven en groothandelaren zo te dwingen hun voorraden op de markt te brengen. Het ministerie van Landbouw schoof de beslissing lang voor zich uit.
Ook rijstboeren hebben namelijk voordeel van de hoge prijzen. Loonsverhogingen, duurdere kunstmest en verhoogde transportkosten zijn slechts een paar van de financiële klappen die zij in het afgelopen jaar moesten opvangen. Zij kunnen de meevaller van de hogere rijstprijs dus goed gebruiken.
Bovendien vreesde de overheid voor onvoorspelbare prijsschommelingen. Het kwam de overheid op veel kritiek te staan. Terecht, erkende minister Eto tegenover de pers: „We hadden eerder moeten ingrijpen.”
Kunio Nishikawa, econoom en rijstmarktexpert aan de Universiteit van Ibaraki, acht de kans groot dat er een prijsdaling aankomt: „De aanwezigheid van extra rijst is een geruststellend signaal aan de markt, wat speculatie kan afremmen”, zei hij tegen publieke zender NHK.
Maar het gaat nog een maand duren voordat de eerste geveilde rijst in de supermarktschappen ligt.
Bovendien wil de overheid de vrijgegeven hoeveelheid rijst binnen een jaar weer terugkopen. En om plotselinge prijsdalingen te voorkomen, moedigt het ministerie van Landbouw boeren aan dit jaar niet méér te produceren dan de geschatte vraag, waarmee de regering de rol van de speculerende groothandelaar lijkt te hebben overgenomen.
Het is ‘code zwart’ binnen het gevangeniswezen: alle cellen zitten vol. PVV-leider Geert Wilders wil dat er ‘gewoon’ meer mensen op een cel worden gezet. Maar staatssecretaris Ingrid Coenradie (ook PVV) vindt dat onverantwoord, concludeert zij na een tour langs gevangenissen. Redacteur Camil Driessen ging met haar mee en zag de botsing tussen de praktijk van de staatssecretaris en de politiek van Geert Wilders.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].