Componist Lierman brengt klankmagie over haar 113-jarige opa en de Rwandese koecultus

Aurélie Nyirabikali Lierman

Aurélie Nyirabikali Lierman

Foto Anne van Zantwijk

Interview

Gaudeamus Muziekweek De Belgisch-Rwandese componist en geluidskunstenaar Aurélie Nyirabikali Lierman dompelt luisteraars onder in een magische klankwereld. Zondag speelt ze met een klein ensemble van musici-dansers haar intieme voorstelling ‘Umva!’ in de Gaudeamus Muziekweek.

Luister! Dan zal ik je een verhaal vertellen. Een verhaal van een eeuw geleden, uit het noorden van Rwanda, uit het land van de vulkanen. Een verhaal over de heilige koe en over de jonge herder die het geheim van geneeskrachtige planten leerde kennen. Die jongeman, vandaag 113 jaar oud, is de grootvader van de Belgische componist en geluidskunstenaar Aurélie Nyirabikali Lierman. Over hem maakte zij de voorstelling Umva! die zondag 10 september te zien is in de Gaudeamus Muziekweek (zie inzet). Daarna volgen deze herfst nog enkele uitvoeringen in Nederland.

Umva! is een intieme ‘performatieve installatie’, opgebouwd uit veldopnames, vertelstem, zang en live muziek, waarin Lierman de luisteraar via hoofdtelefoons meeneemt naar een andere tijd en een andere wereld. ‘Umva’ betekent ‘luister’, vertelt Lierman via Skype vanuit Glasgow, waar ze is om op te treden in het radiokunstfestival Radiophrenia . Het is het woord dat haar grootvader gebruikt wanneer ze tijdens haar bezoeken tegenover hem zit met haar opnameapparatuur om zijn verhalen vast te leggen: luister eens. ‘Karame’ antwoordt Lierman dan in het Kinyarwanda, de nationale taal van Rwanda. Vertel. Ik luister.

Grootvader Kanyoni Ladislas, 113 jaar oud Foto A.N. Lierman

Kanyoni Ladislas heet Liermans grootvader, een „super inspirerende man, alleen al omwille van zijn leeftijd. Tijd is normaal gesproken een abstract begrip, maar bij hem zie je het in zijn lichaam, hoe traag en moeizaam hij beweegt. En hij heeft een schat aan kennis uit de periode voordat de kolonisatie een impact had op dit deel van Rwanda. Umva! is een ode aan hem, en aan de cultus van de Inyambo koe, die alomtegenwoordig is in het land.”

Lierman is in Rwanda geboren en begin jaren tachtig, toen ze twee jaar oud was, geadopteerd. Ze groeide op in Brugge, studeerde journalistiek en werkte als radiomaakster en presentatrice bij de omroep VRT in Brussel. Als twintiger ging ze terug naar Rwanda: „Dat was in eerste instantie vooral een avontuur. Ik dacht dat ik wees was, maar ik bleek daar een hele familie te hebben.” Over die ervaring maakte ze de radiodocumentaire Nyirabikari, waarmee ze verschillende prijzen won.

Terug in België besloot Lierman het roer om te gooien en zich toe te leggen op muziek en geluidskunst. Ze studeerde audiovisuele kunst, jazzzang en in Den Haag compositie bij Yannis Kyriakides en Martijn Padding. Inmiddels woont ze in Rotterdam. „In 2011 ging ik weer naar Rwanda, maar nu als geluidskunstenaar. Ik dacht dat ik mijn hele familie ontmoet had, maar een neef zei: er is nóg iemand… In Rwanda bestaat er geen telefoonboek, de straten hebben geen namen, maar uiteindelijk vond ik mijn grootvader.”

Als jongeman trok Kanyoni Ladislas met zijn kudde koeien door het vruchtbare landschap tussen de grote vulkanen van het Virungagebergte, in het noordwesten van Rwanda, een gebied van weide, bos en oerwoud. Door zijn intieme omgang met de natuur openbaarde zich zijn talent voor traditionele geneeskunde. Daarnaast was hij óók nog traditioneel jager. „Herder, dokter en jager: zo verenigt mijn grootvader in één persoon drie rollen die heel belangrijk zijn en veel aanzien genieten in de Rwandese samenleving”, zegt Lierman.

En allemaal hangen ze samen met de koeiencultus. Lierman: „Wij kijken hier functioneel naar het dier: vlees, melk, leer. Daar is de koe geen gebruiksvoorwerp. Het bezit van een koe is een statussymbool, maar het is veel meer dan dat. Het vocabulaire is ervan doordesemd, alle wijsheden, namen en begroetingen zijn gelinkt aan de koe. Ik wens jou duizend koeien, zeg ik ter begroeting. Ik wens jou duizend vróúwelijke koeien, zeg jij dan. Veel gesprekken gaan over koeien en over melk. De ontstaansmythen draaien om een koe.” Het dier is een soort animistische aanwezigheid in alle aspecten van het dagelijkse leven, vervolgt ze. „Zelfs jonge rappers pronken in hun video’s met hun rijkdom terwijl ze een glas melk drinken – op iedere straathoek zit wel een melkbar. Voor een moeder is niets zo mooi als een melksnor zien bij haar kind.”

Umva!, van Aurélie Nyirabikali Lierman, m.m.v. Silbersee. Foto Anne van Zantwijk

Lierman stelde voor Umva! een ensemble samen van zes performers, haarzelf incluis, die een keur aan instrumenten uit Afrika en Europa bespelen. De instrumenten koos ze op hun kwaliteiten op het grensvlak van spraak en muziek, zoals de West-Afrikaanse talking drum of de lange Slowaakse herdersfluit fujara, om spraak, veldopnames en muziek naadloos te kunnen integreren. Alle performers zijn zowel musicus als danser. Zelf spreekt en zingt Lierman in verschillende talen: „Het geeft niet als je soms iets niet verstaat, taal en geluid communiceren toch wel. Het gaat me om een archetypische ervaring. Ik wil je raken als mens.”

Hoewel er dus live gemusiceerd en gezongen wordt, is de microfoon Liermans échte instrument. Ze gebruikt een ‘binaurale’ opnametechniek, die de werking van het menselijke gehoor nabootst. Midden op het podium staat een ‘binaurale dummy’, een kop met in beide oren een microfoon. Die kop ‘hoort’ wat er op het podium gebeurt, waar geluiden vandaan komen en hoe hard of zacht ze zijn, en die live-registratie krijgen bezoekers op hun hoofdtelefoon. „Als een performer op dat moment in het oor van de dummy fluistert, hoor je dat dus meteen in je eigen oor”, zegt Lierman.

Behalve live geluid hoor je in de hoofdtelefoon ook Liermans veldopnames uit Rwanda, waarmee ze een akoestische ruimte creëert van stemmen, insectengeluiden, spelende kinderen, wind. Die veldopnames maakte ze ook met de dummy, wat wel enige bevreemding wekte, zegt Lierman: „Er kwamen nieuwsgierige familieleden op af. Een microfoon is sowieso iets magisch. Ik legde uit dat ik een foto maakte van het geluid, zodat ik later in Europa hun stemmen kon koesteren én kon laten horen. Ik zei dat ik kwam om te luisteren.”