Yorgos Lanthimos oogst de meeste lof in de eerste week van het filmfestival van Venetië

Filmfestival van Venetië In de eerste week van de hoofdcompetitie op het Lido zijn films over ‘mannen op een missie’ terug van nooit weggeweest: van Maestro, over Leonard Bernstein, tot The Killer, David Finchers thriller over een huurmoordenaar.

Regisseur Yorgos Lanthimos op de rode loper, zijn ‘Poor Things’ is een hit.
Regisseur Yorgos Lanthimos op de rode loper, zijn ‘Poor Things’ is een hit. Foto ANP

Op het filmfestival van Venetië beginnen zich de eerste hits én flops in de hoofdcompetitie af te tekenen. In die eerste categorie is de grootste winnaar tot nu toe de heerlijk bizarre komedie Poor Things van Griek Yorgos Lanthimos. Hierin speelt Willem Dafoe de geniale chirurg Godwin. Zijn personage heeft het lichaam gered van een onbekende, zwangere vrouw die zelfmoord probeerde plegen en de hersenen van het ongeboren kind getransplanteerd in haar hoofd. Wat volgt is geen verhaal over de hybris van de wetenschapper – ondanks dat hij zich graag ‘God’ laat noemen – we zien vooral hoe zijn kinderlijke schepping Bella (Emma Stone) met een volwassen vrouwenlichaam de wereld en haar seksualiteit ontdekt. En dat er behoorlijk wat mannen zijn die die willen beteugelen.

Visueel is de film een nog grotere rollercoaster dan Lanthimos’ vorige, met Oscarnominaties overladen film, The Favourite. De komedie zit vol surreële beelden, zoals hybride huisdieren (half eend-half hond), retrofuturistische versies van Lissabon en Parijs én lange episodes in zwart-wit. Poor Things is prikkelend, grappig, een tikkeltje te lang én voor Hollywoodstandaarden edgy: de film bevat veel naakt. Lanthimos wilde absoluut geen film maken die preuts was, vertelde hij op de persconferentie achteraf: „Want dan zou ik het hoofdpersonage verraden.” De eerste vijfsterren recensies doken snel op.

Een andere opmerkelijke film die mee-ijvert naar een Gouden Leeuw, de hoofdprijs in Venetië, is eveneens een originele satire. Wel van andere aard. In het gruwelijke El Conde rekent de Chileense regisseur Pablo Larraín af met Augusto Pinochet, door wiens brute dictatuur vele landgenoten nog getraumatiseerd zijn. Larraín stelt Pinochet voor als een ijdele vampier die rondstrompelt met een rollator en letterlijk en figuurlijk valt voor een jonge non die hem wil vermoorden.

Bernstein

De Hollywoodfilm die vooraf onder een vergrootglas lag, Maestro, bleek vooral een goed geacteerde biopic. Er werd eerder enige kritiek geleverd op de neusprothese die acteur Bradley Cooper draagt bij het spelen van de wereldberoemde componist, dirigent én familieman Leonard Bernstein. Die neus zou karikaturaal en stereotiep zijn, een kwalijke verbeelding zijn van de joodse hoofdpersoon.

Onder meer de familie van Bernstein liet snel weten geen probleem met de neus te hebben. Ze hebben ook meegewerkt aan de film, een liefdevol portret van de multi-getalenteerde Bernstein, zijn complexe huwelijk met actrice Felicia Montealegre (Carey Mulligan) en de druk die Bernsteins buitenechtelijke escapades met mannen daarin opleverden. Cooper, naast hoofdrolspeler ook regisseur, focust minder op Bernsteins bekendste successen, zoals de muziek voor West Side Story en meer op de levenslange loyaliteit tussen twee hypergetalenteerde mensen. De weg voor Oscarnominaties lijkt dus open te liggen. Venetië is immers hofleverancier van Oscarwinnaars.

Lees ook: Filmfestival in Venetië opent dit jaar zonder Hollywood-glamour

De grootste flop in de hoofdcompetitie lijkt tot nu toe Luc Bessons Dogman. De carrière van de Fransman, bekend van films als Léon (1994), raakte afgelopen jaren in het slop, mede door beschuldigingen van verkrachting, waarvoor onvoldoende bewijs werd gevonden. De kans lijkt klein dat zijn relaas over een jongen die zo werd verraden en mishandeld door zijn familie dat hij honden meer vertrouwt dan mensen Besson weer op de kaart zet. De film is uitleggerig, eendimensionaal én voorspelbaar.

Lees ook: Record aan Nederlandse producties in de VR-competitie van filmfestival Venetië

Wat verder opvalt in de eerste week van de hoofdcompetitie is dat films over ‘mannen op een missie’ terug zijn van nooit weggeweest. Verschillende kandidaten voor een Gouden Leeuw gaan over uiteenlopende mannelijke, soms historische, figuren die zichzelf een schijnbaar onmogelijk doel hebben gesteld en daar grootse offers voor brengen. En worstelen met schuldgevoelens omdat onschuldige mensen lijden of sterven voor hun obsessies. Het levert enkele goede (genre)films op zoals Bastarden met Mads Mikkelsen als armoedige kapitein die een kolonie wil starten in een onherbergzaam gebied van Denemarken in ruil voor een adellijke titel. Of Michael Manns biopic over een van de moeilijkste jaren in het leven van Enzo Ferrari. David Finchers thriller The Killer gaat over de persoonlijke queeste van een zeer zorgvuldige huurmoordenaar.

De vele mannen op missie onderstrepen nog maar eens wat een mannenbastion Venetië is. De vijf vrouwelijke makers in de hoofdcompetitie met 23 films, gaan pas deze week in première. In de nevencompetities en -secties gingen in Venetië wél al films van vrouwen in première, waaronder het sobere rouwdrama Melk van de Nederlandse Stefanie Kolk. Hierin gaat een jonge vrouw (Frieda Barnhard) na een stilgeboorte op zoek naar een zinvolle bestemming voor haar moedermelk.