Voluntourism in arme landen moet worden aangepakt

Westerse vrijwilligers doen in Afrikaanse weeshuizen meer kwaad dan goed. Verbied dit ‘weeshuistoerisme’, stelt Arne Doornebal.

Kinderen van een weeshuis in de Kenyaanse hoofdstad Nairobi.
Kinderen van een weeshuis in de Kenyaanse hoofdstad Nairobi.

Foto DAI KUROKAWA / EPA

Het idee dat ‘we’ vanuit het Westen de arme landen wel eens even gaan helpen ‘ontwikkelen’ is gegrond in een kwalijk superioriteitsdenken. In de analyse van NRC over de Nederlandse excuses voor het slavernijverleden (24/12) werd onderzocht hoe dat verleden nu nog doorwerkt. Opvallend en voor veel lezers misschien ook pijnlijk: al vrij snel werd ontwikkelingssamenwerking genoemd.

Ik dacht direct aan een van de uitwassen op dat gebied, die niet eens gekwalificeerd wordt als ontwikkelingshulp. Dat is het grote aantal jonge vrijwilligers, dat gedreven door een drang naar avontuur of de hoop in de hemel te belanden naar Afrika trekt. Daar gaan ze, meestal niet gehinderd door enige ervaring met het werken met kinderen, in weeshuizen werken als vrijwilligers. Voluntourism heet dit in het Engels: een combinatie van vrijwilligerswerk en toerisme.

Hoe groot de wildgroei aan weeshuizen is, is goed zichtbaar in Oeganda, traditioneel een land dat erg in trek is bij wereldverbeteraars. In 2018 stelde de Oegandese regering dat er ruim vijfhonderd weeshuizen zonder vergunning actief waren. Naar schatting verblijven in dat land ruim vijftigduizend kinderen in weeshuizen. Dit is opvallend, in een land waar kinderen van overleden ouders vrijwel altijd opgevangen worden door familieleden. De voornaamste reden voor het bestaan van deze weeshuizen is het feit dat er westerse vrijwilligers naar toe gelokt worden, omdat die meestal ook nog eens veel geld mee brengen.

Misleid

De afgelopen jaren kwamen steeds meer voormalige vrijwilligers terug op hun keuze en gaven aan dat ze waren misleid. Vrijwilligers vertellen over het leed dat ze teweeg brachten bij kinderen, die elke paar weken weer aan nieuwe vrijwilligers gehecht moeten raken. Journaliste Charlotte Simons bracht in 2019 een dubieus weeshuis in Oeganda onder de aandacht, waarbij de Belgische eigenaren flink hun zakken vulde. Het zijn verhalen die helaas steeds opnieuw verteld worden, maar ondanks pleidooien van onder andere UNICEF om als jongere niet mee te doen aan dit soort projecten, blijven de weeshuisvrijwilligers Afrika overspoelen. Zeker 80 procent van de kinderen in weeshuizen is niet eens wees, becijferde de kinderrechtenorganisatie eerder.


Lees ook: Vrijwilligerswerk is een industrie geworden. Voluntourism, heet dat

Voluntouristen komen niet alleen uit Nederland, het is een wereldwijd probleem. Vanuit Australië gingen er traditioneel talloze jongeren naar arme landen in Zuidoost-Azië en daar speelde dezelfde problematiek. Totdat de Australische regering onderzoek deed en concludeerde dat deze weeshuizen in grote mate in stand gehouden werden door de Australische jeugd. Australië besloot daarom deze vorm van reizen uit te bannen door een serie maatregelen, onder meer door strengere wetgeving die de doorvoer van kinderen via weeshuizen gelijkstelt aan moderne slavernij. Als vrijwilliger denk je hierdoor wel twee keer na voordat je je hierbij aansluit.

Hechtingsproblemen

Eind 2021 riep een groep van zeker vijftig Nederlandse kinderrechtenorganisaties op om te stoppen met het fenomeen weeshuizen, en om er geen vrijwilligers meer naartoe te sturen. In plaats daarvan moet de focus liggen op projecten die kinderen thuis of bij familie ondersteunen. Ook deze kinderrechtenorganisaties noemden de hechtingsproblemen bij kinderen en stelde dat een weeshuis ‘per definitie’ schadelijk is. Er bestaan, kortom, geen ‘goede’ of ‘slechte’ weeshuizen: het hele concept moet overboord en liefst zo snel mogelijk.

Er bestaan geen ‘goede’ of ‘slechte’ weeshuizen: het concept moet overboord

Inmiddels is er een campagnewebsite die jongeren op deze negatieve gevolgen wijst. Toch is zelfregulering niet genoeg. In een volgende stap richting gelijkwaardigere relaties tussen Nederland en ‘het zuiden’ is het zaak om door middel van wetgeving voluntourism zoveel mogelijk te ontmoedigen en liefst te verbieden. Niet alleen door te wachten totdat Afrikaanse landen strenger gaan screenen op wie allemaal het land binnenkomt, maar ook door aan de Nederlandse kant de toestroom aan te pakken. Australië heeft al laten zien dat dat kan. Nu is Nederland aan zet.