N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Prijzen Voedingsmiddelen waren in augustus gemiddeld 10,3 procent duurder dan een jaar eerder, brandstoffen juist zo’n 28,6 procent goedkoper. In juli bedroeg de inflatie nog 5,3 procent.
Een Haagse winkelstraat. Voedingsmiddelen waren in augustus opnieuw duurder dan een jaar eerder. Foto Ramon van Flymen/ANP
De inflatie is in augustus opnieuw iets gedaald. Deze maand lagen de prijzen van consumentengoederen en -diensten 3,4 procent hoger dan een jaar eerder, blijkt uit een snelle raming van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gebaseerd op een Europese rekenmethode. In juli waren de prijzen op jaarbasis nog met 5,3 procent gestegen.
Ook de prijzen van voedingsmiddelen groeiden niet zo hard als een maand eerder. Eten en drinken was in augustus 10,3 procent duurder dan een jaar eerder, in juli lag de prijsgroei nog op 11,6 procent. Energie en motorbrandstoffen werden juist goedkoper. In augustus daalden die prijzen met 28,6 procent op jaarbasis, in juli nog met 21,4 procent. Het CBS benadrukt dat de raming nog gebaseerd is op nog onvolledige cijfers.
Deze cijfers zijn gebaseerd op de zogeheten Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP), het CBS publiceert daarnaast ook maandelijks de consumentenprijsindex (CPI). Het belangrijkste verschil is dat de CPI niet ook de kosten van een koopwoning, maar alleen de prijsontwikkelingen van huurwoningen meeweegt in de berekening. In augustus lag de CPI-berekening van de inflatie op 3 procent, ook lager dan de 4,6 procent van juli.
De HICP-methode is binnen de Europese Unie afgesproken zodat lidstaten er eenzelfde rekenmethode op na houden. Daardoor zijn de inflatiecijfers van de landen met elkaar te vergelijken en kan de Europese Centrale Bank effectief monetair beleid inzetten. Later op donderdagochtend komt het Europese statistiekbureau Eurostat met de Europese inflatiecijfers.
Een „zorgwekkende trend” houdt het Meldpunt Kinderporno bezig: een derde van de afbeeldingen van seksueel kindermisbruik die het meldpunt in 2024 verwerkte, is door kinderen zelf gemaakt, vaak onder dwang. Dat blijkt uit het woensdagavond verschenen jaarverslag van expertisecentrum Offlimits, waar het meldpunt onder valt. Bij driekwart van die zelfgemaakte beelden gaat het bovendien om kinderen jonger dan twaalf en opvallend vaak zelfs om kinderen tussen de zes en de negen jaar.
Vaak lijkt het er sterk op dat sprake is van druk of dwang van volwassenen. „Bijvoorbeeld bij hele jonge kinderen waarbij seksspeeltjes in beeld zijn of omdat ze bepaalde seksuele poses aannemen.” De cijfers zijn alarmerend, maar het blijft voor Madeleine van der Bruggen van het meldpunt grotendeels speculeren over wat er achter de zorgwekkende beelden zit. „Veel onderzoek over bijvoorbeeld het doorsturen van naaktbeelden richt zich op puberende kinderen of oudere tieners, daar weten we best wat van. Maar over de leeftijdsgroep daaronder weten we heel weinig.”
Naar aanleiding van de cijfers roepen Offlimits en het Centrum Seksueel Geweld op tot onderzoek naar „de aard, omvang en impact” van het online misbruik. „We moeten niet vergeten dat er echt veel kinderen zijn die fysiek worden misbruikt”, zegt Eva Verlinden, coördinator bij het Centrum Seksueel Geweld. „Dat kan leiden tot het maken van beeldmateriaal door dwang of omdat de seksuele ontwikkeling verstoord is. Maar het kan ook zo zijn dat kinderen online via sociale media, chatrooms of videogames onder druk worden gezet of gechanteerd om beelden te maken. Of kinderen worden online gegroomed door volwassenen, die zich soms zelfs voordoen als leeftijdsgenoot.”
Puberteit
Van alle onderzochte gevallen werd een derde door kinderen zelf gemaakt. „Dat zien we bijvoorbeeld doordat beelden met een smartphone in de spiegel zijn gemaakt”, zegt Van der Bruggen. In drie van de vier gevallen door kinderen van onder de twaalf die nog niet in de puberteit zitten, van wie het nauwelijks voorstelbaar is dat ze zelf besluiten zulke beelden te maken.
De gemiddelde leeftijd van de kinderen op de zelfgemaakte misbruikbeelden in 2024 wordt tussen de vijf en twaalf geschat, en het meldpunt ziet daarnaast „schrikbarend veel” zes- tot negenjarigen op de beelden. In bijna alle gevallen (96,5 procent) gaat het om meisjes.
Een „zorgwekkende trend”, vindt Van der Bruggen, al is cijfermatig nog niet vast te stellen of er echt sprake is van een trend. Cijfers van eerdere jaren zijn er niet, want pas sinds halverwege 2023 houdt het meldpunt bij of beelden door kinderen zelf gemaakt zijn. „Omdat ons, en ook onze contacten in de behandelpraktijk en bij de politie, opviel dat dat soort meldingen leek toe te nemen.”
Online misbruik op steeds lagere leeftijd
Eva Verlinden van het Centrum Seksueel Geweld noemt het „niet nieuw dat misbruik bij zulke jonge kinderen voorkomt”. Dat centrum helpt slachtoffers om medische, forensische, juridische of psychologische hulp te krijgen en werkt met Offlimits samen. „We weten dat gemiddeld twee kinderen per basisschoolklas fysiek seksueel misbruik meemaken. Ook het online misbruik zien we zich nu verplaatsen van pubers en adolescenten naar jonge kinderen. Er ging altijd al beeld rond van jonge kinderen, maar dat ze nu ook zelf beelden maken, is iets wat we tien jaar geleden echt nog niet zagen.”
„Dat fysieke misbruik, waarbij soms ook beeld wordt gemaakt, blijft een groot probleem, dat te vaak niet door de omgeving wordt gezien. Daar komt nu die online wereld bij, waarin kinderen steeds jonger in aanraking komen met mensen met kwade bedoelingen.”
„De gevolgen van online misbruik kunnen net zo groot zijn als die van fysiek misbruik”, benadrukt Verlinden. „Bij online misbruik kan de verwerking zelfs moeilijker zijn, omdat de beelden blijven ronddwalen en je niet weet wanneer ze weer opduiken of wie ze ziet.”
In plaats van kinderen online aan hun lot over te laten, moet wat Verlinden betreft „online opvoeden” een vanzelfsprekend deel van de opvoeding worden. „Kinderen kunnen uit angst, schaamte of schuldgevoel heel veel verbergen. Ze moeten weten dat ook online misbruik niet hun schuld is, ook als ze de beelden zelf verstuurd hebben. Daarom moet je met je kind, passend bij de leeftijd, in gesprek gaan over seksuele ontwikkeling en online veiligheid en écht luisteren als het iets vertelt. Als je je kind toegang geeft tot de online wereld, praat er dan over en kijk mee. Wees nieuwsgierig en stel vragen.”
Lees ook
Deze zes mensen zien het vuilste van wat op internet rondgaat
De twee overgebleven advocaten van Ridouan Taghi, Carlo Crince le Roy en Sultan Kat, leggen de verdediging van Taghi neer. Dat meldt Het Parool woensdagavond op basis van een verklaring van de twee advocaten. Het duo legt de verdediging neer een week nadat een derde advocaat, Vito Shukrula, werd aangehouden op verdenking van deelname aan Taghi’s criminele organisatie.
Crince le Roy en Kat zijn niet direct bereikbaar voor commentaar aan NRC. Aan Het Parool schrijven ze dat de staat hen tegenwerkt bijstand te leveren aan Taghi. „Wij wisten van de mogelijkheid dat alle middelen konden worden ingezet om het de verdediging moeilijk te maken. Met de aanhouding van Shukrula en de berichtgeving in het nieuws dat de AIVD praktisch vanaf aanvang van onze verdediging betrokken was, is dit voor ons bevestigd”, schrijven de advocaten in een toelichting.
De drie advocaten waren sinds vorig jaar het nieuwe verdedigingstrio van Taghi, nadat zijn vorige advocaat Inez Weski werd gearresteerd op verdenking van het doorsluizen van informatie aan leden van de criminele organisatie van Taghi. Haar zaak loopt nog. Vorige week donderdag werd Shukrula gearresteerd, na verdenkingen en onderzoek van de AIVD.
De advocaten, die Taghi verdedigden in zijn hoger beroep in het grootschalige Marengoproces waarin hij veroordeeld is tot levenslange gevangenisstraf, hekelen de rol van de AIVD in het strafproces. Crince le Roy en Kat: „Nu de effectieve uitoefening van de grondrechten van de heer Taghi door alle beperkingen onmogelijk is gemaakt en wij niet verwachten dat er een einde komt aan de schendingen van zijn grondrechten, kunnen wij niet anders dan de verdediging neerleggen.”
Lees ook
Binnen de advocatuur weten ze nu: als je Taghi verdedigt dan ‘kruipt de AIVD in je telefoon’
In de Tweede Kamer zijn woensdag beelden getoond van het Nederlandse bombardement op het Iraakse Hawija uit 2015, waarbij zeker 85 burgerdoden vielen. De video, die nooit eerder openbaar werd gemaakt, is getoond door commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim.
Op de korrelige beelden, die zijn gemaakt vanuit een F-16, is het landschap te zien dat door het bombardement is veranderd in een ravage. Ook de explosie en daaropvolgende rook worden getoond. De gebouwen rondom de autofabriek zijn eveneens verwoest.
Vorige week maakte minister Ruben Brekelmans (Defensie, VVD) bekend dat hij afziet van de aanbeveling van de commissie-Sorgdrager om militairen onder ede te laten verhoren over de kwestie. Voormalig minister Winnie Sorgdrager adviseerde zo’n verhoor om te achterhalen hoe het mogelijk was dat de videobeelden van het Nederlandse bombardement op Hawija jarenlang kwijt waren. De woensdag gepubliceerde beelden bleven tien jaar lang verborgen en volgens de commissie-Sorgdrager zelfs „achtergehouden”.
In juni 2015 werd een woonwijk in de Iraakse stad verwoest door toedoen van twee Nederlandse F-16’s. De wijk lag naast een autobommenfabriek in Hawija. Die fabriek was in handen van terreurgroep Islamitische Staat (IS) en gold als doelwit. Nederland, onderdeel van de internationale coalitie die vocht tegen IS, had als taak de fabriek uit te schakelen, maar raakte eveneens een woonwijk. Bij het bombardement werden 85 burgers gedood, daarnaast raakten honderden anderen gewond.
Van die gebeurtenis zijn twee video’s gemaakt: ’s nachts direct na de aanval en de volgende ochtend, waarop de enorme schade goed te zien is. De commissie-Sorgdrager deed vier jaar lang onderzoek naar de zaak en stelde herhaaldelijk aan Defensie te hebben gevraagd om de beelden, met als antwoord dat de video’s verwijderd waren.
Lees ook
‘Ze zijn in Hawija teleurgesteld in Nederland, toch een land van precisiewapens en internationaal recht’