N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recessie, koopkrachtverlies, een naderende crisis: wat doet dat met de psyche van mensen? NRC vroeg het gedragseconomen. „We wennen sneller aan een nieuwe situatie dan we zelf verwachten.”
Roos van Rongen (32) krijgt pijn in haar nek als ze het over de staat van de economie heeft. Het roept herinneringen op aan een moeilijke tijd. Na de kredietcrisis van 2008 ging in haar gezin alles mis. Haar vader, als directeur van een ontwerpbureau de kostwinner, verloor zijn baan. Haar ouders gingen scheiden en wilden hun huis verkopen, maar dat stond jaren te koop en werd uiteindelijk voor slechts de helft van de waarde verkocht. Ze bleven achter met een „torenhoge schuld”, die nu pas is afbetaald. „Het leven was niet meer zo makkelijk als het was”, vertelt ze. „We hebben er achteraf gezien een trauma aan overgehouden.”
Geld is nog steeds een grote stressfactor in haar leven, ook al verdient ze als omgevingsmanager in opdracht van de gemeente Amsterdam genoeg om van rond te komen. „Ik heb altijd de irreële angst dat ik geld tekort kom”, vertelt ze. Die angst versterkt nu ze steeds hoort en merkt dat er een economische crisis op komst is. Ze is de huidige crisis voortdurend met de vorige aan het vergelijken. Als de stress toeneemt, piekert ze, slaapt ze slecht en heeft ze pijn in haar lichaam.
De berichtgeving over de huidige staat van de economie is niet bepaald opbeurend. Er komt waarschijnlijk een recessie aan, de inflatie is ongekend hoog, iedereen heeft het over crisis: wat doet dat met de psyche van mensen? En hoe overweldigend is het als dit de eerste economische crisis is die je bewust meemaakt? NRC sprak met gedragseconomen en ervaringsdeskundigen over wat een economische crisis doet met mensen.
Van Rongen wil niet weer hetzelfde meemaken als de vorige keer, dus wil ze zich voorbereiden op wat gaat komen door nu „goede beslissingen” te nemen. Om geld te besparen woont ze, onder andere, tijdelijk in het huis van haar vader, waar ze geen huur betaalt. Daarnaast vraagt ze zich af of ze niet toch voor een stabielere baan moet kiezen in plaats van de consultancy. „Hoewel ik m’n werk super leuk en afwisselend vind en genoeg verdien, overweeg ik soms een baan te kiezen waarbij mijn inkomen nog stabieler is.”
Voorsorteren op een crisis door ‘goede beslissingen’ te nemen, zoals Van Rongen doet, is een bekend mechanisme, zegt gedragseconoom Robert Dur van de Erasmus Universiteit in Rotterdam (EUR). „Dit voelt als het moment om na te denken over hoe je je situatie kunt verstevigen, bijvoorbeeld door vastigheid te zoeken in een contract in plaats van freelancen.”
Lokaal bezuinigen
Volgens hoogleraar gedragseconomie Joep Sonnemans van de Universiteit van Amsterdam is de eerste reactie van mensen in een economische crisis ‘lokaal’ te bezuinigen: daar waar ze horen dat de prijzen hard zijn gestegen. Ze horen bijvoorbeeld dat producten in de supermarkt duurder worden, dus ze geven minder uit aan boodschappen. „Dat is niet altijd de beste oplossing”, zegt Sonnemans.
De gedragseconoom hoorde laatst dat iemand had besloten minder vaak te gaan douchen. „Ik vroeg of hij wel wist hoeveel een douchebeurt kost. Dat is tussen de halve euro en een euro per keer.” Die persoon zou ook breder kunnen kijken naar hoe hij kosten kan besparen. Als hij één keer per week boterhammen mee zou nemen in plaats van een broodje halen in de werkkantine, kan hij de hele week „lekker douchen”.
Wanneer blijkt dat korten op uitgaven niet werkt, zijn mensen volgens Sonnemans als tweede reactie geneigd ook te kijken naar hun inkomsten. „Ze gaan kijken of ze misschien meer inkomsten kunnen vergaren door meer te werken.”
Wel kan een economische crisis tot pessimisme leiden, denkt Sonnemans. „Mensen zijn geneigd lijntjes door te trekken. Als het goed gaat, denken we dat het voor altijd goed blijft gaan. Als het economisch slecht gaat, gaan we ervan uit dat het nooit meer beter wordt.”
Geldstress heeft ongeveer hetzelfde effect als een nacht niet slapen
Volgens gedragseconoom Eva van den Broek, verbonden aan de Universiteit Utrecht en werkzaam voor Behavioural Insights, een adviesbureau voor bedrijven en overheden, overschatten mensen daarmee de impact van grote gebeurtenissen op hun leven. „We wennen sneller aan een nieuwe – mindere – situatie dan we zelf verwachten.” Uiteindelijk gaat het leven door, zullen mensen inzien.
Maar voordat bij mensen met financiële stress de gewenning aan de nieuwe economische situatie intreedt, kan de mentale gezondheid achteruitgaan, zegt Van den Broek. „Vooral mensen met een lager inkomen zoeken vaker medische of geestelijke hulp na een crisis.” Bovendien kan de tijdelijke stress ook langetermijngevolgen hebben voor de fysieke gezondheid: mensen krijgen bijvoorbeeld een hogere bloeddruk of lagere weerstand. „Geldstress heeft ongeveer hetzelfde effect als een nacht niet slapen.”
En tijdens een economische crisis krijgen meer mensen last van geldstress, zegt Wilco van Dijk, hoogleraar economische psychologie aan de Universiteit Leiden. „Ze hebben geld tekort en het gevoel geen controle te hebben over hun geldzaken.” Die stress wordt volgens Van Dijk tijdens een crisis gevoed door dingen die moeilijk te voorspellen zijn en waar je niks aan kunt doen, zoals hoe hoog de energierekening zal uitpakken, of hoelang de oorlog in Oekraïne zal duren.
Dit kan emotionele gevolgen hebben, zoals angst, depressie of woede-uitbarstingen. Het kan sommigen tot wanhoop drijven: „Studies laten zien dat er een verband is tussen economische recessies en zelfmoorden – vooral in landen met een zwak sociaal vangnet”, zegt Dur van de EUR. „Een economische crisis betekent ook een mentalegezondheidscrisis.”
Tunnelvisie
Financiële stress kan ook voor cognitieve problemen zorgen. Van Dijk van de Universiteit Leiden: „Mensen gaan piekeren omdat ze zich zorgen maken. Daar gaat het hoofd vol van zitten en daardoor is er minder ruimte voor andere dingen.” Hierdoor kunnen ze zich minder goed concentreren. Ook wordt het steeds moeilijker om te plannen. Je verliest de lange termijn uit het oog en komt in een tunnelvisie terecht, waardoor je bijvoorbeeld het maandbedrag van je energierekening verlaagt en aan het eind van het jaar in de problemen komt, omdat je dan alsnog moet bijbetalen.
De zussen Monique Arifi Bonsink (57) en Tonia Bonsink (72) kunnen zich de crisis van 2008 nog wel herinneren, al werden zij er persoonlijk niet door geraakt. „De echte pijn leek toen vooral te liggen bij mensen die veel geld op de bank hadden”, zegt Monique. De crisis raakte toen vooral de financiële sector en de huizenmarkt. Nu worden mensen „echt in hun basisbehoeften geraakt”, zegt Monique – iedereen gaat er immers qua koopkracht op achteruit. „Boodschappen, energie. Alles is duurder”, zegt Tonia. Ze voelen zich er onrustig door.
De twee maken zich grote zorgen om de jeugd. Die hebben nog niet eerder bewust zulke economische tegenslagen meegemaakt. Maar door corona hebben ze wel al flinke „mentale schade” opgelopen, zien ze. „Ik ben bang dat een hele generatie getraumatiseerd raakt”, zegt Monique.
Van Dijk denkt dat het niet veel uitmaakt of dit je eerste, tweede of derde crisis is. „De kredietcrisis in 2008 raakte een specifieke groep. Veel mensen hebben het destijds niet in de portemonnee gevoeld”, zegt hij. „Nu heeft iedereen minder te besteden. Als je niet kan rondkomen is dat heel vervelend, ook als je dat al vaker hebt meegemaakt.”
Dur denkt juist dat de huidige berichten over een mogelijke recessie vooral voor jongeren beangstigend zijn. „Het is allemaal nog onzeker, zo onbestemd. Maar je voelt wel donkere wolken samenpakken, wat je eerder misschien niet hebt meegemaakt.” Economische omstandigheden hebben volgens hem een „levenslang effect” op jongeren tussen de 18 en 25 jaar. „In die jaren maken alle grote gebeurtenissen veel indruk.” Iemand die op die leeftijd een economische crisis meemaakt, wordt bijvoorbeeld vaak een stuk linkser op het gebied van herverdeling van inkomsten. „Mensen tonen meer compassie voor anderen die het minder hebben.”
Roos van Rongen, wier vader in de crisis van 2008 zijn baan verloor, merkt dat zij veel meer met de economie bezig is dan haar vrienden, die de crisis van 2008 niet zo bewust hebben meegemaakt. Een half jaar geleden vroeg ze al aan haar vrienden of zij de boodschappen ook zo duur vonden en hoe ze daarmee omgingen. Die leken zich nergens druk om te maken.
Op Roel van den Burght (26), student kunstmatige intelligentie aan de Universiteit van Amsterdam, had de crisis in 2008 niet veel invloed. Hij merkt nu dat hij wat zenuwachtig wordt van de negatieve berichten over de economie. „Ik lees de krant, daar houd ik weleens een naar gevoel aan over.” Maar hij ligt nog niet wakker met zorgen over een toekomstige recessie. „Ik steek m’n kop een beetje in het zand.”
Ook als een crisis en de daarmee gepaard gaande financiële stress langer duren, gaan mensen struisvogelgedrag vertonen, zegt Van Dijk. „Wie zich machteloos voelt, maakt op den duur de enveloppen met rekeningen niet meer open. Het heeft toch geen zin, is de gedachte.” Op die manier nemen de problemen vaak alleen maar toe en duurt de stress langer. Hoe langer de stress duurt en hoe intenser de stress wordt ervaren, hoe lager ook het gevoel van eigenwaarde.
Na de eerste fase van onrust, waarbij in de gehele maatschappij een bepaalde spanning optreedt, zal een deel van de mensen weer berusting vinden. „Als blijkt dat de persoonlijke gevolgen meevallen”, aldus Dur. Maar zij die bijvoorbeeld hun baan verliezen, kunnen daar ook permanent welzijnsverlies aan overhouden, zegt Dur. „Baanverlies is een van de meest ingrijpende gebeurtenissen, met groot effect op het welzijn van mensen. Een naaste die overlijdt, veroorzaakt een diepe schok, maar daarna gaat het welzijn uiteindelijk terug naar het oude niveau. Iemand die zijn baan verliest en vervolgens niet goed terugkomt in de arbeidsmarkt, blijft vaak ongelukkig.”
Het laat zien hoe belangrijk het voor mensen is om werk te hebben, zegt Dur. „Als we dat verliezen, voelen we ons buitenspel gezet.” Hij verwacht een verminderde ervaring van welzijn in de maatschappij als er inderdaad een recessie aankomt en meer mensen hun baan zullen verliezen. „Nu is de arbeidsmarkt krap, maar in een recessie kan dat zomaar omslaan.”
Econoom Sonnemans denkt juist dat mensen in deze crisis tot dusver minder angst ervaren omdat vooral sprake is van een koopkrachtcrisis, in plaats van een werkloosheidscrisis. „We hebben minder geld dan we gewend zijn. Maar de werkloosheid is nog steeds heel laag.” Volgens Sonnemans is het vele malen ingrijpender om met de angst te leven om je baan te verliezen, dan om te moeten bezuinigen op uitgaven.
Monique en Tonia Bonsink letten steeds meer op hun uitgaven. Spontane koopjes zitten er niet meer in. Voorlopig gaat het nog wel. Maar ze hebben het gevoel dat het allemaal nog een stuk erger kan gaan worden. „Minister Sigrid Kaag heeft gezegd dat er een eind komt aan de steunpaketten. Dat geeft pas echt een angstig gevoel”, zegt Tonia. Monique: „Ik voel voortdurend een donker wolkje hangen.”