Na slecht nieuws opent zich een nieuwe wereld

Muziek bepaalt het leven van altvioliste . Aflevering 8 en slot: Dvorak Symfonie nr. 8.
Wagner over muziek

Dat de vakantie me goed heeft gedaan, merk ik als ik op een ochtend ondanks de Nederlandse prachtzon voor mijn donkere studeerkamer kies. De altvioolpartij van Dvořraks symfonie nummer acht op de lessenaar lokt met de belofte van het nieuwe orkestseizoen dat nu nog in het verschiet ligt. Al gauw volgen mijn vingers de hartstochtelijke thema’s van Dvorřaks geniale symfonie op de snaren en de prachtige melodieën wakkeren bij mij onmiddellijk schrijfideeën aan. Ik probeer mijn hoofd koel te houden maar de vondsten stromen overdadig binnen, zodat ik het spel uiteindelijk stopzet en ze koortsachtig met potlood op de bladmuziek noteer. En zo onderbreek ik nog een paar keer mijn altviooluurtjes, telkens verrast door de synergie tussen muziek en mijn verbeelding. Diep in mij snerpt ineens een stem die als een ongewenst contrapunt het plezier van het schrijfgemak tegenspreekt. Fluks negeer ik de onrust, schuif alle twijfels opzij en concentreer me op mijn altviool: mijn intonatie verdient na al die vrije weken wel enige aandacht.

Later op de dag, voldaan, zwicht ik alsnog voor het mooie weer en wandel naar het parkbos in mijn dorp. Boven de vijver met verrassend veel water bemerk ik dansende vlinders en ik herken de melodie van een zanglijster. Op het moment dat ik een nieuw pad insla, rinkelt mijn telefoon. Op het scherm verschijnt het nummer van NRC, wat leuk! De stem aan de andere kant vraagt melodieus naar mijn bevinden. Maar als ik terugvraag kantelt de sfeer en sluipt er een wanklank in mijn harmonieuze gemoedstoonaard. De ritmische stem van de beller dendert als een fuga en pas in de reprise hoor ik de essentie: door redactionele verschuivingen zal deze rubriek stoppen. Het is niet anders.

Ik ga op een bankje zitten. Waar is de zanglijster gebleven? Mijn muziekmijmeringen van vanochtend vallen stil, de nog steeds in de verte dansende vlinders herinneren me aan de opwelling van onrust van vanochtend die nu opnieuw de kop opsteekt. Een zonnestraal valt op mijn rustende handen en transformeert de schaduw in een lichtspel. En alsof Dvorřaks zojuist gestudeerde werk me wil troosten, hoor ik zijn melodieuze thema’s door mijn hoofd dwarrelen. Na de achtste symfonie heeft de componist zijn ‘nieuwe wereld’ ontdekt. Ik kijk weer naar de vlinderdans: fladderen ze nu echt op het ritme van zijn thema’s? Staan vlinders niet symbool voor transformatie? En heeft de stem in de telefoon me niet uitgenodigd mijzelf in deze krant opnieuw uit te vinden?

Ewa Maria Wagner is altvioliste en schrijfster.