Alida Dors maakt van Zomergasten een gelaagde dans

ZAP Choreograaf Alida Dors reeg in Zomergasten fragmenten uit de zwarte cultuur aaneen tot een fluïde rondedans.

Choreograaf en theaterdirecteur Alida Dors in Zomergasten
Choreograaf en theaterdirecteur Alida Dors in Zomergasten VPRO

Als de Zomergasten-aflevering van choreograaf en theaterdirecteur Alida Dors (1977) een dansvoorstelling was geweest, dan had ik de choreografie ervan geroemd. Hoe fluïde het ene fragment in het ander overging, en alle fragmenten samen – over hiphop en kunstschaatsen, een documentaire over de zwarte activistisch filosoof Angela Davis en een moderne filmversie van Macbeth – een perfecte pirouette vormden. Een rond verhaal, háár verhaal. De avond eindigde met een explosie. Candyland, het landhuis van de slavenhouder in de film Django unchained (Quentin Tarantino) ging in vlammen op, de vrijgemaakte slaafgemaakte stond er lachend bij. Was dat „te bruut”, dit einde?, vroeg Alida Dors. Presentator Theo Maassen vond van niet en hij haalde woorden aan uit het éérste fragment van haar avond, uit de film Wild Style over de opkomst van hiphop en breakdance begin jaren zeventig in Amerikaanse achterstandsbuurten. De hiphopbeweging ging niet over pro-black of anti-white, citeerde hij, maar om pro-positivity.

Ver voor ze in de fiscale economie afstudeerde, was Alida Dors een g-girl, break- en streetdansend in de Amsterdamse Bijlmer waar ze opgroeide. Haar vader, bij wie ze vanaf haar achtste woonde, trainde haar als thaibokser en van hem leerde ze dat „het leven je knock-out kan slaan, maar dat je toch binnen acht tellen weer op moet staan.” Beweging, sport en dus ook dans, zei ze, zijn manieren om te „dealen met het leven”, om emoties te vertalen, te uiten en te verwerken.

Theo Maassen huilde

Dans is een taal, zei zij. „Een universele taal, die voor iedereen leesbaar is.” Theo Maassen sprak die taal niet, zei hij, maar hij verstond hem toch. Alida Dors was Zomergast omdat hij eerder zo geraakt werd door een voorstelling van haar, The story of Travis. En hij had het niet over een traantje wegpinken, maar echt over huilen. Zij wilde zondagavond weten wat er dan precies bij hem gebeurde. „Ik zag de dans van een vrouw die een kind verliest. Het was martial art-achtig, hoekig, hard. Ergens diep in mij smolt er iets, verdriet, iets wat daar blijkbaar zat.” Zijn moeder verloor een kind, zei hij. Hij zijn broertje. „De vrouw, deze dans, dat was een emotionele knock-out.” Alida zei daarop: „Ik ben sprakeloos.”

Er kwam nog zo’n directe één-op-één tussen presentator en gast. Langzaam hadden ze opgebouwd naar dit moment van kleur bekennen. We hadden gekeken naar de „zwarte ijsprinses”, de Franse kunstschaatster Surya Bonaly. We zagen een fragment uit Boyz n the Hood, waarin een zwarte vader de opvoeding van zijn zoon ter hand neemt. Alida Dors vertelde daarop dat ze haar drie „dubbelbloedkinderen” weerbaar wil maken en ze óók „het verhaal van zwart-zijn” wil meegeven. Volgens haar niet alleen een „zwaar” verhaal van ongelijkheid en onderdrukking, maar een „heroïsch en heerlijk” verhaal. „Zwart-zijn is het nieuwe goud.”

En toen, na een fragment waarin een zwarte Amerikaanse christen betoogt dat de tekst van het Amerikaanse volkslied is geschreven op de pentatonische (vijftonige) toonladder van de Afrikaanse slaven, vroeg zij Maassen op de man af of hij zich schuldig voelde aan 400 jaar Nederlands slavernijverleden. Nee, hij voelde zich niet schuldig. De excuses van Rutte vond hij goed, die van de koning minder. „En nu?” vroeg Dors. Geld zou niks helpen, dacht hij. Haar leek het een goed begin. Hij opperde daarop de met slavenbloed besmette grachtenpanden leeg te vegen om daar nu eens de bewoners van de Bijlmer te huisvesten. Die opmerking zal vast een staartje krijgen, ik heb nog niet op X durven kijken.

In de laatste minuten maakte Dors alles wat de voorgaande drie uur misschien hard en rauw was zacht. Het maakte de avond een geslaagde en gelaagde dans.