N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Alles wat er sinds de verkiezingen op 1 november vorig jaar is gebeurd in Israël, lijkt wettelijk en democratisch. Maar zoals wel vaker in de geschiedenis borrelt het onder de oppervlakte, waar in de instellingen van het land de kiemen van chaos, leegte en onrust gezaaid liggen.
Dan heb ik het niet alleen over de invoering van nieuwe wetten, hoe extreem en weerzinwekkend die ook zijn, maar over een dieperliggende, noodlottigere verandering, een verschuiving in onze identiteit, in het karakter van de staat.
Tijdens de onderhandelingen voor de vorming van een nieuwe regering spookte de hele tijd een vers uit het boek van Jesaja (5:20) door mijn hoofd – „Wee hen die zeggen dat goed slecht is en dat slecht goed is, dat duisternis licht is en licht duisternis, dat bitter zoet is en zoet bitter.”
Watermarteling
Op de achtergrond, als een Chinese watermarteling, hoor ik voortdurend Moshe Gafni, parlementslid van de Knesset, verkondigen: „De helft van de mensen zal de Thora bestuderen en de andere helft zal dienen in het leger.” En elke keer weer verschroeit mijn brein, deels ook om totaal andere redenen. De onderhandelingen, die meer weg hadden van een rooftocht, flikkerden voorbij in vluchtige beelden, in flitsen van een vreemde, provocerende logica. In een oogwenk, steeds driester, vingervlug als een valse kaartspeler in een steeg.
We staan erbij en weten dat we bedrogen worden. Dat iemand niet alleen ons geld in zijn zakken steekt, maar ook onze toekomst en die van onze kinderen rolt, het hele bestaan dat we hier wilden opbouwen. Een staat waar nu en dan het vooruitzicht doorschemert op een beschaafd land, waar gelijkheid heerst, een staat die de kracht heeft om tegenstellingen en verschillen op te heffen, en er op termijn zelfs in slaagt zich te bevrijden van die vervloekte bezetting. En dat ondanks alle gebreken en blinde vlekken. Een land dat Joods kan zijn en gelovig en vrijzinnig, een hightech mogendheid, trouw aan tradities en democratisch, een goed thuis, ook voor minderheden. Een staat Israël waar de verscheidenheid aan maatschappelijke en menselijke dialecten niet noodzakelijk angst, wederzijdse bedreigingen en racisme genereert, maar leidt tot kruisbestuiving en bloei.
Netanyahu sloopte het rechtssysteem, de politie, het onderwijs en alles wat zweemt naar ‘linksheid’
Nu de zandstorm is gaan liggen en duidelijk wordt hoe groot de schade is, is Benjamin Netanyahu vast een tevreden man. Hij heeft zijn doel bereikt door eerst chaos te creëren – hij sloopte het rechtssysteem, de politie, het onderwijs en alles wat ook maar zweemt naar ‘linksheid’ –, nu wil hij het laten lijken alsof hij de klok terugdraait en het krankzinnig oneerlijke wereldbeeld dat hij zelf geschapen heeft, zal uitwissen of op z’n minst bijstellen. Netanyahu, zo wil hij ons laten geloven, zal op een fatsoenlijke, rechtmatige manier de leiding hernemen. Weer helemaal de verantwoorde ouder in een goed geolied land.
De chaos is hier
Hij zal ontdekken dat er geen weg terug is van de plek waar hij ons naartoe heeft gesleept. Het zal onmogelijk blijken om de chaos die hij gecreëerd heeft, zelfs maar te temperen. Zijn jaren van chaos hebben nu al iets tastbaars schrikbarends gekerfd in de zielen van de mensen die ze hebben moeten doorstaan.
Ze zijn hier. De chaos is hier, met zijn volle aanzuigeffect. De interne haat is er. De wederzijdse afkeer is er, net als het wrede geweld in onze straten, op onze snelwegen, in onze scholen en ziekenhuizen. De mensen die zeggen dat goed slecht is en dat slecht goed is, zijn hier ook.
Dat er binnen afzienbare tijd geen eind komt aan de bezetting, spreekt voor zich – ze staat al sterker dan alle krachten die vandaag actief zijn in de politieke arena. Wat daar gestart is en met grote efficiëntie werd aangescherpt, sijpelt nu ook hier binnen. Anarchie spert de muil wijd open en toont haar slagtanden aan de meest fragiele democratie in het Midden-Oosten.