Opinie | Prigozjin is weg, het regime van Poetin blijft

Rusland De eliminatie van de top van huurlingenleger Wagner heeft de positie van Rusland niet veranderd, schrijft . Zelfs niet als Poetin zou verdwijnen.
Een Wagner-huurling bij een geïmproviseerd monument voor de Wagner-chef Prigozjin in Sint Petersburg.
Een Wagner-huurling bij een geïmproviseerd monument voor de Wagner-chef Prigozjin in Sint Petersburg. Foto Dmitri Lovetsky /AP

De stoffelijke overschotten lagen nog verspreid tussen resten van het neergestorte vliegtuig in Koezjenkino. De zwarte lijkwagens waren nog niet gearriveerd. Maar toch meldde Pavlov zich meteen al aan. Wie zat er achter de crash? Kremlin, legerleiding dan wel Oekraïne of een westerse bondgenoot? Daarna dook ook de gebruikelijke paranoia op. Had Jevgeni Prigozjin wel in het toestel gezeten? Of was de Wagnerleider op de valreep in een tweede vliegtuig gestapt, dat na de crash meteen rechtsomkeert had gemaakt?

Er is inderdaad reden voor zulke scepsis. Vrij naar Martinus Nijhoff geldt in Rusland de stelregel: kijk maar, je ziet niet wat je ziet. Alles kan anders blijken te zijn dan we nu denken.

Misschien is het verstandiger om, voordat het zover is, eerst toch even houvast te zoeken in wat we wel weten en niet af te dwalen naar wat we (nog) niet weten.

Wat we weten is dat de Russische president Vladimir Poetin de afrekening met de Wagnertop naar zich toe heeft getrokken. In een onderhoud met Denis Poesjilin – ‘Gauleiter’ in Donetsk, zoals de Oekraïners hem noemen – prees Poetin de huurlingenleider het graf in alsof hij toneellessen had gevolgd bij Al Pacino. Het werk van Wagner voor de „gemeenschappelijk zaak in de strijd met het neonazistische regime in Oekraïne” zou hij niet vergeten, zei de president, maar Prigozjin had, hoewel een „getalenteerd zakenman in olie, gas en edelmetalen”, ook „ernstige fouten” gemaakt.

Pappenheimers

We weten eveneens dat Poetin de man, die hij al veertig jaar kende, na de muiterij van 24 juni een „verrader” had genoemd en dat de president voor zijn herverkiezing in 2018 openlijk had gezegd dat hij vergevingsgezind is, maar niét als het gaat om „verraad”.

En we weten tenslotte dat ook de sadist Prigozjin zijn pappenheimers kende. Pratend met zijn rechterhand Dmitri Oetkin, de neonazistische militaire commandant van Wagner, zei hij over de dood: „We gaan allemaal naar de hel. Maar in de hel zullen we de besten zijn.”

Minder stellig zijn de gebeurtenissen in de twee maanden ná de muiterij te reconstrueren, laat staan te interpreteren. Desondanks een poging.

Onzeker over Prigozjins populariteit heeft het Kremlin eerst de machtsbalans moeten opmaken. Na de muiterij had volgens het onafhankelijke onderzoeksinstituut Levada ruim een vijfde van de Russen nog altijd min of meer vertrouwen in de Wagnerbaas en onderschreef bijna de helft (46 procent) diens kritiek op de legerleiding. Tegelijkertijd diende Wagner snel te worden ontmanteld. Zijn rol moest worden overgenomen door kleinere huurlingenlegers, als Redoet (betaald door de oligarchen Timtsjenko en Deripaska) en Konvooi (gefinancierd door Poetins judovriend Rotenberg).

Na twee maanden dacht Poetin dat zijn positie voldoende was geconsolideerd om tot strafexpedities over te kunnen gaan. Niet toevallig werd generaal Soerovikin, alias ‘de slager van Aleppo’, een reguliere commandant die dichtbij Prigozjin stond, dinsdag ontslagen, een etmaal voor de eliminatie van de Wagnertop.

Betekent dit nu dat de status-quo is hersteld? Nee.

Lees ook de analyse van oud-Rusland-correspondent Michel Krielaars: Poetin schiep met Prigozjin zijn eigen monster van Frankenstein

De basis onder Poetins regime is aangetast. Twee decennia afficheerde het Kremlin zich als garantie voor ‘rust en orde’. Wie zich niet met de politiek of het grote geld bemoeide, genoot privé comfort. De muiterij heeft dit nu al decennia werkende verhaal doorkruist en dus de rust van de regerende elite verstoord.

De liquidatie van Prigozjin is een tweede breuk in twee maanden. Poetin pakte zelden mensen uit zijn binnenste cirkels aan. Al die vensterbank-doden mochten tot de verbeelding spreken, het Kremlin had het meestal gemunt op (plotselinge) vijanden in de buitenste ringen en overgelopen spionnen. Minister Oeljoekajev van Economische Zaken, die zeven jaar geleden in conflict raakte met staatsolieconcern Rosneft en tot april vorig jaar gevangen zat, was een uitzondering. Sinds deze week weet ook de kern van de elite dat ze niet veilig is. Een Russische fotograaf appte mij woensdagavond daarom: „nacht van de lange messen?”

Sinds deze week weet ook de kern van de Russische elite dat zij niet veilig is

Militair analist Joeri Fjodorov, jarenlang werkzaam bij de Academie van Wetenschappen en andere Russische staatsinstituten, dacht niet zozeer aan Hitlers afrekening met de SA in 1934 maar aan de laatste maanden van Stalin in 1953. Toen de partijleider begon door te draaien, werden zijn naaste paladijnen, die voordien enthousiast hadden meegedaan, nerveus en deden ze, Goelag-chef Beria voorop, weinig tot niets om Stalin overeind te houden.

„Als je een pan op het vuur zet en de deksel dicht draait, ontploft die. Een verstandige leider zal de pot half openhouden, zodat er stoom kan ontsnappen. Poetin doet het tegenovergestelde”, betoogt Fjodorov op de kritische website Republic. Die paniek kan toenemen in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2024 en de ‘eenheidskandidaat’, zoals Kremlinwoordvoerder Peskov zijn baas noemt, expliciete loyaliteit van zijn gecorrumpeerde ondergeschikten gaat eisen.

Is het begin van het eind daarom wellicht in zicht? Wederom: nee.

Penibel

Alleen een nog grotere crisis kan Poetin ten val brengen. Of de huidige crisis zich verdiept, ligt deels in handen van de Oekraïners en het Westen. Zolang de Russen in staat zijn om zich achter de mijnenvelden te verschansen en de economische sancties via de ‘nuttige idioten’ bij multinationals of advocaten aan de Zuidas te omzeilen, kan Moskou de moordmachine aan de praat houden.

Breekt Oekraïne de ban, dan heeft Poetin een probleem. Van de Russische burgerij heeft het Kremlin namelijk weinig te duchten. „Russen willen geen oorlog, doch billijken de oorlog wel”, aldus socioloog Lev Goedkov, directeur van Levada. Pas als toestand op slagveld en/of economie penibel wordt, zou de bange elite eens eieren voor haar geld kunnen gaan kiezen. „Op straat zal niemand Poetin dan verdedigen”, voorspelt Goedkov op hetzelfde Republic.

Voor de goede orde: dan blijft het regime als zodanig gewoon in stand. Politiek noch sociologisch zijn er nu serieuze voorwaarden voor een doorbraak, aldus Goedkov. „Voorlopig heb ik dus geen reden om over democratische vooruitzichten te praten.”

Dit gebrek aan perspectief zou een reden moeten zijn om eens wat minder gewichtig te praten over de plaats van Moskou in Europa ná de oorlog. De Wagnerbeulen mogen geëlimineerd zijn, de positie van Rusland is niet veranderd.