Zonder B-kantjes had de popgeschiedenis er helemaal anders uitgezien

Recensie Muziek

B-kantjes Onlangs meldde zich een teleurgestelde klant bij een platenwinkel. Hij had een plaat gekocht waar maar de helft van de nummers op stonden. De winkelmedewerker kon de klant gelukkig geruststellen met de mededeling dat je een langspeelplaat om kunt draaien, en dat de rest van de muziek op de andere kant staat.

Beroemde B-kantjes.
Beroemde B-kantjes.

Onlangs meldde zich een teleurgestelde klant bij platenwinkel Concerto in Amsterdam. Hij had de pas gekochte elpee van Harry Styles thuis gedraaid, maar de plaat bevatte slechts de helft van de nummers die op de hoes werden vermeld. De winkelmedewerker kon de klant geruststellen met de mededeling dat je een langspeelplaat om kunt draaien, en dat de rest van de muziek zich op de andere kant van het vinyl bevindt.

De vinylplaat met twee afspeelbare kanten, een A- en een B-kant, is een uitstervend fenomeen nu generaties muziekliefhebbers gewend zijn aan (eerst) de cd en later de digitale mp3. De Britse muziekkenner Andy Cowan stelt in zijn boek B-Side, A Flipsided History of Pop dat de populaire muziekgeschiedenis er anders uit zou hebben gezien zonder het B-kantje. ‘Rock Around the Clock’ van Bill Haley & the Comets stond onopvallend op de achterkant van het nogal oubollige ‘Thirteen Women’. Totdat regisseur Richard Brooks het lied promoveerde tot de openingstrack van de film Blackboard Jungle. Bandleider Haley, met de tegen zijn voorhoofd geplakte spuuglok, werd anno 1954 de eerste grote ster van het rock’n’roll-tijdperk. Van ‘Rock Around the Clock’ werden 170 miljoen exemplaren verkocht.

Geile opwellingen van Prince

Cowan noteert dat ‘Revolution’ van The Beatles eigenlijk de A-kant had moeten zijn, maar dat de vriendelijke meezinger ‘Hey Jude’ het won na een hoofdelijke stemming onder de Fab Four. Wie het lied na zeven minuten en het dreinerige nanana-koor had uitgezeten, kon het plaatje omdraaien voor een ruiger dan de elpeeversie klinkende Beatlesklassieker uit de koker van John Lennon. Ruig was ook Rod Stewarts ‘Maggy May’, dat pas een hit werd nadat radiodeejays de single met de folksong ‘Reason To Believe’ omdraaiden. Op de B-kant zong Rod the Mod met grote bezieling over zijn eerste seksuele ervaring met een oudere vrouw.

Bij zijn alfabetische opsomming van onvergetelijke B-kantjes hanteert Andy Cowan de strenge norm dat van elke artiest maar één nummer genoemd mag worden. Zo krijgt het B-kantjeskanon Prince niet meer dan één lemma toebedeeld voor ‘Erotic City’, terwijl de minstens zo scabreuze achterkantjesmuziek van ‘Irresistible Bitch’ en ‘Scarlet Pussy’ naar de voetnoten wordt verwezen. Prince deed het erom. Zijn meest geile opwellingen zette hij expres op de B-kant omdat hij natuurlijk ook wel snapte dat het geen hits konden worden. Toch wordt ‘Erotic City’ nu tot zijn klassiekers gerekend.

Cowan wijdt een boeiend hoofdstuk aan Jamaicaanse dub, een genre dat zijn bestaan ontleent aan elektronisch gemanipuleerde geluidscollages op de B-kantjes van reggaesingles. Producers als King Tubby en Lee Perry bewerkten hun creaties tot gedeconstrueerde en van galm doordrenkte ‘versions’ die vaak populairder werden dan de originelen op de A-kant. ‘King Tubby Meets Rockers Uptown’ van melodicaspeler Augustus Pablo liftte mee op de baslijn van Jacob Millers ‘Baby I Love You’ en drong het origineel naar de achtergrond.

Achterstevoren geperste liedjes

Fascinerend is het hoofdstuk over achterstevoren in de groeven geperste popsongs als ‘!aaaH-aH yawA eM ekaT oT gnimoC er’yehT’, de flipside van Napoleon XIV’s ‘They’re Coming To Take Me Away Ha-Haaa!’. Ook karaokeversies, of het tweede deel van nummers die te lang waren om op één singlekant te passen, belandden vaak op de B-kant. Stevie Wonders ‘Fingertips Part 2’ met de opwindende finale van de live gespeelde mondharmonica-instrumental die op de A-kant nog wat stroef klonk, werd de eerste grote hit van de Motownster.

Klassiekers als ‘The Tennessee Waltz’ van Patti Page, ‘Tequila’ van The Champs en ‘Push It’ van Salt-N-Pepa begonnen hun bestaan als B-kantjes die hun eigen A-kant onder de zoden van de pophistorie schoffelden. Bij elkaar leveren de songs in Andy Cowans onweerstaanbare lees- en bladerboek een kleurrijke playlist op, die onderstreept hoe grillig en avontuurlijk popmuziek kan zijn.