Woensdagavond viel het vliegtuig van Wagner-baas Yevgeni Prigozjin als een baksteen uit de lucht. Vermoedelijk gaf het Kremlin hiertoe opdracht – en mogelijk Poetin zelf. Dat zou niet voor het eerst zijn, vertelt oud-Rusland-correspondent Michel Krielaars. Want Poetin staat erom bekend zijn vijanden genadeloos uit de weg te ruimen.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].
Zo goed als zeker verbiedt Australië als eerste land ter wereld het gebruik van sociale media voor kinderen tot zestien jaar. Een overweldigende meerderheid van het Australische parlement stemde woensdag voor de baanbrekende wet, die waarschijnlijk eind volgend jaar in werking treedt. Alleen de Australische Senaat moet er donderdag nog een klap op geven, al lijkt dat slechts een formaliteit.
Het is een wereldprimeur waar ook internationaal veel aandacht voor is. „Er is een duidelijk verband tussen de opkomst van sociale media en de verslechterde mentale gezondheid van jonge Australiërs”, zei premier Anthony Albanese eerder deze week in het parlement. Hij heeft de vooruitstrevende plannen onlangs ook met zijn Amerikaanse en Europese collega’s besproken. „Ze kijken allemaal met grote interesse naar wat we hier doen, en prijzen ons leiderschap op dit gebied.”
Australische kinderen horen bij de actiefste gebruikers van sociale media ter wereld. Zo’n 97 procent van Australische tieners gebruikt sociale media en heeft accounts bij gemiddeld vier platforms. Volgens een onderzoek door jongerenorganisatie ReachOut van dit jaar geeft tweederde van de ouders van Australische tieners aan dat ze zich zorgen maken om het socialemediagebruik van hun kind.
Er is namelijk groeiend bewijs voor de negatieve gevolgen van sociale media voor het mentale welzijn van kinderen en tieners. Vooraanstaand sociaal psycholoog Jonathan Haidt deed er jaren onderzoek naar en schetste eerder dit jaar in een alarmerend stuk in het Amerikaanse tijdschrift The Atlantic hoe verwoestend de technologie is voor het welzijn van kinderen. Sinds ongeveer 2010 heeft hij de mentale gezondheid van tieners overal ter wereld sterk achteruit zien gaan. Hij is een groot voorstander van het Australische verbod. „Het maakt onze kinderen ziek”, zei hij in een interview met het Australische televisieprogramma ‘60 Minutes’. Sociale media en smartphones zorgen volgens hem voor een „internationale epidemie” van depressie, angst en zelfmoord onder kinderen.
Veel kritiek
Hoe het verbod er in de praktijk uit gaat zien, is nog niet duidelijk. Pas halverwege 2025 wordt de uitkomst van een proef verwacht naar technologie om de leeftijd van gebruikers te verifiëren. Zeker is wel dat de verantwoordelijkheid van de handhaving bij de socialemediabedrijven ligt. Platforms zoals TikTok, Facebook, Instagram en X riskeren boetes tot 50 miljoen Australische dollar (30,8 miljoen euro) als ze zich niet aan de wet houden. Zij krijgen een jaar de tijd om zich voor te bereiden op de nieuwe wetgeving.
Techgiganten Google en Meta hebben tevergeefs geprobeerd om de wetgeving tegen te houden. Ook Bytedance, het bedrijf achter TikTok, wilde dat de wet werd uitgesteld tot duidelijk is hoe de leeftijdschecks uitgevoerd moeten worden. Elon Musks platform X waarschuwde dat een verbod de mensenrechten van kinderen en jongeren inperkt, zoals de vrijheid van meningsuiting.
Maar de techreuzen zijn niet de enigen met bezwaren. Volgens onafhankelijke politici is de wet er veel te snel doorheen gejaagd, zonder dat de mogelijke gevolgen goed in kaart zijn gebracht. Een week geleden werd de conceptwet geïntroduceerd en de consultatieperiode duurde slechts één dag. Toch kwamen er in die vierentwintig uur ruim vijftienduizend inzendingen binnen die overwegend negatief waren. Een commissie kreeg twee dagen later slechts een paar uur om de details door te nemen.
Lees ook
Enorm datalek is ‘wake-upcall’ voor Australië
Zo ligt het systeem om de leeftijd van gebruikers te controleren onder vuur. Veel critici zijn bang dat gebruikers gedwongen worden hun identificatiebewijs of biometrische gegevens te delen met socialemediabedrijven, zoals gezichtsscans. Albanese probeerde de zorgen over de privacy van gebruikers weg te nemen. „We voeren heel strenge privacyregels in, zoals een verplichting om de gegevens van gebruikers te verwijderen zodra de leeftijd is vastgesteld”, zei hij eerder deze week.
Kwetsbare kinderen
Deskundigen vrezen verder dat een verbod moeilijk te handhaven is en dat techsavvy kinderen het gemakkelijk kunnen omzeilen. Ze wijzen erop dat dit de reden is dat de beperking van sociale media in andere landen niet heeft gewerkt. Kinderen kunnen bijvoorbeeld via VPN-netwerken, die hun locatie en persoonlijke informatie verhullen, toch op de platforms komen.
Dit is precies het tegenovergestelde van wat wij zouden adviseren
Bovendien stellen deskundigen dat met een algeheel verbod het kind met het badwater wordt weggegooid. Sociale media zijn volgens hen een levensader voor kwetsbare kinderen en minderheidsgroepen, zoals lhbtiq’ers en migranten. „Dit is precies het tegenovergestelde van wat wij zouden adviseren”, zei onderzoeker Amelia Johns van de Universiteit van Sydney tegen persbureau Reuters. Ze deed onderzoek naar het gebruik van sociale media door migrantenkinderen tijdens de coronalockdowns. „Jongeren leven op sociale media. Ik maak me juist grote zorgen om de gevolgen voor hun mentale gezondheid als een volledig verbod wordt ingevoerd.”
Lees ook
‘Het brein wil maar doorgaan’: hoe Europa verslavende sociale media wil aanpakken
Toch zijn er ook veel experts die het verbod ondanks al deze bezwaren toch steunen. „Het zal lang duren voordat we precies weten hoe het ons beïnvloedt”, stelt onderzoeker Danielle Einstein van de Australische Macquarie Universiteit. „Maar het is tijd om de gevaren van sociale media te erkennen en toe te geven dat ze onze samenleving schaden.”
De brede politieke steun voor het plan wordt bovendien weerspiegeld in de samenleving. Volgens een recente peiling van peilingbureau YouGov is 77 procent van de bevolking het eens met het verbod. „Goddank komt deze wet er”, liet een presentator van de Australische publieke omroep ABC zich op de radio ontvallen. „Alle ouders in Australië vieren dit besluit.”
Elke jonge medewerker van het Oekraïense gamebedrijf GSC Game World glimt van trots als ze over de eerste S.T.A.L.K.E.R.-game vertellen. Ze hebben het over de verrassing toen ze er achter kwamen dat het een Oekraïens spel was. Ze vertellen over het geld dat papa had opgespaard voor een auto dat in plaats daarvan naar een gamecomputer ging. En over hoe „S.T.A.L.K.E.R. de wereld liet kennismaken met Oekraïne, in een tijd dat niemand Oekraïne en Rusland uit elkaar kon houden”. Het was, zo anno 2007, het begin van de Oekraïense game-industrie, zeggen ze. De vonk die hen deed geloven dat Oekraïners óók games kunnen maken.
Het eerste half uur van de documentaire War Game, te zien op YouTube, geeft de veelal jonge makers van de opvolger van survivalspel S.T.A.L.K.E.R. alle ruimte om hun trots en liefde voor de reeks te uiten. Het lijkt de zoveelste game-pr-film vermomd als een documentaire. Tot je het legeruniform ziet van community manager Oleksii Ivanov, die met strakke mond en holle ogen in de camera kijkt. Ook tijdens de vrolijke verhalen.
S.T.A.L.K.E.R. is een curiosum, een spellenreeks met de ambities van een grote Amerikaanse blockbustergame en slechts een fractie van de middelen. De inspiratie is het boek Roadside Picnic, geschreven door de Russische broers Arkady en Boris Strugatski, later in 1979 verfilmd door Andrej Tarkovski onder de titel Stalker. Het boek draait om een zestal zones waarin vreemde, bovennatuurlijke gebeurtenissen schijnbaar lukraak plaatsvinden. In de gameserie is de ontplofte kerncentrale van Tsjernobyl het epicentrum van zo’n zone.
Oekraïense folklore
Via deze sciencefiction smeedt GSC Game World het diepgewortelde nationale trauma van Tsjernobyl tot moderne Oekraïense folklore. De helden van S.T.A.L.K.E.R.-games zijn koppige eenlingen, mannen – het zijn vrijwel alleen mannen – die de Tsjernobyl-zone betreden op zoek naar een nieuw leven. Ze treffen er onverklaarbare, onvoorspelbare gevaren, maar ook broederschap in een wereld zonder de onderdrukking van koningen of partijapparaten.
Toen Oekraïne na de val van de Sovjet-Unie eindelijk begon op te staan als land, werd S.T.A.L.K.E.R. een krachtig symbool voor onafhankelijkheid voor jonge Oekraïners. De opvolger moest dat oude gevoel vatten, dacht men in 2018. Maar het liep anders. Eerst kwam Covid. Daarna de Russen. Halverwege de documentaire, eind 2021, kijkt producent Mariia Grigorovich naar het nieuws en beseft: de gamestudio staat in Kyiv. Als Poetin zou besluiten om het land binnen te vallen, dan staan de soldaten zo voor de deur. Ze bestelt stiekem bussen, in het geval dat de studio moet evacueren. Haar vooruitziende blik betaalt zich uit: op het moment dat Poetin de invasie van Oekraïne aankondigt, slapen haar mensen in een hotel aan de Slowaakse grens.
Veel van de medewerkers van GSC Game World besluiten uiteindelijk te blijven. Ze worstelen met hun geweten. Moeten ze vechten voor hun land? Het is een verhaal dat zich in de vijfhonderd gamestudio’s van het land herhaalt. Oekraïne is inmiddels een populaire, goedkope bron van gamemakers geworden, waar grote game-uitgevers als het Franse Ubisoft graag gebruik van maken. In 2021 werkten er tienduizenden mensen in de lokale gamesector. De multinationals van de game-industrie moesten na de invasie partij kiezen: Wargaming, een groot gamebedrijf met wortels in Wit-Rusland, stootte de Russische studio’s af en schaarde zich achter de medewerkers in Kyiv.
Aan de grens, en daarna in het nieuwe hoofdkantoor in Tsjechië, hakt GSC Game World knopen door. De Russische vertaling wordt uit de game gehaald, en de naam wordt aangepast – de kernreactor heet hier niet ‘Chernobyl’, volgens de Russische spelling, maar Chornobyl. Oekraiens.
Europese rommeligheid
Met die voorgeschiedenis komt S.T.A.L.K.E.R. 2: Heart of Chornobyl alsnog dit jaar uit. De rare bugs, de gaten, de onvolkomenheden van de game – je kan ze gemakkelijk toeschrijven aan de stress van de oorlog. Eigenlijk voegen ze iets toe aan de charme van het spel. Een soort vrije Europese rommeligheid, de chaos van oorlogstijd. S.T.A.L.K.E.R. 2 is een game waarin je vaak uren rondloopt in de bossen, door eindeloze modderige graslanden, wakend voor het geluid van een schot of het tikken van de geigerteller aan je broek. Het beste speel je haar in het Oekraïens, met ondertiteling; het geeft de galgenhumor van mede-stalkers bij het kampvuur een authenticiteit mee die weinig games kunnen vangen.
Het is moeilijk om dit spel te spelen zonder te denken aan de beelden van het front, aan de foto’s uit de Donbas die op sociale media de ronde doen, aan community manager Oleksii in zijn uniform met zijn grimmige blik. Maar óók is het moeilijk niet te denken aan de grote blockbustergames uit het Westen, aan de Fallouts met hun omvangrijke, gevaarlijke werelden, waar deze game zo op lijkt. In vergelijking met S.T.A.L.K.E.R. zijn het ineens pretparken, gemaakt voor de speler, waar elk personage op jou wacht.
Niet hier. Stalkers en soldaten zwerven over het onherbergzame terrein, gemuteerde honden speuren hongerig naar brokjes vlees, en monsters wachten op je in het duister. De Tsjernobyl-zone heeft geen geduld voor het individu achter de controller. Wie warmte wil in deze kille gamewereld moet zoeken naar het kampvuur, en naar de strijdmakkers die ondanks alles weigeren om zich te laten pakken door het duister.
Een aanklager van het Internationaal Strafhof (ICC) heeft woensdag gezegd een arrestatiebevel te willen voor de militaire leider en waarnemend president van Myanmar, Min Aung Hlaing, vanwege misdaden tegen de menselijkheid. De misdaden houden verband met de (dodelijke) repressie van de islamitische minderheid Rohingya in Myanmar, waardoor honderdduizenden naar Bangladesh moesten vluchten.
Volgens ICC-aanklager Karim Khan werden de misdaden in de tweede helft van 2017 gepleegd door de krijgsmacht van Myanmar, de Tatmadaw. Deze werd geleid door Hlaing, met steun van de nationale politie, de grenspolitie en niet-Rohingya-burgers.
Volgens Khan is er na een „onafhankelijk en onpartijdig onderzoek” gebleken dat Min Aung Hlain „strafrechtelijk verantwoordelijk is voor de misdaden tegen de menselijkheid, met name de deportatie en achtervolging van Rohingya in Myanmar en delen van Bangladesh”. Het verzoek wordt nu beoordeeld door drie ICC-rechters.
Lees ook
Gruwelijk, maar genoeg bewijs voor genocide?
Maria Elena Vignoli, een Human Rights Watch-advocaat gespecialiseerd in internationaal recht, noemde het verzoek „een duidelijke waarschuwing aan de gewelddadige leiders van Myanmar dat ze niet buiten het bereik van de wet vallen”. Ook zei ze dat het verzoek een boodschap is voor de Rohingya-gemeenschap „dat hun strijd voor gerechtigheid niet is vergeten”.
Het ICC heeft geen eigen politiemacht of handhavingsorgaan. Dit betekent dat het strafhof afhankelijk is van andere landen om verdachten te arresteren en over te brengen naar het detentiecentrum van het ICC in Den Haag. In totaal zijn 124 landen lid van het internationale strafhof, maar Myanmar is dat niet. Dit betekent dat een daadwerkelijke arrestatie van Min Aung Hlaing onwaarschijnlijk is. Tegen persbureau Reuters zei de militaire overheid dat Myanmar geen lid is van het ICC en de verdenkingen niet erkent. Het ministerie van Informatie zei dat Myanmar een vrij en onpartijdig buitenlandbeleid voert en vreedzaam samenleeft met andere landen.
Lees ook
Zeventien Rohingya-vrouwen vertellen over hun verkrachting door militairen in Birma
Rohingya
In het overwegend boeddhistische Myanmar wordt de moslim-minderheid, Rohingya, al jaren gediscrimineerd. Onder de Myanmarese wet wordt aan hen bijvoorbeeld geen staatsburgerschap van Myanmar verleend, waardoor de groep staatloos is. Ook wordt de groep al jaren op wrede manier onderdrukt, verkracht of vermoord.
In 2017 bereikte het geweld een climax, waarna meer dan 700.000 mensen van de Rohingya-gemeenschap naar Bangladesh vluchtten. In 2020 droeg het Internationale Gerechtshof (ICJ) Myanmar op om alle genocidale handelingen te stoppen. Beschuldigingen van genocide heeft Myanmar tot op heden ontkend.
In 2017 was Aung San Suu de facto de democratisch verkozen leider van Myanmar. Bij parlementsverkiezingen in 2020 werd haar partij opnieuw de grootste, maar de uitslag werd door het leger niet erkend vanwege onbewezen fraude. Begin februari 2021 nam de junta de macht in het land over, waardoor de militaire leider Min Aung Hlaing de leiding nam en Aung Sang Suu werd afgezet en gearresteerd. Sindsdien leidt Min Aung Hlaing het land.
Lees ook
In overvolle cellen koelt de Myanmarese junta haar woede op politieke gevangenen
Dit artikel is om 14.20 aangepast om de reactie van Myanmar toe te voegen.