De alledaagse mens is bijzonder genoeg

Recensie Het Victoria and Albert Museum toont sculpturen van Thomas J Price – van de jonge zwarte vrouw voor Rotterdam CS – tussen historische beelden. Juist dat contrast maakt zijn werk indringend en bevrijdend.

‘Lay It Down (On The Edge Of Beauty)’ (2018).
‘Lay It Down (On The Edge Of Beauty)’ (2018). Foto Mishko Papic

Een bekende tegenkomen in het buitenland is altijd een beetje een gekke ervaring: het vertrouwde gezicht contrasteert even hevig met de nieuwe omgeving. Jij, hier? Het zegt veel over de kracht van het beeld Moments Contained dat de sculptuur, van een jonge zwarte vrouw op sneakers, in de paar maanden die het nu voor Rotterdam Centraal staat, al zo vertrouwd is geworden, dat je even gek opkijkt als je haar ziet staan op de patio voor de ingang van het Victoria and Albert Museum (V&A Museum) in Londen.

Het werk Moments Contained (2022) in Londen is een kopie uit dezelfde serie van Britse kunstenaar Thomas J Price (Londen, 1981). Ze staat hier, anders dan in Rotterdam, op een plateau – net geen sokkel, maar het doet een klein beetje af aan haar kracht. Beide sneakers op de grond, dat maakt haar in Rotterdam juist zo krachtig. Het beeld van Price bij de entree van het V&A Museum is onderdeel van de tentoonstelling die binnen te zien is: daar staan Prices beelden van gewone, jonge mensen van kleur opgesteld in de lange galerij met historische (veelal Britse) sculpturen. Hedendaagse figuren tussen historische sculpturen, houdt dat stand?

Ja, blijkt al gelijk aan het begin, in het trappenhuis bij de oudste beelden in de galerij. Van Price staat er het werk Signals (2021), een goudkleurig beeld van een man in trainingspak, zijn arm naar de hemel gerezen, met een telefoon in zijn hand, schijnbaar om een selfie te nemen. Price speelt met schaal, Moments Contained is vier meter hoog, deze man is ongeveer half zo groot als een regulier persoon. Direct ernaast staat een meer dan levensgroot beeld van de oudtestamentische Samson die twee Filistijnen van zich afslaat, in 1749 gemaakt door de Florentijnse beeldhouwer Vincenzo Foggini. De geheven arm waarmee hij een stuk hout opheft om mee te slaan, rijmt prachtig met de uitgestrekte selfie-arm van Price. Net als de golvende vormen van de gespierde, naakte mannen in gevecht, naast de eveneens golvende stof van het ruim zittende trainingspak in de goudkleurige figuur.

Thomas J Price met zijn werk Signals (2021) naast Samson en de Filistijnen (1749) van Vincenzo Foggini.
Foto’s Damian Griffiths, John Phillips/Getty Images voor V&A

Sfinx-achtig

Ook elders in de galerij is telkens gezocht naar interessante combinaties. Thomas J Prices sculptuur van het gezicht van een jonge vrouw (Lay It Down (On The Edge of Beauty), 2018) staat op een tafel met vier andere (borst)beelden van vrouwen (gemaakt tussen 1741 en 1830). Aan de raamkant van de galerij staan de gigantische hoofden van zwarte mannen uit de Numen-serie. Gepresenteerd op een sokkel van marmer en met een leegte op de plek van hun pupillen wekken ze een sfinx-achtige indruk: je wil ín hun hoofden kruipen om te begrijpen wat ze denken. Hun omvang maakt ze monumentaal, hun gezicht maakt ze persoonlijk.

Thomas J Price is een zeer bedreven sculptuurmaker, maar hij is ook een conceptueel kunstenaar, iemand voor wie ideeën centraal staan (hij maakte eerder videowerken en deed performances, waarbij hij bijvoorbeeld de muur van een galerie likte). Volgens Price zelf maakt hij „sculpturen die gaan over standbeelden”, die nuance is subtiel: sculpturen zijn alle beeldhouwwerken, standbeelden worden opgericht ter ere van een specifiek persoon. Door klassiek geïnspireerde sculpturen te maken, van alledaagse, hedendaagse mensen van kleur, rekt Price de traditionele verwachting van een standbeeld op. Met succes: hij was de eerste zwarte man die een beeld van een zwarte vrouw in de openbare ruimte in Groot-Brittannië geplaatst kreeg: het beeld Reaching Out, dezelfde vrouw als in Rotterdam, maar dan met een smartphone in de hand. Bij Price geen figuren uit de Griekse mythologie, geen heiligen, steenrijke mecenassen, graven of gravinnen. Prices beelden stellen niemand voor, het zijn tronies, fictieve figuren, die zijn samengesteld uit de talloze figuren die je op straat, in de metro, op een verjaardagsfeest tegenkomt. Ze zijn indringend en bevrijdend alledaags.

Numen (Shifting Votive Three) (2016) in het V&A Museum, Londen. Foto Mishko Papic

Het is een heel bewuste keuze om geen specifieke personen af te beelden. In een opiniestuk in Time Magazine, naar aanleiding van het neerhalen van het beeld van de Britse slavenhouder Edward Colston in 2020, legde Price uit waarom hij denkt dat een ander standbeeld van een echt persoon op die plek het probleem niet gaat oplossen: „Alle figuren die ik maak zijn fictief, omdat ik het hele concept van portretten probeer te bekritiseren. Portretten zijn gebaseerd op het idee dat een persoon het geld heeft om een kunstwerk te laten maken, of zulke geweldige dingen heeft gedaan dat een kunstwerk ter ere van hem wordt besteld.”

Helemaal aan het einde van de sculptuurgalerij staat een beeld van Auguste Rodin (1840-1917) van Johannes de Doper: Rodin beeldde hem af in een krachtige positie, met één been naar voren, en een gebogen arm omhoog. Zijn spieren glanzen in het zaallicht. Volgens het museumbordje schreef de historicus C.L.R. James uit Trinidad in 1932 over dit beeld: „Het is niet meer Johannes de Doper dan dat ik Johannes de Doper ben. Het is een beeld van een lopende naakte man, dat is alles, niets meer of minder.”

Die kwaliteit hebben de beelden van Price ook: ze gaan verder dan de boodschap. Wat je ziet, is een mens. En dat is bijzonder genoeg.

Correctie (21 augustus 2023): in een eerdere versie van dit artikel stond dat het beeld ‘Signals’ een zesde zo groot is als een mens, dat moet zijn half zo groot. Dat is hierboven aangepast.