Het verband tussen terugwijkend tandvlees, economie en parlementaire vakantie

Woord Er is geen oorzakelijk verband tussen de recessie en het parlementair reces. Maar taalkundig ziet wel overeenkomsten.

Paniek stijgt op uit Hilversumse kelen: recessie in Nederland en reces in Den Haag. Er is alleen een taalkundig verband. Beide termen gaan terug op het Latijnse recessus, ‘teruggaan’ of ‘terugtocht’. Dat past bij recessie. Dat is immers een periode van twee aaneensluitende kwartalen waarin het bbp daalt, een periode van teruglopende economische activiteit.

Maar die betekenis heeft ‘recessie’ pas sinds de Grote Depressie in de jaren dertig, toen Amerikaanse economen het fenomeen van teruglopende handel en industriële productie met deze term benoemden. Voor die tijd was ‘recessie’ niet meer dan een begrip uit de astronomie, waarmee gedoeld werd op terugwijkende sterren of nevels in het uitdijende heelal. Het was Edmond Halley, de 17de-eeuwse astronoom, naar wie de befaamde komeet genoemd is, die het verschijnsel ontdekt heeft. Tegenwoordig spreken ook tandartsen over ‘recessie’ en dan bedoelen ze terugwijkend tandvlees.

Verborgen plek

Het verband tussen teruggaan en vakantie, want dat is een parlementair reces in feite, is minder duidelijk. Maar het Latijnse recessus ontwikkelde zich ook tot de benaming voor een afgelegen, verborgen plek, een oord waar men zich veilig kon terugtrekken. Zo’n veilige plaats was ook de uitgelezen locatie voor organen en instanties die ongestoord wilden overleggen en dus werden de besluiten van zo’n bestuurlijk lichaam dat in het verborgene vergaderd had tenslotte ook met de term recessus aangeduid. In het Frans werd dit recès en dat betekent besluit of verdrag. Zoals vaak gebeurde in ons vaderlands verleden hebben we dit woord uit het Frans overgenomen. De eerste Nederlandse teksten waarin het voorkomt, stammen uit de 16de eeuw, maar nog tot een eind in de 19de eeuw komen we ‘reces’ als ‘besluit’ tegen. Juristen, die nu eenmaal graag speciale woorden voor precies geformuleerde zaken gebruiken, kenden nog een ander reces: het verslag van gevoerde onderhandelingen.

Als je eenmaal het punt van ‘reces’ bereikt had in besprekingen, dus als partijen overeenstemming bereikt hadden en tot een besluit gekomen waren, kon je met ‘reces’ uiteengaan, dus eensgezind stoppen. Vandaar de betekenis pauze, zoals in het Frans, en vakantie die nu nog slechts gebruikt wordt voor gerechtshoven en bestuursorganen.

Het Engelse recess lijkt geen enkel verband te onderhouden met de hier geschetste ontwikkeling. ‘Recess’ is, naast ons parlementaire ‘reces’, ook een verscholen holte of ruimte. Dit kan natuurlijk teruggaan op de Latijnse voorganger ‘verborgen plek’, maar omdat er ook een tussenverdieping mee aangeduid kan worden, ligt dit minder voor de hand. Een ‘recess’ kan daarnaast een alkoof zijn, of nis of inham, dus een plek waar muur, wand of kustlijn terugwijkt. En dan staat de oorspronkelijke Latijnse betekenis terugtrekken weer op de voorgrond. Dat is ook het geval bij de ‘recessieve eigenschappen’, die een rol spelen in de Wetten van Mendel: eigenschappen die bij overerving op de achtergrond blijven en die ondergeschikt zijn aan dominante collega’s.