N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Het heeft de glamour, het is flitsend. Het vertegenwoordigt traditionele mannelijkheid. Het staat voor snelheid en opwinding. Én het kan op de ogen van een groot wereldpubliek rekenen. „Kortom: het is de ideale sport om te sponsoren. Het is gemaakt om sigaretten te verkopen.” Halverwege de jaren tachtig verwoordde Barrie Gill, een belangrijke sponsorstrateeg van de autosport, waarom de Formule 1 zo goed bij de tabaksindustrie past. Destijds waren sigarettenmerken nog prominent op de race-bolides en coureursuniformen te zien. Ondanks een later verbod op investeringen en reclames werd de band tussen de autosport- en tabaksindustrie nooit helemaal doorgeknipt.
Donderdag werd aan dat langdurige partnerschap een nieuwe episode toegevoegd. Hartstichting, KWF Kankerbestrijding en het Longfonds kondigden aan een klacht in te dienen bij de Reclame Code Commissie vanwege reclame voor nicotinezakjes van het merk Velo die rondom de Grand Prix in Zandvoort op de consument wordt afgevuurd. Het trio, verenigd in de stichting Gezondheidsfondsen voor Rookvrij, vindt het „onbestaanbaar” dat in Nederland reclame gemaakt wordt voor een verboden en schadelijk product.
De wedstrijdorganisatie van de Formule 1-race in Zandvoort zegt donderdag in een reactie tegenover NRC „geen enkele invloed te hebben op de keuze van hun bedrijfspartners en deelnemende Formule 1-teams”.
Drempelverlagend
Gebruikers plaatsen de zakjes, die lijken op kleine suikerverpakkingen die bij koffie worden geserveerd, onder hun bovenlip, zodat het tandvlees en het wangslijmvlies de nicotine snel opneemt.
De producent van die zakjes, tabaksfabrikant British American Tobacco (BAT), brengt het product uit onder het Velo-merk en werkt al langere tijd samen met het Formule 1-team van McLaren. Hoewel het in Nederland verboden is om nicotinezakjes te verkopen of gebruiken, mag er wel reclame voor worden gemaakt. Het product valt immers niet onder de Tabaks- en rookwarenwet maar onder de Warenwet, omdat het geen tabak bevatten.
Marc Willemsen, expert op het gebied van tabaksontmoediging en verbonden aan het Trimbos-instituut, spreekt van een maas in de Nederlandse wetgeving, vanwege een „definitieprobleem”. Hij ziet ook hoe de tabaksindustrie haar gigantische marketingbudgetten aan een scala aan nieuwe producten uitgeeft, die de nicotineverslaving op wereldschaal in leven houdt. „Of het nu de e-sigaret of deze nicotinezakjes zijn, allemaal openen ze de deuren naar andere tabaksproducten. Allemaal verlagen ze de drempel naar de traditionele sigaret.”
Oogverblindende bedragen
Volgens cijfers van het Trimbos Instituut maakte een op de duizend Nederlandse volwassenen afgelopen jaar gebruik van de nicotinezakjes, volgens het RIVM voornamelijk jongeren. De nicotinezakjes zijn als product perfect afgestemd op jongeren, zegt Willemsen. „Het gebruik van dit nicotinepoeder (en geen verpulverde tabak zoals bij de Zweedse snus, red.) is toegankelijker in een tijd waarin de sociale controle op de fysieke sigaret een stuk groter is. Dat terwijl de zakjes met hun hoge nicotinehoeveelheden extreem verslavend zijn en uiterst schadelijk voor de hersenen, hart- en vaatstelsel en het zenuwstelsel”.
De tabaks- en de autosportindustrie zijn al langer met elkaar verstrengeld en leverde met name die laatste oogverblindende bedragen op. Een studie uit 2020 geleid door Stopping Tobacco Organizations and Products (STOP), een anti-tabaksindustriegroep, onthulde dat ondanks verschillende verboden — de Wereldgezondheidsorganisatie verbood in 2005 tabaksreclame — de investeringen vanuit de tabaksindustrie in de autosport aanhouden. Sinds de oprichting van de Formule 1 vloeide ruim 4,1 miljard euro vanuit tabaksfabrikanten naar de autosport. Tijdens het seizoen van 2020, toen de sport zijn zeventigste verjaardag vierde, werd ruim 90 miljoen euro in de Formule 1 gestopt, de grootste investering sinds 2011.
De Formule 1-sport, bij monde van koepelorganisatie voor de autorsport Fédération Internationale de l’Automobile (FIA), had nochtans in 2003 aangekondigd dat de omstreden investeringen in 2006 zouden ophouden. Een eerder zelf ingesteld verbod in 2001 werd dat jaar nog gewijzigd tot een ‘aanbeveling’. En, zo beweert STOP, die investeringen verdienen zich ruim terug. Formule 1-fans – het gros mannen en jongeren – zijn de tabaksindustries favoriete doelwit.
Of het nu de honkbalkaartjes waren die in de VS bij de sigarettenpakjes mee kwamen, of shirtsponsoring in het voetbal in het vorige millennium. De tabaksindustrie is altijd al creatief geweest in het zoeken naar nieuwe manieren om consumenten ook via de sportindustrie verslaafd te krijgen aan zijn producten. Maar voor het grootste deel is de sportwereld erin geslaagd om tabak te verjagen, zegt Phil Chamberlain, verbonden aan de Tobacco Control Research Group van Britse universiteit van Bath en verbonden aan STOP. „Het maakt de langdurige relatie met Formule 1 een grote uitzondering.”
Chamberlain ziet hoe beide merken zich op marketingvlak sterk aan elkaar spiegelen. „Ze delen als merk een boodschap die ze willen uitdragen. Het straalt kracht uit, stoutmoedigheid, met mannelijkheid als selling point. Bovendien willen tabaksfabrikanten net als de autosport tonen hoe innovatief ze zijn, bijvoorbeeld door nieuwe e-sigaretten uit te brengen.”
Sluipweg
Anti-tabaksbelangenorganisaties zetten ethische vraagtekens bij de manier waarop tabaksfabrikanten, vanwege de verschillende verboden, sluipwegen gebruiken om hun investeringen in en daarmee invloed via de sport te vergroten. Het aanwenden van niet-traditionele merken die niet onmiddellijk met tabak worden geassocieerd, is een van die omwegen, zoals de Vuse e-sigaret en Velo nicotinezakjesproducten, beide betrokken bij BAT. Volgens Chamberlain is de kern van hun strategie het opzoeken van schemerzones en gebreken in de regelgeving. Zoals bij de nicotinezakjes. „Ze weten donders goed dat het product technisch gezien geen tabaksproduct is. Hun activiteiten dienen slechts een doel: diezelfde eeuwenoude verslaving voeden.”
De racesportfederatie FIA afgelopen jaar tegenover het Franse persbureau AFP „resoluut gekant” te blijven tegen tabaksreclame en vast te houden aan haar aanbevelingen uit 2003 en verzekerde dat alle reclame in overeenstemming is met de huidige wetten. Toch zien ze zichzelf niet in een positie om zich te „bemoeien met de particuliere commerciële afspraken tussen de teams en hun sponsors, of uitzendovereenkomsten”.
Ook afgelopen jaar sprak STOP haar zorgen uit over de Netflix-documentaire Drive to Survive, die de populariteit van de autosport een stevige duw in de rug gaf. Met name de Vuse e-sigaret en Velo-nicotinezakjesproducten werden gretig blootgesteld aan de kijker. STOP zag hoe de documentairemakers tabaksreuzen al dan niet bewust een marketingmiddel boden om de reclameverboden te omzeilen — ook via archiefbeelden, waar de reclames nog duidelijk zichtbaar waren.
Het helpt dat de Formule 1 een internationale en reizende sport is, zegt Chamberlain, waardoor de regelgeving in een niemandsland belandt en geen helderheid bestaat over wat wel en niet mag. „Je moet je bedenken: de industrie heeft decennia aan ervaring op het vlak van marketing en promotie. Ze weet precies wat ze doet en wat ze probeert te bereiken. En ze is daar bijzonder doeltreffend in.”
Lees ook: De Formule 1 is een mini-zonnestelsel met als ster: Max Verstappen