N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Wie zegt dat hij een vriend niet meer uitnodigt omdat hij eet als een varken, maakt daarmee duidelijk dat hij diens tafelmanieren niet waardeert. Als diezelfde vriend behulpzaam is bij het verwisselen van een band en vervolgens hoort dat hij een engel is, begrijpt hij dat zijn technische kwaliteiten wel geapprecieerd worden. Het beeld waar iemand mee vergeleken wordt, verraadt onze houding tegenover zo’n figuur.
Ook als het om abstractere zaken gaat, maken beelden die gebruikt worden, duidelijk hoe we tegenover iets staan. Een politica die haar Haagse biotoop een zandbak noemt, zegt niet hardop dat ze haar collega’s kleuters vindt, maar laat daarover toch geen misverstand bestaan. Een van de kenmerken van een zandbak is namelijk dat het een speelplek is voor kleine kinderen. Omdat parlementariërs volwassen lieden moeten zijn, kan het vergelijkingspunt tussen kleuters en politici niet de leeftijd zijn, maar hun gedrag: dreinen, speelgoed afpakken en elkaar pesten door zand in de ogen te strooien. De houding van Tweede Kamerleden lijkt daar volgens de zegsvrouwe dus op. Een helderder negatief oordeel over haar ambtgenoten lijkt nauwelijks mogelijk.
Staatsmanallure
Een fractievoorzitter die zichzelf graag een staatsmanallure aanmeet en daarom zijn politieke leider in het kabinet, en vooral de coalitie, voorhoudt dat het speelkwartier voorbij is, diskwalificeert door deze vergelijking te gebruiken het opreden van zijn ‘eigen’ kabinet. Hij zal het schip van staat op koers houden door de woelige stromingen van de tijd, als hij de kans krijgt van de kiezer, is de boodschap.
Een bozige volksvertegenwoordiger die zijn tegenstander in het debat niet aankan en hem daarom toevoegt „man, ga toch buiten spelen”, zegt daarmee impliciet dat hij vindt dat de ander een spelletje speelt in ’s lands vergaderzaal en de belangrijke zaak, die aan de orde is, niet serieus neemt.
Politici die elkaar spelbederver noemen, beseffen te weinig dat zij hiermee aangeven dat het parlementaire debat een spel is. Een poppenkast, en alleen kleine kinderen geloven nog in de verhalen van Jan Klaassen en Katrijn. Voor volwassen publiek is het niet veel meer dan luidruchtig geschreeuw, soms amusant, maar meestal met een voorspelbare uitkomst.
De Nederlandse school in Riad heet ook, heel leuk, ‘De Zandbak’
Ook in de sportwereld, met name bij het voetbal, worden graag metaforen gebruikt. De laatste tijd duikt ook daar de zandbak veelvuldig op. Meest recent voorbeeld komt uit het Eindhovens Dagblad. Boven een stuk over de aankoop van voetballers door Saoedi-Arabië staat in een kop: „[…] zandbak is dumpplek voor uitgerangeerde spelers”. Mogelijk speelt hier de bijbetekenis een rol van een plek waar kinderen spelen. De Nederlandse school in Riad heet ook, heel leuk, ‘De Zandbak’. En de verwijzing naar de woestijn met het woord zandbak ligt nogal voor de hand. Maar door de context en de voortdurende herhaling in verband met voetbal heeft het gebruik van het woord zandbak hier nog een andere, negatieve, lading. Van een achterlijk land dat zonder de ‘oliedollars’ niet meer zou zijn dan dat: een bak zand.