Zorg bij dierenactivisten over kortebaandraverijen. ‘Dat zijn stadsmensen, die weten niet waar ze het over hebben’

Reportage

Kortebaandraverij In veel Nederlandse plaatsen is kortebaandraverij een zomertraditie die al decennia bij het dorp hoort. Dierenactivisten zijn bezorgd hoe met de paarden wordt omgegaan. In de dorpen wordt gezucht.

Kortebaandraverij tijdens de Bemmelse Paardendagen in het dorp Bemmel, waar velen een gokje op de races wagen.
Kortebaandraverij tijdens de Bemmelse Paardendagen in het dorp Bemmel, waar velen een gokje op de races wagen. Foto Bram Petraeus

‘Klaarmaken op uw plaatsen, 1, 2, 3: af!”, schalt het vanuit de luidsprekers over de Teselaar in het Gelderse dorpje Bemmel. Hoefgetrappel, waarna er twee paarden langs komen gestoven, die voor een klein karretje met bestuurder zijn gespannen. Het is paard tegen paard, een afvalrace totdat de beste overblijft.

Kortebaandraverij, zo wordt het genoemd. In Bemmel is het een van de hoogtepunten van het jaar. In de doorsnee woonwijk staan op een dinsdagmiddag in augustus ruim tweeduizend mensen achter dranghekken. De frituur maakt overuren, aan de huizen hangen gele vlaggen en er is een witte partytent waar het bier al vroeg in de middag stroomt.

Lees ook: ‘We willen allemaal het beste voor het paard, maar mensen zijn ook competitief’

Onlosmakelijk verbonden met de draverij is een mobiel wedkantoor, waar bezoekers inzetten op de winnaar, of de top-3. Op een wit bord staat: „Een spannende middag? Sluit een weddenschap af!” Aan de kassa hangen de namen van de paarden: „Jocke Cane, Fayette Dream, It’s Showtime Zaz.” De Nijmeegse Amy van Oosterhout zette 5 euro in op Cocktail Bar. „Ik heb er geen verstand van. We zijn hier voor de gezelligheid”, zegt ze.

In ruim 25 Nederlandse plaatsen wordt tussen mei en oktober een kortebaandraverij georganiseerd. Het is een zomertraditie die vaak decennia terug gaat, vertelt Gerard Post Uiterweer, voorzitter van de kortebaanbond. Meer dan tien draverijen zijn immaterieel cultureel erfgoed, sommige evenementen bestaan ruim 150 jaar. En, zegt Post Uiterweer, afgelopen jaar werd er voor meer dan een miljoen euro ingezet op weddenschappen.

Actiegroep Dier&Recht

Maar de draverijen liggen onder vuur. Dierenactivisten wijzen al enkele jaren op de gevolgen voor de paarden, die stress en pijn zouden ondervinden. De Amsterdamse actiegroep Dier&Recht riep deze zomer twintig gemeenten op te stoppen met kortebaandraverijen. De druk van de activisten sorteert enig effect. Zo werd dit jaar de start aangepast, waardoor de kans op valpartijen bij paarden kleiner is. Voorheen moesten de paarden na het startsignaal nog omdraaien. Nu zetten zij de draai al voor de start in. In Bemmel was de oproep van Dier&Recht voor de lokale GroenLinks-fractie aanleiding om het evenement ter discussie te stellen.

Dat is niet genoeg, vinden de activisten. Sarah Pesie, dierwetenschapper bij Dier&Recht, zegt dat ze doorgaan met actievoeren, omdat volgens haar de paarden te veel lijden. Ze zegt dat er dwangmiddelen worden ingezet om het paard in een bepaalde houding te houden: opzetteugels met twee bitten waardoor het hoofd niet kan bewegen, een vastgebonden tong, soms ook is de staart vastgemaakt aan het karretje waardoor het paard niet kan bokken. „We weten dat de paarden oordoppen in hebben, die middenin de race worden uitgetrokken, waardoor ze ineens lawaai horen en stress krijgen, en dus harder gaan lopen.”

Voor de draverij nemen mensen in Heemskerk begin van het jaar al vrij, het is een verbindings-punt, een heel belangrijk evenement

Pesie zegt gefilmd te hebben tijdens draverijen en dat op de beelden te zien is dat de paarden pijn zouden hebben. „Het spelletje is zo snel mogelijk te zijn. En dat gaat ten koste van het welzijn van de paarden. Dit soort evenementen zijn niet meer van deze tijd.”

Achter de finish in Bemmel staat een grote paardentruck, met vier paarden erin. Ze zijn van John Dekker en zijn partner Caroline Aalbers. Dekker loopt van de truck naar een paard, frunnikt aan zijn helm, en maakt de uitrusting van het paard van Aalbers in orde. Zijn partner won dit seizoen al vijf wedstrijden.

‘Openstaan voor verbeteringen’

Dekker: „Ik houd van deze sport, van de sfeer, van alles.” Hij vindt dat dierenactivisten onterecht doen alsof het dierenwelzijn in het geding is: „Ik verzorg mijn paarden als goudhaantjes.” Maar, zegt hij, hij wil ook in gesprek blijven. „We moeten ook openstaan voor verbeteringen vind ik. Daarom hebben we de startprocedure ook veranderd.”

De meeste bezoekers vinden de kritiek onzin. Jos Ariëns staat geconcentreerd met zijn pen op het programmaboekje bij te houden welke paarden al langs zijn geweest als zijn vrouw Annemarie zegt: „Dit zijn waardevolle paarden. Daar wordt heel voorzichtig mee omgegaan. Het zijn stadsmensen die kritiek hebben, die niet weten waar ze het over hebben.” Jos vult aan: „Alles is dieronvriendelijk tegenwoordig.”

Het probleem is, dat activisten het hebben over dwangmiddelen, maar dat dit vaak juist hulpmiddelen zijn om de paarden te helpen, zegt voorzitter Post Uiterweer van de kortebaanbond. „Het zijn vaak verwende paarden.” De voorzitter denkt dat de druk er toe kan leiden dat gemeenten vergunningen minder snel af gaan geven. „De sport wordt onterecht in diskrediet gebracht, en ik ben bang dat sommige gemeenten daar niet helemaal doof voor zullen zijn.”

Lees ook dit opiniestuk: In paardensport moet het dier het doel zijn – niet het middel

In Bemmel hoeft de voorzitter zich daar geen zorgen over te maken. De gemeente Lingewaard zegt evenementen met dieren niet te kunnen verbieden, wel stelt de gemeenten regels rond dierenwelzijn. Ook wethouder Aad Schoorl van Heemskerk, waar in september de traditionele draverij gepland staat, gaat niks veranderen. „Voor de draverij nemen mensen in Heemskerk aan het begin van het jaar al vrij. Het is een verbindingspunt, een heel belangrijk evenement.” Hij zegt naar aanleiding van de brief van de actiegroep goed met de organisatie te hebben gepraat en is er van overtuigd dat er goed voor de dieren wordt gezorgd.

Toch wordt er in de draverijwereld met enige vrees naar de toekomst gekeken. Cor Grasmeijer, van de Bemmelse paardendagen, ziet dat dierenwelzijn steeds belangrijker wordt. „Het dier komt boven de mens te staan, ze staan op zo’n voetstuk dat je straks niets meer kunt. Ik hoop dat er over twintig jaar nog steeds draverijen zijn, maar soms houd ik mijn hart vast.”