Gedragscode voor studenten: bij wangedrag polsbandje inleveren

Reportage

introductiedagen Studenten die deelnemen aan de Utrechtse introductie moeten een gedragscode ondertekenen. Buitensporig gedrag wordt bestraft.

Studenten op het Janskerkhof voor het pand van USC, het Utrechtsch Studenten Corps, tijdens de introductieweek.
Studenten op het Janskerkhof voor het pand van USC, het Utrechtsch Studenten Corps, tijdens de introductieweek. Foto Simon Lenskens

Overzicht houden, dat is het belangrijkste. Op de studentenfeesten waar hij werkt als beveiliger, zegt Richard Schoch, is het namelijk vaak heel druk. Degenen die te veel op hebben, die zich buitensporig gedragen, die moet je eruit zien te vissen. En dan vriendelijk aanspreken. „Soms zeg ik dat ze beter naar huis kunnen gaan. Meestal luisteren ze wel.”

Deze maandagochtend staat Schoch – in witte polo met ‘security’ op de rug – met acht collega’s op het Utrechtse Janskerkhof. Er wordt met biertafels en fusten gesleept: voorbereidingen op de drukte die ongetwijfeld gaat komen. De Utrechtse Introductie Tijd (UIT) is zojuist begonnen. 3.700 nieuwe studenten maken de komende vier dagen kennis met de stad en haar studentenverenigingen.

Ik heb gewoon op oké geklikt. Het is net als met algemene voorwaarden: niemand leest het

Wie zich inschreef voor de UIT, moest dit jaar akkoord gaan met een gedragscode. Het uitgangspunt: als deelnemer zorg je ervoor dat jouw gedrag bijdraagt aan een veilige sfeer, houd je je aan het alcohol- en drugsbeleid, respecteer je elkaar en motiveer je anderen om hetzelfde te doen.

„Het is meer dan ooit van belang dat iedereen zich welkom en veilig voelt”, zegt Olivia de Gans namens de organisatie van de UIT. De code is vooral een stok achter de deur: „Eerder hadden we al huisregels, nu zijn deelnemers er echt aan gebonden.” Wie op heterdaad betrapt wordt op iets dat niet mag – bijvoorbeeld alcohol onder de 18 jaar – verliest z’n polsbandje en kan niet meer naar de evenementen. Hetzelfde kan gebeuren na meldingen van grensoverschrijdend gedrag – van seksuele intimidatie tot pesten.

Vertrouwenspersoon

Loeka en Josephine (beiden 22), zitten in kleermakerszit op het Paardenveld, het stadspark waar alle UIT-groepjes verzamelen. De derdejaarsstudenten hebben de komende dagen 21 „kindjes” onder hun hoede, daar wachten ze nu op. Als voorbereiding, vertelt Loeka, volgden alle mentoren een training van het Trimbos-instituut en Jellinek.

Josephine: „Dat was wel echt nice. We kregen een casus, bijvoorbeeld wat je moet doen als iemand uit je groepje heel erg dronken is.”

Loeka: „Dan is er een noodnummer, een centrale post die je kunt bellen. En je moet diegene niet alleen achterlaten. Desnoods ga je mee in de taxi als-ie niet meer kan fietsen.”

Ze leerden ook dat er dit jaar een externe vertrouwenspersoon is – onafhankelijk van alle organiserende partijen. Die kun je mailen als er iets vervelends gebeurt. Dat alle deelnemers aan de UIT nu actief moeten instemmen met een gedragscode, vinden Loeka en Josephine goed en vanzelfsprekend. Al hebben ze de tekst alleen gescand.

Ze zijn niet de enigen, blijkt tijdens een rondje over het Paardenveld.

„Ik heb gewoon op oké geklikt. Het is net als met algemene voorwaarden: niemand leest het”, zegt eerstejaars Fabienne van Leeuwen. Rosie Arts, naast haar, knikt instemmend. „Logisch toch? Je gaat er vanuit.”

Berichten over geweld en grensoverschrijdend gedrag bij studentenverenigingen, het corps in het bijzonder, hebben de meesten wel meegekregen. Mentoren Loeka en Josephine, allebei lid van Veritas, maakten zelf nooit zoiets mee. Josephine: „Er heerst natuurlijk wel een losse cultuur op een vereniging, maar dat heb je denk ik ook in het normale uitgaansleven.”

Lees ook: Na maanden zoeken had Tunesische Ghozi nog steeds geen kamer in Nijmegen: ‘Een nachtmerrie’

Positieve veranderingen

Op het Janskerkhof, voor de sociëteit van Utrechtsch Studenten Corps, zegt rector Hiddo Laane dat het soms frustrerend is dat incidenten zo breed worden uitgemeten. „Die overschaduwen alle positieve veranderingen die er ook zijn.” De workshop Gelijkspel, over grenzen en seksuele veiligheid, is bijvoorbeeld sinds een paar jaar vast onderdeel van de kennismakingstijd, vertelt hij. En alle nieuwe leden krijgen nu een ‘bystander-training’: „Daarmee willen we sneller handelen als er dingen gebeuren die niet meer van deze tijd zijn.”

Het – standaard nuchtere – personeel van de door het corps beheerde studentendiscotheek Woolloomooloo wordt elke avond geïnstrueerd. Iedere barman kent het ‘Ben je oké’-principe, een idee van kenniscentrum Rutgers. De meesten doen het zo: even oogcontact maken en een duim opsteken als je vermoedt dat iemand aan de andere kant van de bar wordt lastiggevallen. ‘Gaat het goed daar?’

Studenten die gedronken hebben, zegt beveiliger Richard Schoch, kunnen heel vervelend zijn. Hij kan het weten, want hij draait al vijftien jaar mee als hoofd beveiliging van het USC. Maar toch is het een ander publiek dan in de bordelen, casino’s en ‘reguliere’ clubs waar hij ook werkte. Ze zijn – zelfs in benevelde toestand – bijna altijd wel voor rede vatbaar. „Het niveau is wat hoger dan bij de random gasten in clubs die bijvoorbeeld wel eens wat willen doen met een wapen. Ze hebben van huis uit normen en waarden meegekregen.” Wat ook scheelt: de meeste bezoekers kennen hem, en andersom. „Iedereen weet: met Richard moet je geen ruzie maken.”