‘Het verbranden van ons heilige boek valt niet onder vrije meningsuiting’

Reportage

Koranverbranding In Stockholm werd maandag opnieuw een koran verbrand. Het is een vorm van protest die Zweden met en zonder migratieachtergrond verdeelt.

Mahmoud en Julia Agha, hoofdredacteur en directeur van het Zweedse online medium Alkompis.
Mahmoud en Julia Agha, hoofdredacteur en directeur van het Zweedse online medium Alkompis. Foto Alkompis

De koran brandde nog geen minuut. Het was daarmee slechts een klein onderdeel van de opvoering van Salwan Momika deze maandagmiddag op het Stockholmse Mynttorget-plein, voor het Zweedse parlement. De christelijke Iraakse vluchteling hield een toespraak van bijna een uur, stond tussendoor op het heilige boek, voetbalde ermee, stak een paar sigaretten op.

Drommen toeristen passeren het centraal gelegen plein op deze zonnige maandagmiddag. Sommigen blijven staan, maar de meeste aanwezigen zijn journalisten, politieagenten en tegendemonstranten. Een meisje van een jaar of twaalf is gehuld in een Iraakse vlag, er klinken tegenleuzen in het Arabisch. Het luidst is een in het rood gehulde groep die door een megafoon de leus ‘släck hatet’ scandeert: ‘versla de haat’.

Tegendemonstrant Husain el Gomati (36) deelt chocolade-eieren van het merk Kinder uit, in een poging tot verzoening. „Sommige ideeën zijn heel gevaarlijk”, zegt de in Stockholm woonachtige Libiër. Hij trekt een vergelijking met de boekverbrandingen door de nazi’s in de jaren dertig en de Jodenvervolgingen. „De geschiedenis herhaalt zichzelf, maar nu zijn wij degenen die gepakt worden.”

Het verbranden van de Koran is inmiddels een gevestigde protestvorm in Zweden, waar met name de Deens-Zweedse extreem-rechtse politicus Rasmus Paludan naam mee maakte. In 2020 en 2022 leidden verbrandingen in verschillende Zweedse steden tot grootschalige rellen.

De verbranding voor het parlement van deze maandag is de jongste in een recente reeks, die ook diplomatieke gevolgen had. Turkije schortte onderhandelingen over Zweedse NAVO-toetreding tijdelijk op nadat Paludan in januari een Koran had verbrand voor de Turkse ambassade. Latere vergelijkbare acties, zoals eind juni voor de Stockholmse Centrale Moskee, leidden tot felle kritiek uit de internationale islamitische gemeenschap. Zweedse ambassadeurs in verschillende landen werden ontboden of weggestuurd, een boze menigte in Bagdad bestormde de Zweedse ambassade.

Oude discussie

In Zweden is door de verbrandingen een oude discussie opgelaaid: hoe ver strekt de vrijheid van meningsuiting? Met steviger bewoording dan voorheen veroordeelde de regering recente verbrandingen. Maar dat kon gewelddadige reacties in andere landen niet voorkomen. Verschillende landen waarschuwen inmiddels via reisadviezen voor het gevaar van terroristische aanslagen in Zweden als vergelding op de verbrandingen. Het Britse Foreign Office zegt sinds zondag dat pogingen tot aanslagen in het land „zeer waarschijnlijk” zijn.

De vrijheid van meningsuiting is diep verankerd in Zweden. Volgens Mårten Schultz, hoogleraar civiel recht aan de Universiteit van Stockholm, is „90 procent van alle rechtsgeleerden het erover eens dat de verbrandingen legaal zijn”.

Lees ook: Debat over vrijheid van meningsuiting laait op na koranverbrandingen

De regering onderzoekt de mogelijkheid om deze vorm van protest via een omweg, het beschermen van de openbare orde, onmogelijk te maken. Het is de vraag of dat zal lukken, zegt Schultz. „De regering is afhankelijk van samenwerking met de radicaal-rechtse Zweden Democraten, die elke vorm van een verbod op de verbrandingen zien als capitulatie voor islamitische landen.”

De verbrandingen komen hard aan bij Zweedse moslims, zegt Mahmoud Khalfi vanachter zijn met stapels papieren beladen bureau. Hij is imam en directeur van de Centrale Moskee in Stockholm. Aan de muren van zijn werkkamer hangen foto’s van de grote, wereldberoemde islamitische gebedshuizen van Mekka en Medina, en een kalender met daarop in kleurmarkeringen alle religieuze feesten en de Zweedse schoolvakantie. Op Khalfi’s kast ligt een vuistdikke kopie van Svenska Lagar 1998 – het Zweedse wetboek.

Besmeurd met bacon

De verbranding die eind juni voor de poorten van de moskee plaatsvond, noemt Khalfi „afschuwelijk” voor moslims wereldwijd. „De moskee is voor vrijheid van meningsuiting, maar het verbranden van ons heilige boek valt daar niet onder”, zegt hij. Neem alle symboliek die Salwan Momika eind juni in zijn Koranverbranding verwerkte. Khalfi somt op: het was voor de deur van de moskee, op de dag van het islamitische Offerfeest. Zo besmeurde Momika de koran met bacon, terwijl de islam het eten van varkensvlees verbiedt. Ook stak hij het exemplaar in brand en stampte hij er met zijn voeten op. „Dat was pure haatzaaierij”, zegt Khalfi.

Maar de verbrandingen hebben, los van hun kwetsende aard, meer gevolgen voor moslims in Zweden. En in bredere zin voor inwoners met een migratieachtergrond, zegt Julia Agha. Zij is directeur van Alkompis, het grootste Arabischtalige online medium van Zweden. Haar redactie zetelt aan de noordoostelijke rand van Stockholm, tussen wijken waar veel migranten wonen, op zo’n 25 minuten rijden van de moskee. Alkompis is een samenvoeging van het Zweeds en het Arabisch en betekent ‘de vriend’.

Het platform bracht tot begin dit jaar een papieren krant uit, een grote stapel in de hoek van de redactie herinnert aan de laatste editie. Nu richt het zich op online tekst en video. Op Facebook, een belangrijk platform voor Alkompis, heeft het medium zo’n 2,5 miljoen volgers.

„De koranverbrandingen kunnen niet los gezien worden van een grootschalige desinformatiecampagne in Zweden”, zegt Agha in haar kantoor. Met nepnieuws en uit de context getrokken filmpjes worden moslims al enkele jaren opgejut om zich tegen Zweden te keren. Dat er nu ook nog korans verbrand worden, vergroot de woede die er al was.

Die campagne begon eind 2021, met een wijd verbreide video waarin medewerkers van de Zweedse jeugdbescherming te zien waren die huilende kinderen van een Iraaks gezin uit huis plaatsten. Het filmpje legde de basis voor een grootschalige en hardnekkige complottheorie, die de Zweedse staat ervan beschuldigt systematisch kinderen van migranten te kidnappen om ze bij pedofielen in huis te plaatsen of varkensvlees en alcohol te laten consumeren.

Zweden met een migratieachtergrond verspreiden de theorie op sociale media en via een aantal invloedrijke Arabischtalige influencers komen de berichten ook bij de internationale islamitische gemeenschap terecht. De Zweedse pers ontkracht de desinformatie met feiten, maar deze groep die verhalen niet onder ogen.

Het baart de Zweedse overheid grote zorgen. „Medewerkers van sociale diensten worden bedreigd”, schreef het kantoor van de Zweedse premier Ulf Kristersson eerder dit jaar. „In het ergste geval leidt dit ertoe dat kinderen in Zweden niet de ondersteuning krijgen waar ze recht op hebben.” Om desinformatie te bestrijden, richtte Zweden in 2022 het Agentschap voor Psychologische Verdediging op, dat onder het ministerie van Defensie valt. Dit jaar werd het budget van het instituut verhoogd.

Discriminatie

De problemen worden verergerd doordat Zweden met een migratieachtergrond regelmatig te maken hebben met discriminatie, bijvoorbeeld op de woning- en arbeidsmarkt, komt ook hier wel degelijk voor. En uiterst rechtse partijen, zoals Zweden Democraten, verkondigen al jaren xenofobe standpunten tegen migranten, en tegen moslims in het bijzonder.

„Binnen en buiten Zweden zien sommige moslims en migranten de goedkeuring voor het verbranden van korans door de politie als extra bewijs dat Zweden racistisch, anti-islam en anti-migratie is”, zegt Agha. Alles bij elkaar leidt dit volgens haar tot polarisatie tussen Zweden met en zonder migratieachtergrond.

Ook haar eigen Alkompis, dat wordt gefinancierd uit advertenties en een kleine bijdrage van de Zweedse overheid (dit jaar 3 procent van het totale budget), kampt met de gevolgen van deze polarisatie. De dagelijkse nieuwsvideo die het medium maakt, worden tenewoordig gemiddeld zo’n 150.000 keer per dag bekeken, eerder was dat nog 40.000 keer. Daarmee namen ook de hatelijke en bedreigende reacties toe, bijvoorbeeld toen Alkompis desinformatie over de kinderontvoeringen probeerde te ontkrachten, zegt Agha. „Mensen dachten dat we het opnamen voor de staat.”

Spreekbuis van de overheid

De filmpjes leiden tot woede uit verschillende hoeken. De „verwachte” reacties van extreem-rechts, dat „‘buitenlanders zoals wij’ niet welkom zijn in Zweden”, zag Agha aankomen. Pijnlijker vindt ze hatelijke reacties van moslims binnen en buiten Zweden, die in de verslaggeving van Alkompis goedkeuring voor de verbrandingen denken te herkennen. „Ik denk dat veel van deze mensen oorspronkelijk uit autoritaire regimes komen en niet goed weten wat het betekent om een objectief medium te zijn, in plaats van een spreekbuis van de overheid.”

Sluitend bewijs voor wie er achter de complottheorie rond kidnappings zit, is er niet. Wel wijst het Agentschap voor Psychologische Verdediging sinds kort expliciet naar Rusland als verspreider van desinformatie over Zweden – ook rond de Koranverbrandingen. Zo zouden door de Russische overheid gecontroleerde mediakanalen als RT en Sputnik artikelen in het Arabisch hebben gepubliceerd waarin werd beweerd dat de Zweedse regering voorstander is van de verbrandingen.

Hoe de verschillende stromen van desinformatie kunnen samenballen tot fysiek gevaar, bleek eind juni. Mahmoud Agha, Julia’s vader en hoofdredacteur van het medium, liet de Koranverbranding voor de Centrale Moskee in Stockholm live via zijn telefoon zien. Een bekende TikTokker, op dat moment ook aan het livestreamen, herkende Mahmoud Agha en begon hem al filmend te achtervolgen. „De TikTokker probeerde in het echt en via de livestream mensen tegen onze hoofdredacteur op te hitsen. Hij riep dingen als: ‘dat is de man die jullie kinderen ontvoert!’”

Directeur Agha nam sindsdien maatregelen om haar personeel te beschermen. „Verslaggevers gaan nooit meer alleen op pad. Ik heb één keer, tijdens een protest tegen de verbrandingen, gevraagd of ze hun werkjassen wilden uittrekken. Op de rug staat ons logo. Dan waren ze in ieder geval niet van afstand herkenbaar.” Er loopt ook een strafrechtelijk onderzoek vanwege de bedreigingen.

Paradoxaal genoeg, zegt imam en moskeedirecteur Mahmoud Khalfi, verbroederen de koranverbrandingen op een bepaalde manier ook. Zo’n zevenduizend moslims komen wekelijks naar zijn moskee om te bidden. In weken dat de verbrandingen veel in het nieuws waren, kreeg de Centrale Moskee soms twee keer zoveel bezoekers als gewoonlijk.

Een ander gevolg, zegt Khalfi, is dat de verschillende geloven in Zweden door de verbrandingen nader tot elkaar zijn gekomen. De leiders van de vier grote religieuze stromingen in Stockholm – protestantisme, katholicisme, islam en jodendom – overlegden meermaals over de verbrandingen, eenmaal met de Zweedse premier Ulf Kristersson erbij. Komende donderdag staat er weer een ontmoeting tussen de vier geestelijk leiders gepland.

„We staan aan dezelfde kant en brengen een gezamenlijke boodschap: het verbranden van heilige boeken moet verboden worden. Of het nu de Thora, de Bijbel of de Koran is. De haatzaaiers proberen ons uiteen te drijven, maar ze hebben ons alleen maar meer verenigd.”