In het nieuwe Chinatown in Jakarta gaat het water onder een bruggetje nergens naar toe

Afgebladderde verf en zwerfafval in het oude Chinatown in Jakarta, in het nieuwe Chinatown glimt alles.

Foto’s Saskia Konniger

Reportage

Chinatown Jakarta Sinds 1740 kent Jakarta een Chinatown, Glodok, een van Azië’s grootste. Op opgespoten land is sinds kort een nieuw en modern Chinees hart verrezen: inclusief ‘authentieke’ Chinese elementen. „Ik voel me op mijn gemak als er een Chinese sfeer hangt.”

Hadja, een zestiger uit Bandung, poseert glunderend voor een keurig afgelakte rode pagode, een van de trekpleisters van het nieuwe, blinkende Chinatown, gebouwd op opgespoten land aan de kustlijn van Jakarta. Ze staat voor het Chinees-boeddhistische godenbeeld Guanyin achter een altaartafel met plastic fruitofferandes. Haar vriendin steekt haar duim omhoog. Foto gelukt. „Klopt, ik ben moslim”, zegt Hadja, die zoals veel Indonesiërs één naam heeft en een hoofddoek draagt. „Geeft niks hoor, dat de toren boeddhistisch is. Ik vind het hier gewoon mooi.”

De ondernemers van Pantai Indah Kapuk, in de volksmond PIK, hebben de promotie van het nieuwe gebied, aangeprezen als pittoresk en Instagramvriendelijk, goed in de vingers. Het nieuwe stadsgebied, opgezet door enkele steenrijke Chinees-Indonesische projectontwikkelaars, heeft een ruime boulevard, hypermodern ontworpen winkelcentra, een wit strand en luxueuze woonwijken. Aan de boulevard, achter de pagode, ligt het ‘traditionele’ Chinese wijkje Pantjoran met eettentjes en winkels in de stijl van het oude China. Bedoeld als Instagram-decor. En dat is voor de meeste bezoekers genoeg. Het hoeft niet authentiek te zijn.

Tijd voor een fotomomentje

Op de vrije zondag zwermen Indonesische toeristen uit over de straatjes. April (43) uit Belitung, in de stad voor een apothekerscongres, is met vriendinnen op pad. „Ik zag de pagode op sociale media voorbijkomen en dacht: Daar wil ik naartoe.” Het stadsdeel stelt haar niet teleur. „PIK is het Singapore van Indonesië. Supercool.” Haar vriendinnen wenken haar naar een idyllische ogend bruggetje over een watertje dat nergens naartoe gaat. Tijd voor een fotomomentje.

Ook is aan de bewuste consument gedacht. Ontwikkelaars promoten de wijk als eco-vriendelijk. Maar het gaat slechts om façade-duurzaamheid. De bouw van het stadsdeel ging namelijk niet zonder controverse. Zo moest natuurgebied, een weids mangrovebos, wijken voor beton. Wandelingen over aangelegde bruggen door het laatste stukje overgebleven bos worden verkocht als een groen uitje.

In het moderne Chinatown gebruiken bezoekers een godenbeeld als decor voor selfies, in het oude Chinatown worden de beelden aanbeden

In het luxe winkelcentrum Central Market, een rond gebouw opgetrokken uit bruin hout met veel ruimte voor hoge palmplanten, zit architect en interieurontwerper Teddy Trijaya (43) met enkele klanten, allen van Chinese afkomst. Voor Trijaya, die in PIK woont, is het Chinese erfgoed belangrijk. „Ik voel me op mijn gemak als er een Chinese sfeer hangt.” Zijn klanten, een jong Chinees-Indonesisch gezin, knikt instemmend. Hoewel Trijaya benadrukt dat de situatie sinds president Joko Widodo is verbeterd, is de opmerking veelzeggend. Want de geschiedenis van de Chinese gemeenschap in Jakarta is niet zonder geweld.

Zo is het oude Chinatown, Glodok, in 1740 ontstaan als getto na een massamoord op Chinese medeburgers als gevolg van verdeel- en heerspolitiek van de Nederlandse koloniale overheid. Glodok ligt in de historische stadskern van het oude Batavia, zoals Jakarta door de Nederlandse overheersers werd genoemd. Na een opstand over arbeidsomstandigheden in suikerfabrieken werden vijf- tot tienduizend Chinezen vermoord. Aan overlevenden werd de wijk Glodok toegewezen. Het stadsdeel ontwikkelde zich tot een van de grootste Chinatowns van Azië.

Offerandes

„Natuurlijk is Glodok het authentieke Chinatown,” beaamt Trijaya. „Maar jonge mensen gaan liever naar PIK. Het is moderner en er is veel te doen. In Glodok wonen tegenwoordig alleen nog maar oude mensen.”

En zijn meer verschillen. Waar in PIK bezoekers godenbeelden alleen als fotodecor gebruiken, zijn de beelden in het oude Chinatown voor aanbidding. In de 17de-eeuwse taoïstische Kim Tek Le-tempel zingt een vrouw religieuze verzen, heen en wiegend voor het altaar dat is gewijd aan godin Guanyin. Andere gelovigen, buurtgenoten van Chinese komaf, lopen in en uit met offerandes. Ze steken wierrookstokjes aan of gooien bamboestokjes om de Tao Te Ching te raadplegen, het religieus-filosofische boek van de Tao. Nummers op de stokjes correleren met versregels uit het boek. Een tao-meester helpt bij de interpretatie.

De tempel is meer dan vijfhonderd jaar oud, maar door een brand in 2015 is het oude gebouw grotendeels verwoest. Hoewel de tempel momenteel niet veel meer is dan een keet met een overkapping van golfplaten, komen gelovigen trouw om te bidden voor de heiligenbeelden die nog gered konden worden. Zo ook de Chinees-Indonesische zakenman Fadjar Gunawan (60). Hoewel hij nog niet heeft geslapen – hij kwam vanochtend om vier uur aan uit Seattle – wilde hij voor het einde van de dag de tempel bezoeken. „Ik kom hier graag om te mediteren.” De aanwezigheid van de goden geven hem rust.

De tempel ligt aan een smalle, doorgaans drukke, eeuwenoude marktstraat. Propvolle Chinese winkeltjes bieden traditionele medicijnkruiden en rituele taoïstische en boeddhistische voorwerpen. Hier geen enthousiastelingen die in de rij staan om een selfie of blitse Instagramfoto te maken. Het spitsuur, de vroege ochtenduren, is net voorbij. Er hangt een zurige rioolgeur. Katten speuren tussen zwerfafval naar eten en fruitverkopers hangen tegen de houten palen van hun stalletjes, waarop de laatste bananentrossen liggen. In emmers kruipen krabben en slangachtige vissen over de rand.

Iets verderop, naast de Chinese welkomstpoort, is een theehuis gevestigd. Content marketeer Cete (24), ook zij heeft één naam, is op bezoek uit Palembang en geniet met haar tante en nichtjes van een Chinees theeritueel. Voor Cete en haar familie is er geen twijfel: als je het echte Chinatown wilt ervaren, moet je naar Glodok. „PIK is ook leuk hoor. Het is nieuw. Schoon, georganiseerder. Maar Glodok is de OG”, zegt ze, refererend aan de Amerikaanse term original gangster.

Buiten staat een vrouw voor de entreepoort. Naar links, gebaart de man. Hij klikt. Toch nog een enthousiasteling die het oude Chinatown fotowaardig vindt.