N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Spionage De BVD hield jarenlang politieke partijen nauw in de gaten, en schoof zelfs al aan bij vergaderingen waarin deze werden opgericht. Van politici hield de dienst bij wat ze zeiden én met wie ze het deden.
PSP-bijeenkomst in Grand Hotel Krasnapolsky in Amsterdam 1967. Foto Anefo
De vrouw van een partijgenoot van Hans Janmaat zocht een avontuurtje in „de sterke armen” van de Centrumpartij-voorman. Daan Monjé (SP) scharrelde „met een grietje uit Nijmegen”. Joop Glimmerveen (NVU) gaf regelmatig briefjes aan vrouwen die hij leuk vond: „Ook deze liefdestoenadering werd niet beantwoord! Een en ander heeft tot gevolg dat Joop het dus niet meer zo ziet zitten.”
Aldus de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), de voorloper van de AIVD, die van de jaren vijftig tot negentig op grote schaal politieke partijen in Nederland bespioneerde.
Veertig jaar lang hield de dienst zowel rechts als links in de gaten. Van oprichtingsvergaderingen tot wekelijkse bijeenkomsten – de BVD was overal bij. De dienst notuleerde niet alleen trouw de eindeloze ruzies bij de partijen, ook de gezondheid en het seksleven van politici had de interesse. Dat blijkt uit dossiers van de geheime dienst die sinds eind vorig jaar in te zien zijn in het Nationaal Archief in Den Haag.
Hoe geïnteresseerd was de dienst in andere politici en hun partijen, was vervolgens de vraag. Om daar een antwoord op te kunnen geven onderzocht NRC ruim dertig dossiers van bekende politici die tussen 1950 en 1995 actief waren. Ze behoorden tot de CPN, SP, PSP, CHU, PvdA, CDA, KVP, VVD, Boerenpartij, Centrumpartij, Nederlandse Volks-Unie (NVU) en nog een paar rechtse splinterpartijen.
CPN-partijcongres in Amsterdam in 1972. Foto Anefo
BVD-methoden
Het omvangrijke dossier van KVP-man Joseph Luns vormde een uitzondering op de regel, zo blijkt. De dossiers van andere politici van middenpartijen als CDA, PvdA en VVD zijn namelijk dun. Van structurele verslaglegging is geen sprake: pas als een individuele politicus of iemand uit zijn omgeving iets opvallends deed, belandde er een aantekening in het persoonsdossier.
Zo’n situatie deed zich voor op 19 mei 1967, blijkt uit een verslag in het dossier van Joop den Uyl, toen voorzitter van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer. Een BVD’er had een „persoonlijk gesprek” met hem gehad in het parlementsgebouw. Den Uyl „vroeg mij of wij hem enige informatie konden geven over enige Trotskistische acties binnen zijn eigen partij.” De BVD bleek daartoe bereid.
De BVD hield in de jaren zestig ook een dossier bij over de voorzitter van de Tweede Kamer, PvdA’er Anne Vondeling. De dienst volgde nauwgezet zijn contacten met Oost-Europeanen. In zijn dossier zit ook een bericht over een uitspraak die hij deed in 1969. Vondeling had in de pers het openbreken van kasten door studenten bij de bezetting van het Amsterdamse Maagdenhuis – het bestuurlijk centrum van de Universiteit van Amsterdam – „BVD-methoden” genoemd. Na een gesprek met het hoofd van de BVD gaf Vondeling in Het Spionnetje, het personeelsblad van de BVD, toe dat hij daar spijt van had.
In het dossier van KVP-politicus Piet de Jong (premier tussen 1967 en 1971) zit weinig meer dan de notitie dat hij in Nijmegen een communistisch neefje had. De map over Roelof Kruisinga (CHU) bevat meer materiaal. Kruisinga trad in 1978 af als minister van Defensie, omdat hij zich niet kon vinden in het Amerikaanse voornemen een neutronenbom te ontwikkelen – reden voor de BVD om vijftien jaar lang zijn gangen na te gaan.
Tijdens een teach-inn van de CPN.Foto Eric Koch
Geïnfiltreerd en afgeluisterd
De dossiers van politici uit partijen – links én rechts – die het systeem uitdaagden zijn een stuk dikker. Deze partijen werden structureel geïnfiltreerd en afgeluisterd, waarbij de politieke koers en interne perikelen werden gemonitord. De BVD beschikte over complete financiële en ledenadministraties, wist met welke journalisten politici contact hadden en was bij vergaderingen. Of dat nou in een huiskamer was, een vergaderzaal in hotel Krasnapolsky in Amsterdam of een zaaltje in de Tweede Kamer: de dienst was erbij.
Vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog had de veiligheidsdienst vooral aandacht voor de Communistische Partij van Nederland (CPN). Hoewel die een belangrijke rol had gespeeld in het vaderlandse verzet, zag de BVD de CPN als handlanger van de Sovjet-Unie. En daarmee waren de NAVO-landen, waaronder Nederland, in een Koude Oorlog verwikkeld. Decennialang hing de dreiging van een Sovjetaanval in de lucht.
Bekend was al uit historisch onderzoek dat de CPN geïnfiltreerd was door de BVD. Uit de persoonsdossiers blijkt nu in detail hoe ver dat ging. De BVD zat ook heimelijk ‘aan tafel’ bij andere linkse partijen, zoals de SP en de PSP. Vanaf eind jaren vijftig trok juist extreemrechts steeds meer de aandacht, zo wordt uit de dossiers duidelijk. Partijen als Nieuw Rechts, de Nederlandse Volksunie, de Centrumpartij, de Nederlandse Conservatieve Partij en de Boerenpartij waren al vanaf hun ontstaan, en soms nog eerder, in beeld bij de dienst.
Tijdens een redevoering van ‘Boer’ Koekoek op de vergadering van de Boerenparij (Assen, 1966).Foto Anefo
Ongestaafde beweringen
De vraag dringt zich op of de opvolger van de BVD, de AIVD, eveneens politieke partijen infiltreert en bespioneert. De AIVD meldt in haar jaarverslagen onderzoek te doen naar „links- en rechts-extreme groeperingen die de democratische rechtsorde verstoren of bedreigen”. Daartoe behoren ook politieke partijen, bleek in 2020. NRC berichtte dat de AIVD drie jaar lang een infiltrant had in de extreemrechtse partij NVU. De infiltrant rapporteerde ook over contacten tussen NVU en Forum voor Democratie.
In 2011 meldde De Telegraaf het bestaan van een AIVD-infiltrant die actief was in linkse kringen, onder meer bij GroenLinks en SP. „Wat heeft die man allemaal bij ons uitgespookt?”, wilde Tweede Kamerlid Ronald van Raak (SP) destijds van minister Piet Hein Donner (Binnenlandse Zaken, CDA) weten. Donner gaf geen inhoudelijk antwoord: „Ik kan niet stilstaan bij ongefundeerde en verder ongestaafde beweringen die mensen zelf doen over hun activiteiten.”
De AIVD geeft desgevraagd geen rechtstreeks antwoord. Wel zegt de dienst dat haar werkwijze niet te vergelijken is met die van de BVD. „Destijds was het communisme het grote gevaar in de wereld en was het de opdracht van de BVD om een beeld te krijgen van activiteiten van communisten in Nederland.” Het politieke landschap was bovendien „van een geheel andere orde”, aldus de AIVD, die benadrukt aan strengere regels en controle gebonden te zijn dan de BVD destijds.
Illustratrice en prentenboekenmaakster Annemarie van Haeringen is de winnaar van de Max Velthuijs-prijs, een driejaarlijkse oeuvreprijs voor Nederlandse illustratoren van kinderboeken. Dat meldt het Literatuurmuseum, dat de prijs uitreikt.
De prijs is vernoemd naar de in 2005 overleden prentenboekenmaker Max Velthuijs. Winnaars van de prijs ontvangen een geldbedrag van 60.000 euro, een oorkonde en een beeldje van Kikker, Velthuijs’ bekendste verhaalfiguur. Eerdere winnaars van de prijs zijn Mance Post (2007), Thé Tjong-Khing (2010), Wim Hofman (2013), Dick Bruna (2016), Sylvia Weve (2019) en Philip Hopman (2022).
Van Haeringen wint de prijs voor haar hele oeuvre. Daaronder vallen illustraties die ze maakte bij werk van andere schrijvers, zoals Mensen met koffers (2021), geschreven door Sjoerd Kuyper. Ook schreef en illustreerde Van Haeringen zelf prentenboeken, zoals het in 2014 gepubliceerde Coco of het kleine zwarte jurkje.
Heel bijzonder gevoel
Van Haeringen, die voor deze en andere werken al meermaals een Gouden of Zilveren Penseel won, zegt in een reactie dat het winnen van de Max Velthuijs-prijs evenwel een „heel bijzonder gevoel” is. „Dit is een prijs voor je hele oeuvre, een soort overtreffende trap bovenop de andere prachtige prijzen die ik al heb mogen winnen.”
De jury, met daarin naast de laatste winnaar Hopman ook Henna Goudzand Nahar, Karst-Janneke Rogaar, Hedy Tjin en Veerle Vanden Bosch, omschrijft Van Haeringen als iemand met „onwaarschijnlijk veel vakmanschap”, die „een onuitwisbaar stempel heeft gedrukt op het Nederlandse illustratorenlandschap”.
Zelf zegt Van Haeringen over haar werk: “Ik vind het ontzettend mooi om kinderen echt mee te nemen in die boeken. Dat gevoel dat ik zelf had als kind, als je een heel mooi of fijn boek las en er helemaal inkroop. Dat is heel waardevol. Gelukkig werk ik voor jongere kinderen, waar een boek lezen nog altijd gebruikelijk is. Hopelijk blijft dat zo”.
Turkse autoriteiten hebben maandag drie cartoonisten gearresteerd vanwege een tekening gepubliceerd door het satirische weekblad LeMan. De cartoon leek de profeten Mozes en Mohammed af te beelden die elkaar de hand schudden boven een stad die wordt gebombardeerd.
Yilmaz Tunc, de minister van Justitie zei dat er een onderzoek was ingesteld wegens „het publiekelijk beledigen van religieuze waarden”. In de islam is de profeet Mohammed de belangrijkste boodschapper van God. „Geen enkele vrijheid geeft het recht om de heilige waarden van een geloof het onderwerp te maken van lelijke humor. De karikatuur of welke vorm van visuele weergave van onze profeet, schaadt niet alleen onze religieuze waarden, maar schaadt ook de maatschappelijke vrede”, zei de minister. Ook Ali Yerlikaya, de Turkse minister van Binnenlandse zaken sprak op X van een „walgelijke tekening” die de „religieuze waarden ondermijnt”.
Tegen persbureau AFP zei de hoofdredacteur van LeMan, Tuncay Akgun, dat de tekening „op geen enkele manier een karikatuur van de profeet Mohammed is.” Volgens hem wordt „de naam van een moslim die omkwam bij Israëlische bombardement gefictionaliseerd als Mohammed. Ook op X benadrukte het weekblad dat de tekening (opzettelijk) verkeerd geïnterpreteerd zou zijn. „Meer dan 200 miljoen mensen in de islamitische wereld heten Mohammed. In het werk wordt de profeet Mohammed niet genoemd”, aldus LeMan.
De arrestaties zorgden maandagavond voor protesten in Istanbul, waar het weekblad is gevestigd. Turkse politie schoot met rubberkogels en traangas om de menigte uiteen te drijven. Volgens verslaggevers van AFP waren al snel zo’n 250 tot 300 mensen betrokken bij de gevechten. Turkije scoort consistent laag op persvrijheidsindexen. Verslaggevers Zonder Grenzen plaatste het land op plek 159 van de 180 in hun persvrijheidsindex van 2025.
De Tweede Kamer stemt vandaag en donderdag over de asielwetten, de nalatenschap van oud-minister Marjolein Faber. Politiek verslaggever Liam van de Ven zag een gek debat met partijen in campagnestand, terwijl asielredacteur Andreas Kouwenhoven weet wat de impact van de wetten kan zijn.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].