N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Spionage De BVD hield jarenlang politieke partijen nauw in de gaten, en schoof zelfs al aan bij vergaderingen waarin deze werden opgericht. Van politici hield de dienst bij wat ze zeiden én met wie ze het deden.
De vrouw van een partijgenoot van Hans Janmaat zocht een avontuurtje in „de sterke armen” van de Centrumpartij-voorman. Daan Monjé (SP) scharrelde „met een grietje uit Nijmegen”. Joop Glimmerveen (NVU) gaf regelmatig briefjes aan vrouwen die hij leuk vond: „Ook deze liefdestoenadering werd niet beantwoord! Een en ander heeft tot gevolg dat Joop het dus niet meer zo ziet zitten.”
Aldus de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), de voorloper van de AIVD, die van de jaren vijftig tot negentig op grote schaal politieke partijen in Nederland bespioneerde.
Veertig jaar lang hield de dienst zowel rechts als links in de gaten. Van oprichtingsvergaderingen tot wekelijkse bijeenkomsten – de BVD was overal bij. De dienst notuleerde niet alleen trouw de eindeloze ruzies bij de partijen, ook de gezondheid en het seksleven van politici had de interesse. Dat blijkt uit dossiers van de geheime dienst die sinds eind vorig jaar in te zien zijn in het Nationaal Archief in Den Haag.
In het archief liggen 70.000 persoonsdossiers die de Binnenlandse Veiligheidsdienst tussen 1949 en 1995 bijhield. Eerder publiceerde NRC over de wijze waarop de BVD tijdens de Koude Oorlog met de Nederlandse pers omging en over het omvangrijke dossier van Joseph Luns, die minister van Buitenlandse Zaken was en later secretaris-generaal van de NAVO.
Hoe geïnteresseerd was de dienst in andere politici en hun partijen, was vervolgens de vraag. Om daar een antwoord op te kunnen geven onderzocht NRC ruim dertig dossiers van bekende politici die tussen 1950 en 1995 actief waren. Ze behoorden tot de CPN, SP, PSP, CHU, PvdA, CDA, KVP, VVD, Boerenpartij, Centrumpartij, Nederlandse Volks-Unie (NVU) en nog een paar rechtse splinterpartijen.
BVD-methoden
Het omvangrijke dossier van KVP-man Joseph Luns vormde een uitzondering op de regel, zo blijkt. De dossiers van andere politici van middenpartijen als CDA, PvdA en VVD zijn namelijk dun. Van structurele verslaglegging is geen sprake: pas als een individuele politicus of iemand uit zijn omgeving iets opvallends deed, belandde er een aantekening in het persoonsdossier.
Zo’n situatie deed zich voor op 19 mei 1967, blijkt uit een verslag in het dossier van Joop den Uyl, toen voorzitter van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer. Een BVD’er had een „persoonlijk gesprek” met hem gehad in het parlementsgebouw. Den Uyl „vroeg mij of wij hem enige informatie konden geven over enige Trotskistische acties binnen zijn eigen partij.” De BVD bleek daartoe bereid.
De BVD hield in de jaren zestig ook een dossier bij over de voorzitter van de Tweede Kamer, PvdA’er Anne Vondeling. De dienst volgde nauwgezet zijn contacten met Oost-Europeanen. In zijn dossier zit ook een bericht over een uitspraak die hij deed in 1969. Vondeling had in de pers het openbreken van kasten door studenten bij de bezetting van het Amsterdamse Maagdenhuis – het bestuurlijk centrum van de Universiteit van Amsterdam – „BVD-methoden” genoemd. Na een gesprek met het hoofd van de BVD gaf Vondeling in Het Spionnetje, het personeelsblad van de BVD, toe dat hij daar spijt van had.
In het dossier van KVP-politicus Piet de Jong (premier tussen 1967 en 1971) zit weinig meer dan de notitie dat hij in Nijmegen een communistisch neefje had. De map over Roelof Kruisinga (CHU) bevat meer materiaal. Kruisinga trad in 1978 af als minister van Defensie, omdat hij zich niet kon vinden in het Amerikaanse voornemen een neutronenbom te ontwikkelen – reden voor de BVD om vijftien jaar lang zijn gangen na te gaan.
Geïnfiltreerd en afgeluisterd
De dossiers van politici uit partijen – links én rechts – die het systeem uitdaagden zijn een stuk dikker. Deze partijen werden structureel geïnfiltreerd en afgeluisterd, waarbij de politieke koers en interne perikelen werden gemonitord. De BVD beschikte over complete financiële en ledenadministraties, wist met welke journalisten politici contact hadden en was bij vergaderingen. Of dat nou in een huiskamer was, een vergaderzaal in hotel Krasnapolsky in Amsterdam of een zaaltje in de Tweede Kamer: de dienst was erbij.
Vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog had de veiligheidsdienst vooral aandacht voor de Communistische Partij van Nederland (CPN). Hoewel die een belangrijke rol had gespeeld in het vaderlandse verzet, zag de BVD de CPN als handlanger van de Sovjet-Unie. En daarmee waren de NAVO-landen, waaronder Nederland, in een Koude Oorlog verwikkeld. Decennialang hing de dreiging van een Sovjetaanval in de lucht.
Bekend was al uit historisch onderzoek dat de CPN geïnfiltreerd was door de BVD. Uit de persoonsdossiers blijkt nu in detail hoe ver dat ging. De BVD zat ook heimelijk ‘aan tafel’ bij andere linkse partijen, zoals de SP en de PSP. Vanaf eind jaren vijftig trok juist extreemrechts steeds meer de aandacht, zo wordt uit de dossiers duidelijk. Partijen als Nieuw Rechts, de Nederlandse Volksunie, de Centrumpartij, de Nederlandse Conservatieve Partij en de Boerenpartij waren al vanaf hun ontstaan, en soms nog eerder, in beeld bij de dienst.
Ongestaafde beweringen
De vraag dringt zich op of de opvolger van de BVD, de AIVD, eveneens politieke partijen infiltreert en bespioneert. De AIVD meldt in haar jaarverslagen onderzoek te doen naar „links- en rechts-extreme groeperingen die de democratische rechtsorde verstoren of bedreigen”. Daartoe behoren ook politieke partijen, bleek in 2020. NRC berichtte dat de AIVD drie jaar lang een infiltrant had in de extreemrechtse partij NVU. De infiltrant rapporteerde ook over contacten tussen NVU en Forum voor Democratie.
In 2011 meldde De Telegraaf het bestaan van een AIVD-infiltrant die actief was in linkse kringen, onder meer bij GroenLinks en SP. „Wat heeft die man allemaal bij ons uitgespookt?”, wilde Tweede Kamerlid Ronald van Raak (SP) destijds van minister Piet Hein Donner (Binnenlandse Zaken, CDA) weten. Donner gaf geen inhoudelijk antwoord: „Ik kan niet stilstaan bij ongefundeerde en verder ongestaafde beweringen die mensen zelf doen over hun activiteiten.”
De AIVD geeft desgevraagd geen rechtstreeks antwoord. Wel zegt de dienst dat haar werkwijze niet te vergelijken is met die van de BVD. „Destijds was het communisme het grote gevaar in de wereld en was het de opdracht van de BVD om een beeld te krijgen van activiteiten van communisten in Nederland.” Het politieke landschap was bovendien „van een geheel andere orde”, aldus de AIVD, die benadrukt aan strengere regels en controle gebonden te zijn dan de BVD destijds.