
Keizerin Sisi kwam graag bij banketbakkerij Demel in Wenen, zegt de gids.
N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Zogenaamd authentiek Ook konditorei Demel lift mee op de immense populariteit van Sisi. Een Demel-taart at de keizerin er nooit, maar dat deert toeristen niet.
„Aan uw linkerhand ziet u de beroemde banketbakkerij annex koffiehuis Demel, die al sinds 1786 bestaat. Deze Konditorei, die eerst een paar huizen verderop zat, werd geopend door een Duitser, maar kwam in 1850 in het bezit van de familie Demel. Keizerin Sisi kwam hier graag.”
Het is 11 uur ’s ochtends. Ondanks hevige zomerbuien in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen is een groep Franse toeristen al flink opgeschoten met de ‘Sisi-toer’ die vandaag op het programma staat. De Fransen zijn langs het marmeren Sisi-standbeeld in de Volksgarten gewandeld en hebben ook het Sisimuseum in het keizerlijke paleis – de Hofburg – bezocht.
Vanuit het paleis kun je banketbakkerij Demel zien liggen, op de Kohlmarkt, deel van ‘the golden mile’ waar poenige winkels als Dior en Loro Piana ook zitten. De winkel/lunchroom is even adembenemend mooi als de snoepjes- en taartdozen die binnen verkocht worden. Die zijn nog ontworpen door de fameuze designbeweging Wiener Werkstätte, begin twintigste eeuw. Op de doosjes, servetten en menukaart prijken nog altijd de klassieke gouden schreefletters. De etalage is een pronkstuk. Demel was „Hofzuckerbäcker”. Dat maakt het nu, meer dan honderd jaar na de instorting van het keizerrijk in 1918, tot topattractie.
Gesuikerde, handgeplukte vioolblaadjes
Hoewel. Eigenlijk is niet het rijk de topattractie, maar de keizerin. Sisi, de keizerin die Wenen en de hele hofhouding haatte uit de grond van haar hart – een gevoel dat geheel wederzijds was –, is big business in Oostenrijk. Shirts, mokken, chocolaatjes, zelfs rolgordijnen met haar hoofd erop worden op elke straathoek verkocht. Toeristen weten dat de keizerin ongelukkig was. Die ‘Lady Di’-tragiek bevordert de verkoop waarschijnlijk, zoals het succes van recente Sisi-films en -series laat zien. Maar dat Sisi het in Wenen al snel voor gezien hield en meestal in het buitenland zat, en dat de Weense hofcoterie haar miste als kiespijn – dat vertellen de gidsen en audioguides er niet bij.
Het is de ironie ten top, natuurlijk. Een van de Habsburgers, Albrecht Hohenberg (een kleinzoon van Frans Ferdinand, die in 1914 in Sarajevo werd vermoord), verwoordde dit treffend door vlak voor zijn dood in 2021 op te merken dat dit commerciële circus gebaseerd op een onwaarheid „wel een beetje wrang is” voor de familie: „Eerst onteigenen ze ons en nemen ze onze titels af, dan gebruiken ze ons als lokmiddel.”
Een paar jaar probeerde Sisi de Weense beau monde te plezieren met het enige wat kennelijk werkte: mooi zijn
Maarja, het werkt. En hoe.
„Kwam Sisi echt bij Demel taart eten?” vraagt een Française met een strooien hoed.
„Nee, Sisi at geen taart,” antwoordt de gids, „ze at bijna niks. Ze woog minder dan 50 kilo. Denk aan dat klimrek, in haar kleedkamer. En de ringen, die in de deuropening hingen. Ze deed alles om zo dun mogelijk te zijn. Sisi kwam alleen bij Demel voor gesuikerde vioolblaadjes.”
De Fransen staan in een lange rij toeristen die een kijkje bij Demel willen nemen. Binnen is het krapjes. Dus wie zich wil vergapen aan het neo-rococo interieur met mahoniehout en spiegels moet op straat wachten. Je kunt banketbakkers in gesteven schorten taarten zien maken, ook al vindt de echte productie van alle zoetigheid allang elders plaats en zelfs op industriële schaal, want Demel is overgenomen door cateringbedrijf Do&Co en levert tegenwoordig aan luchtvaartmaatschappijen. Maar eenmaal binnen vergeet je dat zo. Daar lonken Sisi’s gesuikerde vioolblaadjes, “handgeplukt”, 19,50 euro voor een doosje van 45 gram.
‘People’s empress’
Sisi kwam uit Beieren. Ze kwam in 1854 op haar zestiende naar Wenen om met keizer Frans-Jozef te trouwen. De Weense hofhouding vond haar een lompe boerentrien die in hun ogen alles fout deed. Ze begreep niets van de verfijnde hofprotocollen. Een paar jaar probeerde Sisi de Weense beau monde te plezieren met het enige wat kennelijk werkte: mooi zijn. Toen kapte ze ermee, anorectisch en neurotisch. Ze ging op reis en kwam zelden terug. Ze zat op Corfu, waar ze een huis had, of in Engeland, waar ze paardreed. Of in Hongarije, het enige deel van het rijk waar mensen haar adoreerden – de Hongaren voelden zich even miskend als Sisi. Àls ze soms naar Wenen kwam, wilde ze niet verder dan het zomerpaleis Schönbrunn, aan de stadsrand. Voor een paar dagen verhuisde Frans-Jozef dan met de halve hofhouding, per trein, naar het Schönbrunn. Soms streek ze neer in de Hermes-villa, die de keizer liet bouwen om Sisi te verleiden om wat vaker te komen. Tevergeefs. Sisi stierf ver van huis, in Genève, in 1898. Toen ze op een stoomboot naar Montreux wilde stappen, stak een Italiaanse anarchist haar met een nagelvijl in het hart.
De ontroostbare keizer sukkelde nog achttien jaar door. Twee jaar na zijn dood in 1916 stortte ook het rijk in. Alle Habsburgers verloren hun titel. Sommigen werden onteigend. Sisi is altijd populair geweest. Ze was een people’s empress. Na de val van de Muur in 1989, toen volkeren uit het oude Habsburgse rijk weer dichter tot elkaar kwamen, groeide er zelfs Sisi-nostalgie. De commerciële Sisi-gekte is pas iets van de laatste tien, twintig jaar. Haar paardrijdhoedje bracht in 2014 nog 134.500 euro op. Het hele jaar door zijn er Sisi-shows, Sisi-concerten, Sisi-rondleidingen. Voor veel geld kun je zelfs logeren in haar slaapkamer in het Schönbrunn. Juist ja: de kamer waar de onbeminde keizerin, tot tevredenheid van het hof, zelden was. En waarschijnlijk al helemaal geen enkel gesuikerd vioolblaadje at.
